Hier volgen elf zorgvuldig geselecteerde overleveringen die de diepte en schoonheid van de Salām, de islamitische vredesgroet, belichten. Elke overlevering biedt inzicht over hoe deze eenvoudige daad niet alleen harmonie binnen de gemeenschap bevordert, maar ook dient als een krachtig middel om je geloof te versterken en je spirituele groei te bevorderen.
OVERLEVERING 1
Inhoud
- 1 Salām is de sleutel tot liefde en het paradijs
- 2 Verheven door de Salām
- 3 De Salām in de eindtijden
- 4 Als eerst Salām geven maakt geliefd bij Allah
- 5 Als eerst Salām geven bestrijd kapsones
- 6 De salām een bron voor zegeningen thuis
- 7 Het begin en het einde met de Salām
- 8 De Salām beschermt tegen Satan en zijn metgezellen
- 9 Beantwoord de groet van Salām
- 10 Een waardevolle formule van de Profeet Mohammed ﷺ
- 11 Dertig zegens met As Salām ʿalaikum wa Raḥmatullāh wa Barakātuh
Salām is de sleutel tot liefde en het paradijs
Abū Hurayrah, moge Allah tevreden met hem zijn, heeft overgeleverd dat de Gezant van Allah, vrede zij met hem, zei: “Jullie zullen het Paradijs niet betreden totdat jullie geloven, en jullie zullen niet geloven totdat jullie elkaar liefhebben. Zal ik jullie wijzen op iets dat, als jullie het doen, jullie elkaar zullen liefhebben? Verspreid de groet van Salām (vrede) onder elkaar.” [1]
OVERLEVERING 2
Verheven door de Salām
Abū al-Dardā, moge Allah tevreden met hem zijn, heeft overgeleverd dat de Gezant van Allah, vrede zij met hem, zei: “Verspreid de groet van Salām, zodat jullie verheven zullen worden.” [2]
OVERLEVERING 3
De Salām in de eindtijden
Ibn Masʿūd, moge Allah tevreden met hem zijn, heeft overgeleverd dat de Gezant van Allah, vrede zij met hem, zei: “Een van de tekenen van het Uur is dat een persoon alleen de groet van Salām geeft aan een ander omdat hij hem kent.” [3]
OVERLEVERING 4
Als eerst Salām geven maakt geliefd bij Allah
Abū Umāmah, moge Allah tevreden met hem zijn, heeft overgeleverd dat de Gezant van Allah, vrede zij met hem, zei: “De meest geliefde persoon bij Allah is degene die anderen als eerste met de groet van Salām benadert. [4]
OVERLEVERING 5
Als eerst Salām geven bestrijd kapsones
Overgeleverd door ʿAbdullāh bin Masʿūd, moge Allah tevreden met hem zijn: “Degene die als eerste de groet van Salām geeft, is vrij van hoogmoed.” [5]
OVERLEVERING 6
De salām een bron voor zegeningen thuis
Anas bin Mālik, moge Allah tevreden met hem zijn, heeft overgeleverd dat de Gezant van Allah, vrede zij met hem, zei: “Mijn zoon, als je je huis binnenkomt, geef dan de groet van Salām. Het zal een zegen zijn voor jou en voor de mensen van je huishouden.” [6]
OVERLEVERING 7
Het begin en het einde met de Salām
Qatādah, moge Allah tevreden met hem zijn, heeft overgeleverd dat de Gezant van Allah, vrede zij met hem, zei: “Wanneer jullie een huis binnengaan, geef dan de groet van Salām aan de bewoners. En wanneer jullie vertrekken, neem dan afscheid van de bewoners met de groet van Salām.” [7]
OVERLEVERING 8
De Salām beschermt tegen Satan en zijn metgezellen
Jābir bin ʿAbdullāh, moge Allah tevreden met hem zijn, heeft overgeleverd dat de Gezant van Allah, vrede zij met hem, zei: “Wanneer jullie je huizen binnengaan, geeft dan de groet van Salām aan de bewoners. Noem ook de naam van Allah wanneer jullie eten. Als iemand zijn huis binnenkomt, de groet van Salām geeft en de naam van Allah noemt bij zijn eten, dan zegt de Satan tegen zijn metgezellen: ‘Voor jullie is er geen overnachting noch avondeten.’ Echter, als iemand zijn huis binnenkomt zonder de groet van Salām en de naam van Allah niet noemt bij zijn eten, dan zegt de Satan tegen zijn metgezellen: ‘Jullie hebben een overnachting en avondeten bereikt.” [8]
OVERLEVERING 9
Beantwoord de groet van Salām
ʿAbdullāh bin Masʿūd, moge Allah tevreden met hem zijn, zei: “As-Salām is een van de namen van Allah die Hij op aarde heeft gebracht. Verspreid deze naam dus onder elkaar. Wanneer een persoon de groet van Salām geeft aan mensen en zij beantwoorden hem, verwerft hij een hogere verdienste bij hen omdat hij hen herinnerde aan de vrede. Als zij hem niet beantwoorden, dan zal iemand die beter en nobeler is dan zij, hem beantwoorden (namelijk de engelen).” [9]
OVERLEVERING 10
Een waardevolle formule van de Profeet Mohammed ﷺ
ʿAbdullāh bin Salām, moge Allah tevreden met hem zijn, zei dat toen de Profeet, vrede zij met hem, Medina binnenkwam, de mensen naar hem toe stroomden en het werd gezegd: “De Gezant van Allah, vrede zij met hem, is gearriveerd! De Gezant van Allah is gearriveerd! De Gezant van Allah is gearriveerd!”. Driemaal. Dus kwam ik tussen de mensen om te kijken. Toen ik zijn gezicht duidelijk zag, wist ik dat zijn gezicht niet het gezicht van een leugenaar was. Het eerste wat ik hem hoorde zeggen toen hij sprak, was: “O mensen, verspreid de vrede, voed de hongerige, onderhoud de familiebanden, en bid ’s nachts terwijl mensen slapen; dan zullen jullie het Paradijs in vrede betreden.” [10]
OVERLEVERING 11
Dertig zegens met As Salām ʿalaikum wa Raḥmatullāh wa Barakātuh
ʿImrān bin Ḥuṣayn, moge Allah tevreden met hem zijn, heeft overgeleverd dat een man naar de Profeet, vrede zij met hem, kwam en zei: “Vrede zij met jullie.” De Profeet, vrede zij met hem, antwoordde: “Tien.” Vervolgens kwam er een ander die zei: “Vrede zij met jullie en de genade van Allah.” De Profeet, vrede zij met hem, antwoordde: “Twintig.” Daarna kwam er nog een ander die zei: “Vrede zij met jullie, de genade van Allah en Zijn zegeningen.” De Profeet, vrede zij met hem, antwoordde: “Dertig.” [11]
Deze overleveringen tonen de diepe betekenis en onschatbare waarde van de Salām binnen de islam. Ze herinneren ons aan de kracht van deze simpele groet, die niet alleen vrede en zegeningen brengt aan de ontvanger, maar ook de zender spiritueel verheft. Wees trots op deze prachtige traditie en maak er een gewoonte van om iedereen die je ontmoet met een hartelijke Salām te begroeten. Zo bouwen we samen aan een gemeenschap die gegrondvest is op liefde, respect en vrede.
[1]
حدثنا أبو بكر بن أبي شيبة حدثنا أبو معاوية ووكيع عن الأعمش عن أبي صالح عن أبي هريرة قال قال رسول الله صلى الله عليه وسلم لا تدخلون الجنة حتى تؤمنوا ولا تؤمنوا حتى تحابوا أولا أدلكم على شيء إذا فعلتموه تحاببتم أفشوا السلام بينكم وحدثني زهير بن حرب أنبأنا جرير عن الأعمش بهذا الإسناد قال قال رسول الله صلى الله عليه وسلم والذي نفسي بيده لا تدخلون الجنة حتى تؤمنوا بمثل حديث أبي معاوية ووكيع
Muslim bin al- Ḥajjāj al-Qushayrī (261 AH), Ṣaḥīḥ al-Muslim, deel 1, Kitāb al-Īmān, Bāb Bayān Annahu Lā Yadkhul al-Jannah Illā al-Mu’minūn wa ann Maḥabbat al-Mu’minīn min al-Īmān wa ann Ifshā al-Salām Sababan Liḥuṣūlihā (Caïro: Dar Ihya Al-Kutub Al-Arabiyyah, 1991), 74.
[2]
وعن أبي الدرداء قال : قال رسول الله – صلى الله عليه وسلم – : ” أفشوا السلام كي تعلوا ” . رواه الطبراني وإسناده حسن
Nūr Al-Dīn ‘Alī Bin Abī Bakr Al-Haythamī (807 AH), Majmaʾ al-Zawā’id wa Manbaʾ al-Fawā’id, deel 8, Kitāb al-Adab, Bāb Mā Jā-a fī al-Salām wa-Ifshā’ihi (Cairo, Maktabat al-Qudsi, 1994), 30.
[3]
حدثنا أبو النضر حدثنا شريك عن عياش العامري عن الأسود بن هلال عن ابن مسعود قال قال رسول الله صلى الله عليه وسلم إن من أشراط الساعة أن يسلم الرجل على الرجل لا يسلم عليه إلا للمعرفة
Aḥmad bin Ḥanbal [142 AH], Musnad al-Imām Ahmad, deel 1, Musnad al-Mukthirīn min al-Ṣaḥābah, Musnad ʿAbd Allāh Ibn Masʿūd Raḍī Allāh Taʿālā ‘ʿAnhu (Beiroet: Dar Ihya al-Turath al-Arabi, 1993), 405-6.
[4]
حدثنا محمد بن يحيى بن فارس الذهلي حدثنا أبو عاصم عن أبي خالد وهب عن أبي سفيان الحمصي عن أبي أمامة قال قال رسول الله صلى الله عليه وسلم إن أولى الناس بالله من بدأهم بالسلام
Abū Dāwūd Sulaymān bin al- Ash’ath al-Azdī al-Sijistānī (275 AH), Sunan Abī Dāwūd, deel 4, Abwāb al-Nawm, Bāb fī Faḍl Man Bada’a bi al-Salām (Beiroet: Maktaba al – ‘ Asriyya, g.d.), 81-2.
[5]
وروينا عن عبد الله بن مسعود مرفوعا : البادي بالسلام بريء من الكبر
Abū Bakr Aḥmad Ibn Al-Ḥusayn Ibn ʿAlī al-Bayhaqī, (458 AH), al-Ādāb, deel 1, Bāb Man Awwalā bi al-Ibtidā Bil-Salām (Beiroet: Muassasat al-Kutub al-Thaqafiyah, 1988), 83.
[6]
حدثنا أبو حاتم البصري الأنصاري مسلم بن حاتم حدثنا محمد بن عبد الله الأنصاري عن أبيه عن علي بن زيد عن سعيد بن المسيب عن أنس بن مالك قال قال لي رسول الله صلى الله عليه وسلم يا بني إذا دخلت على أهلك فسلم يكن بركة عليك وعلى أهل بيتك قال أبو عيسى هذا حديث حسن صحيح غريب
Abū ʿIsā Muḥammad al-Tirmidzī (279 AH), Sunan al-Tirmidzī, deel 5, Kitāb al-Isti’dzān, Wa al Ādāb, Bāb Mā Jā-a fī al-Taslīm Idzā Dakhal Baytah (Beiroet: Dar Al-kotob Al- Ilmiyah, 2017) 56.
[7]
أخبرنا أبو الحسين بن بشران أخبرنا إسماعيل بن محمد الصفار حدثنا أحمد بن منصور حدثنا عبد الرزاق أخبرنا معمر عن قتادة قال : قال النبي صلى الله عليه وسلم : ” إذا دخلتم بيتا فسلموا على أهله فإذا خرجتم فأودعوا أهله بسلام
Abū Bakr Aḥmad Ibn Al-Ḥusayn Ibn ʿAlī Al-Bayhaqī (458 AH), al-Jāmiʾ Li-Shuʾb al-Īmān al-Bayhaqī, deel 11, Al-Ḥādī wa al-Sittūn min Shuʾb al-Īmān wa Huwa Bāb fī Muqārabat Ahl al-Dīn wa Muwādatihim, Wa Ifshā’ al-Salām Baynahum, Faṣl fī Salām man Kharaja Min Baytih
(Saoedi Arabië, Maktabah al-Rushd, 2003), 231.
[8]
أخبرنا أبو جعفر محمد بن محمد البغدادي ثنا يحيى بن أيوب العلاف بمصر ثنا محمد بن الحسن بن أبي الحسن المخزومي بالمدينة حدثني عبد الله بن الحارث بن فضيل الخطمي عن أبيه عن جابر بن عبد الله – رضي الله عنهما – أن رسول الله – صلى الله عليه وسلم – قال : ” إذا دخلتم بيوتكم فسلموا على أهلها وإذا طعمتم فاذكروا اسم الله وإذا سلم أحدكم حين يدخل بيته وذكر اسم الله على طعامه يقول الشيطان لأصحابه : لا مبيت لكم ولا عشاء وإذا لم يسلم أحدكم ولم يسم يقول الشيطان لأصحابه : أدركتم المبيت والعشاء
Abū ʿAbd Allāh Muḥammad bin ʿAbd Allāh al-Ḥākim al-Naysābūrī،(405 AH), al-Mustadrak ʿAlá al-Ṣaḥīḥayn, deel 3, Barakat al-Taslīm wa al-Tasmīyah (Beiroet: Dar Al Maarifah, 1998), 166-7.
[9]
حدثنا عمر بن حفص قال : حدثنا أبي قال : حدثنا الأعمش قال : حدثنا زيد بن وهب عن عبد الله قال : إن السلام اسم من أسماء الله وضعه الله في الأرض فأفشوه بينكم إن الرجل إذا سلم على القوم فردوا عليه كانت له عليهم فضل درجة لأنه ذكرهم السلام وإن لم يرد عليه رد عليه من هو خير منه وأطيب
Muḥammad bin Ismāʿīl al-Bukhārī (256 AH), al-Adab al-Mufrad, deel 1, Bāb Man Lam Yarud Al-Salām (Riyadh: Maktaba Al-Maarif, 1998) 579.
[10]
حدثنا أبو بكر بن أبي شيبة حدثنا أبو أسامة عن عوف عن زرارة بن أوفى حدثني عبد الله بن سلام قال لما قدم النبي صلى الله عليه وسلم المدينة انجفل الناس قبله وقيل قد قدم رسول الله صلى الله عليه وسلم قد قدم رسول الله قد قدم رسول الله ثلاثا فجئت في الناس لأنظر فلما تبينت وجهه عرفت أن وجهه ليس بوجه كذاب فكان أول شيء سمعته تكلم به أن قال يا أيها الناس أفشوا السلام وأطعموا الطعام وصلوا الأرحام وصلوا بالليل والناس نيام تدخلوا الجنة بسلام
Ahmad bin Shuʿayb al-Nasā’ī (303), Sunan al-Kubrā li al-Nasā’ī, deel 2, Kitāb al-Aṭʿima Bāb Iṭʿām al-Ṭaʿām (Qatar, Wizarat al-Awqaf wa al-Shu’un al-Islamiyya al-Qatariyya, 2012), 1083.
[11]
حدثنا عبد الله بن عبد الرحمن والحسين بن محمد الحريري البلخي قالا حدثنا محمد بن كثير عن جعفر بن سليمان الضبعي عن عوف عن أبي رجاء عن عمران بن حصين أن رجلا جاء إلى النبي صلى الله عليه وسلم فقال السلام عليكم قال قال النبي صلى الله عليه وسلم عشر ثم جاء آخر فقال السلام عليكم ورحمة الله فقال النبي صلى الله عليه وسلم عشرون ثم جاء آخر فقال السلام عليكم ورحمة الله وبركاته فقال النبي صلى الله عليه وسلم ثلاثون قال أبو عيسى هذا حديث حسن صحيح غريب من هذا الوجه وفي الباب عن علي وأبي سعيد وسهل بن حنيف
Abū ʿIsā Muḥammad al-Tirmidzī (279 AH), Sunan al-Tirmidzī, deel 5, Kitāb al-Isti’dzān wa al-Ādāb, Bāb mā Dzukira fī Faḍl al-Salām (Beiroet: Dar Al-kotob Al- Ilmiyah, 2017) 51.