
De Schone Namen van Allah: as-Salam
Een van de Schone Namen van Allah is ‘as-Salām’, wat vertaald kan worden als ‘De Bron van Vrede’ of ‘De Foutloze’. Deze benaming onderstreept dat Allah vrij is van elke vorm van imperfectie en gebrek, zowel in Zijn goddelijke Wezen als in Zijn eigenschappen en daden.
De naam ‘as-Salām’ wordt één keer genoemd in de Koran, binnen de context van de Schone Namen van Allah. In soera al-Ḥashr, vers 23, staat: “Hij is Allah, er is geen god behalve Hij, de Koning, de Allerheiligste, de Foutloze.” [1]
Inhoud
- 1 Betekenis van al-Quddūs en as-Salām
- 2 As-Salām, “de Foutloze”
- 3 As-Salām, “de Bron van Vrede”
- 4 Zeg geen “Vrede zij met Allah”
- 5 De Salām van Vrouwe Khadija
- 6 Veiligheid en vrede komt uitsluitend van Allah
- 7 De zegeningen van as-Salām
- 8 De bescherming van As-Salām
- 9 De Profeet Ibrāhīm en de Salām van Allah
- 10 Het gebed van de Profeet Mohammed ﷺ
- 11 Het Huis van Vrede (Dar as-Salām)
- 12 Doe mee en nodig uit naar het Huis van Vrede
- 13 De uitnodiging van de Profeet Mohammed ﷺ
- 14 Werk aan je hogere zelf met de Schone Naam as-Salām
- 15 Maak de omkering mee
Betekenis van al-Quddūs en as-Salām
De naam ‘al-Quddūs‘ heeft een vergelijkbare betekenis met ‘as-Salām’. ‘al-Quddūs’ benadrukt namelijk de volmaakte heiligheid van Allah. Heiligheid betekent immers perfectie zonder enige tekortkoming of gebrek.
As-Salām, “de Foutloze”
De betekenis van ‘as-Salām’ benadrukt dat Allah geen tekortkomingen en gebreken heeft, omdat Hij hier niet vatbaar voor is. Dit in tegenstelling tot mensen en de gehele schepping, die wel vatbaar zijn voor gebreken en imperfecties. [2] [3] [4] [5]
Mensen kunnen ouder en zwakker worden. We worden moe en hebben slaap nodig om onszelf weer op te laden. Bovendien kunnen we ziek worden en uiteindelijk sterven. Allah is echter volledig vrij van al deze tekortkomingen.
- Zijn daden zijn vrij van kwaad en onrecht.
- Zijn bestaan is vrij van slaap en dood. Hij houdt voortdurend de gehele schepping in stand.
- Zijn kracht is vrij van moeheid of uitval.
- Zijn kennis is vrij van het verborgene. Hij weet alles wat in de aarde en de hemelen is.
- Zijn voornemen is vrij van onverstand en onwijsheid.
- Zijn woord is vrij van leugens en onderdrukking.
- Zijn onafhankelijkheid is vrij van elke vorm van behoefte en afhankelijkheid.
- Zijn goddelijkheid is vrij van gelijken, deelgenoten en partners.
- Zijn geduld en vergeving zijn vrij van enige behoefte of gevoeligheid voor vleierij.
- Zijn straf is vrij van onrechtvaardigheid of wrok.
- Zijn besluit en lot zijn vrij van willekeur en onrecht.

As-Salām, “de Bron van Vrede”
Een andere betekenis van as-Salām is ‘De Bron van Vrede’. Hiermee wordt de Goddelijke eigenschap van Allah van wie bescherming en veiligheid wordt verlangt. [6]
Sufyān bin ʿUyaynah (198 AH) heeft het volgende overgeleverd: “Er zijn drie gelegenheden die een mens intens schrik aanjagen:
- Ten eerste de dag waarop een kind geboren wordt, omdat het zichzelf vindt verwijderd uit zijn veilige en vertrouwde omgeving (waar het negen maanden heeft doorgebracht).
- Ten tweede de dag dat een mens sterft, op die dag ziet hij wezens die hij nooit eerder heeft gezien (namelijk de engelen).
- Ten derde, wanneer een mens weer tot leven wordt gewekt en zichzelf terugvindt in een grote verzameling (namelijk de dag des oordeels).”
“Allah, de Heer van Majesteit en Eer, heeft Zijn Profeet Yaḥyā (Johannes) op al deze drie gelegenheden gezegend met veiligheid en eer. Zo staat in soera Maryam, vers 15:
“En vrede (Salām) zij met hem op de dag dat hij werd geboren, en op de dag dat hij sterft, en op de dag dat hij weer tot leven gewekt wordt.”
Dit vers wijst erop dat Allah zijn Profeet Yaḥyā op deze drie kritieke momenten heeft behoed voor angst en hem veiligheid heeft geschonken. [7] [8]
We weten dat Allah hetzelfde zal doen met de gelovigen, want wanneer de engelen de zielen van de gelovigen in ontvangst nemen, brengen ze hen het goede nieuws dat ze het Paradijs zullen binnengaan. Ze stellen hen gerust met het nieuws dat ze zijn verlost van bestraffing en vuur.
In de Koran, soera al-Naḥl, vers 32, zegt Allah: “Zij, wiens zielen door de engelen worden genomen in een staat van zuiverheid, wordt verteld: ‘Vrede (Salām) zij met jullie, treed het Paradijs binnen als beloning voor wat jullie hebben gedaan.” [9]
Zeg geen “Vrede zij met Allah”
Allah is As-Salām, de Bron van Vrede. Alle vrede komt van Hem. Daarom is het niet gepast om vrede aan Allah toe te wensen. Op een keer baden de metgezellen achter de Profeet Mohammed, vrede zij met hem. Ze wensten de aartsengelen Jibrīl (Gabriël) en Mikā’īl (Michaël) vrede toe en deden daarna hetzelfde bij Allah. Hierop corrigeerde de Profeet, vrede zij met hem, zijn metgezellen. De volgende overlevering onderstreept deze gebeurtenis:
Abdullāh bin Masʿūd zei: We waren aan het bidden achter de Profeet, vrede zij met hem, en zeiden: “Vrede zij met Allah.” De Profeet, vrede zij met hem, zei toen: “Allah is de Vrede (As-Salām), maar zeg in plaats daarvan: Alle heilgroeten zijn voor Allah, evenals de zegenbeden en verheerlijkingen. Vrede (as- Salām) zij met u, o Profeet, en met Allah’s barmhartigheid en zegeningen. Vrede (As-Salām) zij met ons en met de rechtvaardige dienaren van Allah. Ik getuig dat er geen god is dan Allah, en ik getuig dat Mohammed Zijn Dienaar en Gezant is.” [10]
De Salām van Vrouwe Khadija
Vrouwe Khadija, de Moeder van de Gelovigen, is de gezegende vrouw aan wie via de aartsengel Jibrīl de vredesgroet van Allah werd overgebracht. Normaal gesproken beantwoordt men een vredesgroet met ‘en vrede zij met u’, maar Vrouwe Khadija begreep dat het niet passend was om de vredesgroet aan Allah op deze manier terug te sturen. De volgende overlevering verduidelijkt dit inzicht.
De metgezel Anas bin Mālik vertelde: (De engel) Jibrīl (Gabriël) kwam naar de Profeet, vrede zij met hem, terwijl Khadija bij hem was en zei: ‘Allah laat Khadija groeten met de vrede.’ Waarop Khadija antwoordde: ‘Allah is de Bron van alle vrede (as-Salām). En vrede zij met u, Jibrīl, en met u, vrede en de genade van Allah.” [11]
Vrouwe Khadija zei: “Allah is de Vrede, van Hem komt de vrede, en vrede zij met Jibrīl.” Deze uitspraak weerspiegelt haar diepgaande begrip. Ze begreep dat het niet passend is om de vredegroet aan Allah terug te sturen, zoals men dat normaliter doet. Vrede is namelijk een gebed om veiligheid. Haar woorden impliceren daarom: “Allah is de Bron van Vrede. Hoe zou ik ‘vrede zij met Hem’ kunnen zeggen, als de vrede van Hem wordt gevraagd en door Hem wordt gegeven?” [12]

Veiligheid en vrede komt uitsluitend van Allah
Veiligheid en vrede zijn volledig afhankelijk van as-Salām. Zonder Zijn bescherming falen zelfs onze meest doordachte plannen. Dagelijks worden we geconfronteerd met talloze gevaren. Deze variëren van verborgen risico’s in onze eigen huizen tot bedreigingen in openbare ruimtes.
Elektriciteit, water en gas zijn essentieel voor ons dagelijks leven, maar kunnen levensgevaarlijk zijn. Toch houdt de goddelijke bescherming van as-Salām ons veilig. Zonder Zijn tussenkomst zou geen enkel huis veilig zijn. Een klein incident, zoals een brandende kaars die omvalt of een losse baksteen, kan catastrofale gevolgen hebben. Zelfs het eten dat we genieten kan ons verstikken en water kan verdrinkingsgevaar opleveren.
Als we buiten op straat lopen, kunnen we aangereden worden door een auto. Er zou zomaar een boom op ons kunnen neervallen. Tijdens het rijden kunnen we betrokken raken bij een dodelijk ongeval. Een dokter kan ons de verkeerde medicijnen voorschrijven. Een chirurg kan mij aanzien voor een verkeerde patiënt en per ongeluk mijn gezonde been amputeren. Er zijn tal van scenario’s denkbaar die potentieel dodelijk of verwoestend kunnen zijn.
De zegeningen van as-Salām
Deze risico’s zijn reëel, maar dankzij de genade van as-Salām blijven we beschermd. Al onze veiligheid, zowel de zichtbare als de onzichtbare, is rechtstreeks te danken aan Zijn zegeningen.
Bovendien zijn er heel veel scenario’s die duidelijk het werk van as-Salām illustreren. Neem bijvoorbeeld het geval waarin je een ernstig ongeluk hebt gehad, maar wonder boven wonder ongedeerd bent gebleven. Of het scenario waarbij je in een vliegtuig zat dat dreigde neer te storten, maar iedereen heeft het overleefd. Een arme vrouw die op straat werd aangevallen, werd gered door een hond. Je stikte bijna in je eten terwijl je in een restaurant was, maar toevallig was er een dokter aanwezig die je leven redde door je van verstikking te bevrijden. Al deze gebeurtenissen tonen de genade van as-Salām aan in situaties die anders fataal zouden kunnen aflopen.
De bescherming van As-Salām
Tijdens een periode van politieke onrust brak er sektarische muiterij uit. Een sektarische opstandeling probeerde een moordaanslag te plegen op ʿAmr bin al-ʿĀṣ, een metgezel van de Profeet Mohammed, vrede zij met hem, die op dat moment gouverneur van Egypte was.
De opstandeling posteerde zich, gewapend met een zwaard, bij de residentie van ʿAmr bin al-ʿĀṣ, in de hoop hem te doden zodra hij naar buiten zou komen om het ochtendgebed te leiden. Allah had echter andere plannen en wilde ʿAmr bin al-ʿĀṣ beschermen. Die nacht kreeg de gouverneur buikpijn, waardoor hij niet in staat was naar de moskee te gaan. In zijn plaats ging zijn rechter, Khārijah bin Ḥudzafah, naar het gebed.
Toen de moordenaar Khārijah naar buiten zag komen, en dacht dat het ʿAmr was, doodde hij hem. Na zijn arrestatie kwam de moordenaar erachter dat hij Khārijah bin Ḥudzafah had gedood en niet ʿAmr bin al-ʿĀṣ. Hij verklaarde: “Ik had het gemunt op ʿAmr, maar het was Allah’s wil dat Khārijah stierf.” [13]
Dit voorval laat zien dat een vijand, hoe vastberaden ook, niemand kan doden. Als Allah zijn bescherming opheft, kan iemand onbedoeld slachtoffer worden. Hieruit blijkt dat ware veiligheid enkel van Allah komt.

De Profeet Ibrāhīm en de Salām van Allah
De profeet Ibrāhīm (Abraham), vrede zij met hem, had koning Nimrod in een debat over Allah en de afgoden verslagen. Dit maakte koning Nimrod woest. Hij beval zijn mensen een ommuurde ruimte te bouwen en daar hout in te verzamelen. Het idee was om de Profeet Ibrāhīm daarin te verbranden. Direct na Nimrods bevel werd een dergelijk gebouw nabij een zestig meter hoge berg gebouwd.
Een maand lang verzamelde iedereen hout en uiteindelijk werd het in brand gestoken. Ze hielden het vuur zeven dagen lang brandende en bleven olie toevoegen. De vlammen laaiden zo hoog op dat elke vogel die eroverheen vloog, verbrandde. Toen ze zich afvroegen hoe ze Ibrāhīm in het vuur konden werpen, verscheen Satan en leerde hen hoe ze een katapult konden maken.
Toen deze gereed was, werd Abraham geketend en in de katapult geplaatst, die aan de ene kant van de berg stond, terwijl het vuur aan de andere kant brandde. Toen de ongelovigen hem in het vuur begonnen te werpen, bad Ibrāhīm: ‘O Allah! Er is geen godheid behalve U, U bent heilig, alle lof is voor U, en het koningschap is alleen van U, U heeft geen deelgenoten.’ Toen de ongelovigen hem in het vuur wierpen, sprak Allah tot het vuur: ‘Wees koel en veilig (Salām) voor Ibrāhīm.’ Zo verbrandde het vuur enkel zijn ketens weg, terwijl het hem verder ongedeerd liet. [14] [15]
Koranuitleggers hebben gezegd dat het vuur dusdanig koud werd voor de Profeet dat het hem bijna doodde, totdat Allah zei: ‘Wees vredig (Salām) voor Ibrāhīm.’ [16]

Het gebed van de Profeet Mohammed ﷺ
We beschouwen vrede en veiligheid vaak als vanzelfsprekend, maar is dat wel terecht? Vrede en veiligheid zijn in werkelijkheid een grote gunst van Allah. Een vredige situatie kan binnen enkele seconden volledig omslaan in een onveilige en gevaarlijke situatie.
Om ons eraan te herinneren dat we altijd om Allah’s Salām moeten vragen, bad de Profeet Mohammed, vrede zij met hem, consequent tot Allah met Zijn Schone Naam ‘as-Salām’. Deze gewoonte van de Profeet wordt onderstreept door de volgende overlevering:
Thawbān zei dat de Gezant van Allah, vrede zij met hem, na het voltooien van zijn gebed drie keer om vergeving vroeg. Hij zei: “O Allah, U bent de Vrede (as-Salām) en van U komt de Vrede (as-Salām). Gezegend bent U, O Heer van Majesteit en Eer.” [17]
Vanwege de heilzame werking van deze Schone naam hebben de heiligen en geleerden nog meer gebeden aan dit prachtig gebed toegevoegd, zoals geven ze de instructie om na elk gebed het volgende smeekbede te reciteren:
“O Allah, zegen de Profeet Mohammed en het gezin van de Profeet Mohammed, en schenk vrede (salām). O Allah, U bent de Vrede (as- Salām). En van U komt de Vrede (as- Salām). En tot U keert de Vrede (as- Salām) terug. Laat ons leven, onze Heer, in vrede (as- Salām). En laat ons binnen in het huis van vrede (as- Salām). Heilig bent U, O Heer van Majesteit en Eer.” [18]
Het Huis van Vrede (Dar as-Salām)
Allah is de Bron van Vrede en Veiligheid. Zo geeft hij ons zijn vrede en veiligheid op deze op aarde, onze tijdelijke verblijfplaats. Voor het eeuwige leven dat volgt, heeft Hij voor Zijn rechtschapen dienaren een veilig thuis voorbereid. Hij heeft de mensen naar zijn Huis van Salam uitgenodigd. Allah zegt in soera Yūnus, vers 10:
“En Allah nodigt uit naar het huis van vrede (Dar as-Salām) en leidt wie Hij wil naar het rechte pad.” [19]
Het Huis van Vrede (Dar as-Salām) is vernoemd naar de Allah’s Schone Naam ‘as-Salām. Het verwijst naar een plaats waar volledige veiligheid en rust heerst. Er is geen pijn, geen verdriet, geen zorgen, geen ziekte, en geen angst voor vernietiging of verandering. Hiermee wordt het Paradijs bedoeld. Het Paradijs wordt ‘Het Huis van Vrede” genoemd omdat iedereen daar volledige vrede en rust zal ervaren. [20]

Doe mee en nodig uit naar het Huis van Vrede
Allah heeft de mensen naar zijn huis van Salām uitgenodigd. Evenzo zou elke moslim anderen moeten uitnodigen naar dit Huis van Vrede. Het is een zegenrijke handeling die Allah Zelf uitvoert. Alleen iemand die liefdevol, meegaand is en het welzijn van anderen wenst, nodigt uit naar veiligheid en vrede.
Wie kan liefdevoller en genadiger zijn dan Allah en Zijn Gezant, vrede zij met hem? Wanneer je anderen uitnodigt naar de weg van veiligheid, komt deze daad voort uit compassie en barmhartigheid, wat je roeping nog meer versterkt. Echter, niet iedereen zal deze uitnodiging positief ontvangen.
Sommigen kunnen reageren met beledigingen, je misschien blokkeren, aanvallen, belachelijk maken of kleineren. In sommige gevallen kunnen mensen uit jaloezie proberen je te ondermijnen. Anderen denken misschien dat zij de enigen zijn die het recht hebben om naar het huis van vrede te roepen. Dit is ongetwijfeld een vreemd fenomeen, maar het is een harde realiteit.
Desondanks mogen we ons niet laten ontmoedigen en moeten we volharden, zoals de traditie van de Profeet Mohammed, vrede zij met hem, ons leert. Allah zal grote beloningen geven voor dit geduld en ons leiden naar ongekende successen. Het is essentieel om mensen naar de islam uit te nodigen zonder ons op te dringen. Voor alles is er een juiste manier, dus ook voor het uitnodigen.
De uitnodiging van de Profeet Mohammed ﷺ
De Profeet Mohammed, vrede zij met hem, onze redder, gebruikte eens een allegorie om zijn relatie met de mensen te illustreren. Hij vergeleek zichzelf met een man die een vuur had aangestoken en de mensen met motten die door het vuur worden aangetrokken. Motten zijn insecten die door het vuur betoverd raken en er rechtstreeks in vliegen, wat tot hun ondergang leidt.
De Profeet nodigde de mensen uit naar het Huis van Vrede en probeerde hen te weerhouden zich in wereldse zaken te storten. Echter, de mensen luisterden niet. Verblind door de wereld stortten ze zich in hun ondergang, ondanks zijn pogingen om hen tegen te houden. Hoezeer hij ook probeerde, vaak werd hij door hun aantal overweldigd. De overlevering luidt als volgt:
Abu Hurayrah, moge Allah tevreden met hem zijn, hoorde dat de Gezant van Allah, vrede zij met hem, vertellen: “Mijn voorbeeld en dat van de mensen is als dat van een man die een vuur aanstak. Toen het vuur alles om zich heen verlichtte, begonnen motten en andere insecten in het vuur te vallen. De man deed zijn uiterste best om ze tegen te houden, maar ze overweldigden hem en stortten zich in het vuur. De Profeet, vrede zij met hem, voegde toe: Net zo houd ik jullie bij de riemen vast om te voorkomen dat jullie in het vuur vallen, maar jullie staan erop om er toch in te springen.” [21]

Werk aan je hogere zelf met de Schone Naam as-Salām
De Profeet Mohammed, vrede zij met hem, zei: “Een moslim is die van wie zijn tong en hand andere moslims veilig zijn.” [22]
Het is inderdaad zo dat wat in ons hart leeft, tot uitdrukking komt via onze woorden of daden. Als we blij zijn met iemand, geven we een compliment of een knuffel. Als we boos zijn, kunnen we nare dingen zeggen of zelfs tot fysiek geweld overgaan.
Om onze hogere zelf te bereiken, moeten we ons lagere zelf verbeteren. Dit doen we door ons hart te bevrijden van bedrog, haat, jaloezie en kwade intenties. Op deze manier bevrijden we onze ledematen van zonden en verboden handelingen. We werken aan de ontwikkeling van ons hogere zelf door nieuwe, goede karaktereigenschappen te ontwikkelen en slechte te elimineren. Wanneer we een schoon en puur hart hebben ontwikkeld, zullen we as-Salām op de juiste wijze benaderen. [5]

Maak de omkering mee
Dit vereist eerst een omkering van onze huidige toestand. Met ‘omkering’ bedoelen we dat ons hart niet gevangen wordt door woede en passie. Dit betekent dat deze emoties niet de overhand hebben. In plaats daarvan moeten we grip krijgen op deze emoties, ze beheersen zodat ze ons niet kunnen overmeesteren. Wanneer je dit niveau bereikt, ben je als een koning die alles onder controle heeft, in plaats van een slaaf die door emoties wordt geleid.
Wanneer je zo’n omkering hebt doorgemaakt, bevind je je in de juiste balans. Zonder deze balans zou er chaos ontstaan, vergelijkbaar met een wereld waarin kinderen de ouders zijn en de ouders de kinderen, of waarin studenten lesgeven en leraren leren van de studenten. Dit zou onwerkbaar zijn vanwege onbekwaamheid.
Evenmin kan er sprake zijn van welzijn of ‘islam’ als we niet bevrijd zijn van het kwaad dat we spreken of uitvoeren met onze handen. Hoe kan iemand met een puur en zuiver hart gezien worden als beschermer, als hij niet vrij is van zijn lagere zelf? [5]
De betekenis van as-Salām reikt verder dan theologische kaders en raakt de kern van het dagelijks leven en spirituele streven van de gelovigen. De Naam as-Salām is een uitnodiging aan eenieder om zich te richten op innerlijke zuivering en spirituele ontwikkeling. Door deze goddelijke eigenschap te weerspiegelen in onze daden en intenties, kunnen we bijdragen aan een meer vreedzame wereld en dichter bij het bereiken van onze hogere zelf komen.
[1]
هُوَ اللَّهُ الَّذِي لَا إِلَٰهَ إِلَّا هُوَ الْمَلِكُ الْقُدُّوسُ السَّلَامُ
Koran, 59:23.
[2]
فالسلامة : أن يسلم الإنسان من العاهة والأذى . قال أهل العلم : الله جل ثناؤه هو السلام ; لسلامته مما يلحق المخلوقين من العيب والنقص والفناء
Abū al-Ḥusayn Aḥmad ibn Fāris ibn Zakarīyā al-Qazwīnī al-Rāzī (395 AH), Muʾjam Maqāyīs al-Lughah, deel 9, Kitāb al-Sīn, Bāb al-Sīn wa al-Lām wa-Mā Yathluthu-humā (Beiroet: Dar Al Jil, 1999), 9.
[3]
والسلام : السلامة . والسلام : الله عز وجل اسم من أسمائه لسلامته من النقص والعيب والفناء ; حكاه ابن قتيبة وقيل : معناه أنه سلم مما يلحق الغير من آفات الغير والفناء وأنه الباقي الدائم الذي تفنى الخلق ولا يفنى وهو على كل شيء قدير
Ibn Manẓūr (711 AH), Lisān al-ʿArab, deel 7, Ḥarf al-Sīn, sa-li-ma (Beiroet: Dar Sader, 2003), 241.
[4]
والسلام من أسماء الله تعالى وضع المصدر موضع الاسم مبالغة والمعنى أنه سالم من كل عيب وآفة ونقص وفساد
Aḥmad bin ʿAlī bin Ḥajar al-Asqalānī (852 AH), Fatḥ al-Bārī Sharḥ Ṣaḥīḥ al-Bukhārī, deel 2, Abwāb Ṣifat al-Ṣalāh Bāb al-Tashahhud fī al-Ākhirah (Caïro: Dar al-Rayyan lil-Turath, 1986), 366.
[5]
السلام هو الذي تسلم ذاته عن العيب وصفاته عن النقص وافعاله عن الشر حتى اذا كان كذلك لم يكن في الوجود سلامة الا وكانت معزية اليه صادرة منه وقد فهمت ان افعاله تعالى سالمة عن الشر اعني الشر المطلق المراد لذاته لا لخير حاصل في ضمنه اعظم منه وليس في الوجود شر بهذه الصفة كما سبق الايماء اليه الا لله سبحانه
تنبيه كل عبد سلم عن الغش والحقد والحسد وارادة الشر قلبه وسلمت عن الاثام والمحظورات جوارحه وسلم عن الانتكاس والانعكاس صفاته فهو الذي ياتي الله تعالى بقلب سليم وهو السلام من العباد القريب في وصفه من السلام المطلق الحق الذي لا مثنوية في صفته واعني بالانتكاس في صفاته ان يكون عقله اسير شهوته وغضبه اذ الحق عكسه وهو ان تكون الشهوة والغضب اسير العقل وطوعه فاذا انعكس فقد انتكس ولا سلامة حيث يصير الامير مامورا والملك عبدا ولن يوصف بالسلام والاسلام الا من سلم المسلمون من لسانه ويده فكيف يوصف به من لم يسلم هو من نفسه
Abū Ḥāmid Muḥammad ibn Muḥammad al-Ghazālī al-Ṭūsī ( 505 AH), al-Maqṣad al-Asnā fī Sharḥ Maʿānī Asmā Allāh al-Ḥusnā, al- Salām (Cyprus, Aljaffan-aljabi, 1987), 69-70.
[6]
وعن الجبائي هو الذي ترجى منه السلامة
Maḥmūd Shihāb al-Dīn Abū al-Thanā al- al-Alūsī (1270 AH), Rūḥ al-Maʿānī fī Tafsīr al-Qur‘ān al-ʿAẓīm wa al-Sabaʾ al-Mathānī (Tafsīr al- Alūsī), deel 28, Tafsīr Sūrat al-Ḥashr, Tafsīr Qawlih Taʿālā Huwa Allāh al-Ladzī Lā Ilāha Illā Huwa al-Mālik al-Quddūs al-Salām (Beiroet: Dar Ihya al-Turath al-Arabi, g.d.) 63.
[7]
وَسَلَامٌ عَلَيْهِ يَوْمَ وُلِدَ وَيَوْمَ يَمُوتُ وَيَوْمَ يُبْعَثُ حَيًّا (15)
Koran, 19:15.
[8]
قال سفيان بن عيينة : أوحش ما يكون الخلق في ثلاثة مواطن يوم يولد فيرى نفسه خارجا مما كان فيه ويوم يموت فيرى قوما ما شاهدهم قط ويوم يبعث فيرى نفسه في محشر عظيم فأكرم الله يحيى عليه الصلاة والسلام فخصه بالسلام عليه في هذه المواطن الثلاثة
Fakhr al-Dīn al-Rāzī (606 AH), al-Tafsīr al-Kabīr, deel 21, Sūrat Maryam Qawluh Taʿālā Yā Yaḥyā Khudz al-Kitāb bi-Quwwatin Wa Ātaynāhu al-Ḥukma Ṣabīyān (Beiroet: Dar al kotob al Ilmiyah, 2004), 165.
[9]
الَّذِينَ تَتَوَفَّاهُمُ الْمَلَائِكَةُ طَيِّبِينَ ۙ يَقُولُونَ سَلَامٌ عَلَيْكُمُ ادْخُلُوا الْجَنَّةَ بِمَا كُنتُمْ تَعْمَلُونَ (32)
Koran, 16:32.
[10]
حدثنا أحمد بن يونس حدثنا زهير حدثنا مغيرة حدثنا شقيق بن سلمة قال قال عبد الله كنا نصلي خلف النبي صلى الله عليه وسلم فنقول السلام على الله فقال النبي صلى الله عليه وسلم إن الله هو السلام ولكن قولوا التحيات لله والصلوات والطيبات السلام عليك أيها النبي ورحمة الله وبركاته السلام علينا وعلى عباد الله الصالحين أشهد أن لا إله إلا الله وأشهد أن محمدا عبده ورسوله
Muḥammad bin Ismāʿīl al-Bukhārī (256 AH), Ṣaḥīḥ al-Bukhārī, deel 6, Kitāb al-Tawḥīd, Bāb Qawl Allāh Taʿālā al-Salām al-Mu’min (Beiroet: Dar Ibn Kathir, 1993) 2688.
[11]
أخبرني أحمد بن فضالة أخبرنا عبد الرزاق أخبرنا جعفر بن سليمان عن ثابت عن أنس قال : جاء جبريل إلى النبي صلى الله عليه وسلم وعنده خديجة وقال : ” إن الله يقرئ خديجة السلام فقالت : إن الله هو السلام وعلى جبريل السلام وعليك السلام ورحمة الله
Ahmad bin Shuʿayb al-Nasā’ī (303), Sunan al-Kubrā li al-Nasā’ī, deel 10, Kitāb ʿAmal al-Yawm wa al-Laylah, Mā Yaqūl Idzā Qīla Lahu Inn Fulānan Yaqraʼu ʿalayka al-Salām (Qatar, Wizarat al-Awqaf wa al-Shu’un al-Islamiyya al-Qatariyya, 2012), 155.
[12]
وقول خديجة : الله السلام ، ومنه السلام ، وعلى جبريل السلام ، علمت بفقهها أن الله سبحانه لا يرد عليه السلام ، كما يرد على المخلوق ؛ لأن السلام دعاء بالسلامة فكان معنى قولها : الله السلام ، فكيف أقول عليه السلام ، والسلام منه يسئل ، ومنه يأتي ؟ ولكن على جبريل السلام ، فالذي يحصل من هذا الكلام من الفقه أنه لا يليق بالله سبحانه إلا الثناء عليه ، فجعلت مكان رد التحية على الله ثناءً عليه
Abū Al-Qāsim ʿAbd al-Raḥmān Ibn ʿAbd Allāh Ibn Aḥmad Al-Suhaylī (581AH), al-Rawḍ al-Anf fī Sharḥ al-Sīrah al-Nabawīyah, deel 2, Islām Khadījah Bint Khuwaylid (Beiroet: Dar Ihya al-Turath al-Arabi, 1992), 432.
[13]
خارجة بن حذافة بن غانم: بن عامر بن عبد اللَّه بن عبيد بن عويج، بفتح أوله وآخره جيم، ابن عديّ بن كعب بن لؤيّ. أمه فاطمة بنت عمرو بن بجرة العدويّة. وكان أحد الفرسان قيل: كان يعد بألف فارس، وهو من مسلمة الفتح، وأمدّ به عمر عمرو بن العاص، فشهد معه فتح مصر، واختط بها. وكان على شرطة عمرو بن العاص، فيقال: إن عمرو بن العاص استخلفه على الصّلاة ليلة قتل علي بن أبي طالب، فقتله الخارجيّ الّذي انتدب لقتل عمرو بن العاص، وقال: أردت عمرا وأراد اللَّه خارجة.
Muḥammad Ibn Saʾd ibn Munīʾ al-Hāshimī al-Baṣrī (230 AH), al-Ṭabaqāt al-Kubrā, deel 2, al-Ṭabaqah Aṯ-Ṯāniyah: Man Lahum Islām Qadīm (Beiroet: Dar Al-kotob Al- Ilmiyah,1990), 189.
[14]
جب نمرود کو مناظرہ میں شکست ہوئی تو اپنی رعایا کوحکم دیا کہ ایک چہار دیواری بناؤ اور اس میں لکڑیاں جمع کرو تا کہ ابراہیم کو اس میں ڈال کر جلا دیا جائے۔ نمرود کا حکم ملتے ہی ساٹھ گز اونچا پہاڑ کے قریب ایک ایسنا مکان بنایا گیا اور سب لوگ لکڑیاں جمع کر کے لانے لگے، ایک مہینے تک سب مل کر لکڑیاں جمع کرتے رہے اور پھر اس میں آگ لگا دی ، ساے دن تک آگ جلاتے رہے اور گھی ڈالتے رہے، جب اس آگ کی لپیٹیں اتنی اونچی ہو گئیں کہ جو پرند بھی اس کے اوپر سے گذرتا جل کر خاکستر ہو جاتا ، اب حیران تھے کہ آپ کو کس طرح اس آگ میں ڈلا جائے ، اسی درمیان شیطان مردود ظاہر ہوا اور گوپھن بنانا سکھایا، جب یہ تیار ہوگئی تو آپ کو زنجیریں پہنا کر اس میں بٹھایا گیا ، آگ پہاڑ کے ایک طرف تھی اور گوپھن کو پہاڑ پر رکھا گیا … جب کافر آپ کو آگ میں ڈالنے لگے تو آپ نے پڑھا: اے اللہ ! تیرے سوا کوئی معبود نہیں، تیری ذات پاک ہے، تیرے لیے ہی حمد ہے اور تیرے لیے ہی بادشاہت، تیرا کوئی شریک نہیں، پھر کافروں نے آپ کو آگ میں ڈال دیا۔ اللہ تعالی نے آگ سے فرمایا : اے آگ تو ابراہیم پر ٹھنڈی اور سلامتی والی ہو جا ، لہذا آگ نے آپ کی زنجیروں کے علاوہ کسی دوسری چیز پر اثر تک نہ کیا.
Mohammad Haneef Khan Rizvi, Islamic Summer Class, Hazrat Ibrahim ʿalayhis Salām (India: Imam Ahmad Raza Academy, 2011), 38.
[15]
قُلْنَا يَا نَارُ كُونِي بَرْدًا وَسَلَامًا عَلَىٰ إِبْرَاهِيمَ (69)
Koran, 21:69.
[16]
حدثنا محمد بن بشار قال : ثنا مؤمل قال : ثنا سفيان عن الأعمش عن شيخ عن علي بن أبي طالب رضي الله عنه في قوله قلنا يا نار كوني بردا وسلاما على إبراهيم قال : بردت عليه حتى كادت تقتله حتى قيل : وسلاما قال : لا تضريه .
Muḥammad ibn Jarīr al-Ṭabarī (310 AH), Tafsīr al-Ṭabarī, deel 18, Tafsīr Sūrat al-Anbiyā, al-Qawl fī Ta’wīl Qawlihi Taʿālā ‘Qālū Ḥarriqūhu wa Anṣurū Ālihatikum in Kuntum Fāʿilīn (Cairo: Dar al-Hijr, 2011), 566.
[17]
حدثنا داود بن رشيد حدثنا الوليد عن الأوزاعي عن أبي عمار اسمه شداد بن عبد الله عن أبي أسماء عن ثوبان قال كان رسول الله صلى الله عليه وسلم إذا انصرف من صلاته استغفر ثلاثا وقال اللهم أنت السلام ومنك السلام تباركت ذا الجلال والإكرام قال الوليد فقلت للأوزاعي كيف الاستغفار قال تقول أستغفر الله أستغفر الله
Muslim bin al- Ḥajjāj al-Qushayrī (261 AH), Ṣaḥīḥ al-Muslim, deel 1, Kitāb al-Masājid wa-Mawāḍiʾ al-Ṣalā, Bāb Istiḥbāb al-Dzikr Baʾd al-Ṣalāh wa Bayān Ṣifatih (Caïro: Dar Ihya Al-Kutub Al-Arabiyyah, 1991), 414.
[18]
أما الأدعية فكلما يفرغ من صلاته فليبدأ وليقل : اللهم صل على محمد وعلى آل محمد وسلم اللهم أنت السلام ومنك السلام وإليك يعود السلام حينا ربنا بالسلام وأدخلنا دار السلام تباركت يا ذا الجلال والإكرام
Muḥammad al-Ḥusaynī Murtaḍā al-Zabīdī (1205 AH), Itḥāf al-Sādah al-Muttaqīn bi-Sharḥ Iḥyā ʿUlūm, deel 5, Rubʾ al-ʿIbādāt Kitāb Tartīb al-Awrād wa Tafṣīl Iḥyā al-Layl al-Bāb al-Awwal fī Faḍīlat al-Awrād wa-Tartībihā wa Aḥkāmihā Bayān Aʾdād al-Awrād fī al-Layl wa al-Nahār wa-Tartībihā Bayān Awrād al-Nahār al-Sabʾ (Beiroet: Mu’assasat At-Tarikh Al-‘Arabi, 1994), 129.
[19]
وَاللَّهُ يَدْعُو إِلَىٰ دَارِ السَّلَامِ وَيَهْدِي مَن يَشَاءُ إِلَىٰ صِرَاطٍ مُّسْتَقِيمٍ (25)
Koran, 10:25.
[20
دار السلام أي إلى الجنة . قال قتادة والحسن : السلام هو الله وداره الجنة ; وسميت الجنة دار السلام لأن من دخلها سلم من الآفات
Shams al-Dīn Muḥammad ibn Aḥmad al-Anṣārī al-Qurṭubī (671 AH), Tafsīr al-Qurṭubī, deel 8, Sūrat Yūnus Qawluhu Taʿālā wa Allāh Yadʿū Ilā Dār Al-Salām (Beiroet: Dar al- Fikr, 2019), 242.
[21]
حدثنا أبو اليمان أخبرنا شعيب حدثنا أبو الزناد عن عبد الرحمن أنه حدثه أنه سمع أبا هريرة رضي الله عنه أنه سمع رسول الله صلى الله عليه وسلم يقول إنما مثلي ومثل الناس كمثل رجل استوقد نارا فلما أضاءت ما حوله جعل الفراش وهذه الدواب التي تقع في النار يقعن فيها فجعل ينزعهن ويغلبنه فيقتحمن فيها فأنا آخذ بحجزكم عن النار وهم يقتحمون فيها
Muḥammad bin Ismāʿīl al-Bukhārī (256 AH), Ṣaḥīḥ al-Bukhārī, deel 5, Kitāb Al-Riqāq, Bāb al-Intihā ʿAn al-Maʿāṣī (Beiroet: Dar Ibn Kathir, 1993) 2379.
[22]
حدثنا أبو نعيم حدثنا زكرياء عن عامر قال سمعت عبد الله بن عمرو يقول قال النبي صلى الله عليه وسلم المسلم من سلم المسلمون من لسانه ويده والمهاجر من هجر ما نهى الله عنه
Muḥammad bin Ismāʿīl al-Bukhārī (256 AH), Ṣaḥīḥ al-Bukhārī, deel 5, Kitāb Al-Riqāq, Bāb al-Intihā ʿAn al-Maʿāṣī (Beiroet: Dar Ibn Kathir, 1993) 2379.