
De Schone Namen van Allah: al- Rahman en al- Rahim
Inhoud
- 1 Allah’s genade is allesomvattend
- 2 De genade van Allah is onmetelijk
- 3 Allah is meer genadig dan een moeder voor haar kind
- 4 Het verschil tussen al- Raḥmān en al-Raḥīm
- 5 Uitingen van de Goddelijke barmhartigheid en genade
- 6 Wat kunnen we leren van de naam al- Raḥmān
- 7 Wat kunnen we leren van de naam al- Raḥīm
- 8 Wees genadig en ontvang genade
- 9 Spirituele voordelen van al-Raḥmān
- 10 Spirituele voordelen van al-Raḥīm
- 11 Tot slot …
Allah’s genade is allesomvattend
De volgende twee Schone Namen van Allah, al-Raḥmān en al-Raḥīm, staan respectievelijk voor ‘de Barmhartige’ en ‘de Genadevolle’. Beide zijn afgeleid van het begrip ‘genade’. Ieder schepsel, of het nu groot of klein is, is afhankelijk van Zijn barmhartigheid en genade.
Allah’s genade is allesomvattend, wat inhoudt dat Hij degenen in nood overvloedig zegent met Zijn grenzeloze goedheid en hen voorziet van speciale aandacht en gunsten. Zijn genade strekt zich uit tot alle schepselen, waardig of onwaardig. Geen enkel deeltje of grassprietje is uitgesloten van Zijn barmhartigheid. zo stelt Allah in soera al- Aʾrāf, vers 156 is vermeld:
“Mijn barmhartigheid omvat alles.” [1]
De genade van Allah is onmetelijk
De genade en barmhartigheid van Allah zijn onmetelijk en overweldigend. Hij heeft deze mooie eigenschappen ook aan Zijn schepping verleend, waardoor wij in staat zijn mededogen en barmhartigheid te tonen. Echter, onze menselijke barmhartigheid en genade kunnen niet vergeleken worden met die van Allah. Niets is immers zoals Hij. Wat wij aan barmhartigheid bezitten, is niet eens een druppel in de oceaan van Allah’s genade. De Profeet Mohammed -vrede zij met hem- heeft dit treffend verwoord:
“Voorwaar, Allah, de Verhevene, bezit honderd vormen van genade. Hij heeft er slechts één naar de djinn, mensen, dieren en insecten gestuurd. Deze ene vorm stelt hen in staat om mededogen te tonen en elkaar genadig te zijn. Het helpt ook wilde dieren om voor hun jongen te zorgen. De overige negenennegentig vormen van genade heeft Allah bewaard. Hij zal deze gebruiken om Zijn dienaren genadig te zijn op de Dag des Oordeels.” [2]

Allah is meer genadig dan een moeder voor haar kind
De moeder, een wonderbaarlijk schepsel van Allah, is gezegend met opmerkelijke eigenschappen, waarvan barmhartigheid en genade het meest opvallen. Een moeder koestert een diepe liefde voor haar kind en verdraagt het niet om haar kind te zien lijden. De Profeet Mohammed verduidelijkte aan zijn metgezellen dat Allah nog barmhartiger en genadiger is dan een moeder voor haar kind. Dit wordt onderstreept door de volgende overlevering:
ʿUmar bin al- Khaṭṭāb -Allah zij hem tevreden- berichtte dat er enkele krijgsgevangenen naar de Gezant van Allah -vrede zij met hem- werden gebracht, waaronder ook een vrouw die iemand zocht. Toen ze een kind onder de gevangenen vond, nam ze het vast, drukte het tegen haar borst en gaf het de borst. Hierop zei de Gezant van Allah -vrede zij met hem-:
“Denken jullie dat deze vrouw haar kind ooit in het vuur zou kunnen werpen? Wij zeiden: Bij Allah, voor zover het in haar macht ligt, zou ze het kind nooit in het vuur werpen. Daarop zei de Gezant van Allah -vrede zij met hem-: “Allah is meer genadig voor Zijn dienaren dan deze vrouw voor haar kind.” [3]
Het verschil tussen al- Raḥmān en al-Raḥīm
Geleerden leggen uit dat de termen al-Raḥmān en al-Raḥīm verschillende aspecten van barmhartigheid van Allah vertegenwoordigen. Al-Raḥmān staat voor een soort algemene barmhartigheid die voor iedereen geldt, gelovig of niet. Al-Raḥīm betreft een speciale barmhartigheid die alleen voor gelovigen is bedoeld. Dit betekent dat al-Raḥmān iedereen omvat en algemeen is, terwijl al-Raḥīm meer specifiek is en slechts voor de gelovigen is. [4]. Allah zegt in soera al- Aḥzāb, vers 43:
“En hij is voor de gelovigen zeer genadig.” [5]
Imam Ibn Mubārak (181 AH) legde het verschil tussen al- Raḥmān en al- Rahīm als volgt uit:
“al- Rahmān (De uiterst Barmhartige) geeft wanneer Hij gevraagd wordt, en al- Raḥīm (de meest Genadevolle) wordt boos als Hij niet gevraagd wordt.” [6]
Maulana Iftikhar Ahmad Qadri Misbahi, Shaikhul Hadith aan Darul Uloom Qadria Gharib Nawaz in Ladysmith, Zuid-Afrika, legde het verschil tussen de twee verheven namen als volgt uit:
De eigenschap Raḥmān, die ‘Barmhartige’ betekent, is specifieker dan Raḥīm, of ‘Genadevolle’. Daarom wordt Raḥmān exclusief gebruikt voor Allah en niet voor anderen, terwijl Raḥīm ook op mensen van toepassing kan zijn. Echter, de ware betekenis van Raḥīm behoort alleen toe aan Allah. Elke toepassing op mensen is slechts figuurlijk. Dit verklaart waarom in de Koran al-Raḥmān specifiek naast de naam Allah wordt genoemd. [7]. Zoals vermeld in Soera Al-Isrā, vers 110:
Zeg: “Roep Allah aan of roep de Meest Barmhartige (al -Raḥmān) aan – welke je ook aanroept, Hem komen de Schone Namen toe.” [8]

Uitingen van de Goddelijke barmhartigheid en genade
Enkele fundamentele manifestaties van Allah’s barmhartigheid en genade zijn:
- Allereerst heeft Hij Zijn dienaren geschapen en zodoende Zijn barmhartigheid en genade aan hen betoond.
- Hij heeft de gelovigen geleid tot het geloof en de middelen voor succes verschaft.
- In het hiernamaals zal Hij de gelovigen zo rijkelijk belonen dat we ons dat nu niet kunnen voorstellen.
- In het Paradijs zal Allah Zijn dienaren Zijn aanschijn tonen, een daad van barmhartigheid die alle andere overstijgt. [9]
Wat kunnen we leren van de naam al- Raḥmān
Van de schone naam al-Raḥmān, de uiterst Barmhartige, kunnen we de universele en allesomvattende barmhartigheid van Allah leren. Deze naam benadrukt hoe Zijn genade en mededogen zich uitstrekken tot alle schepselen in het universum, zonder onderscheid tussen gelovigen en niet-gelovigen. Dit illustreert de grenzeloze liefde en zorg die Allah voor de gehele schepping heeft, en inspireert ons om mededogend en genadig te zijn naar anderen, ongeacht hun achtergrond of geloof.
De Profeet Mohammed -vrede zij met hem- werd door Allah als een genade voor de werelden gezonden. Hij belichaamde volledig deze prachtige eigenschap van Allah. De volgende overlevering benadrukt dit:
Anas bin Malik -Allah zij hem tevreden- vertelde dat de Profeet -vrede zij met hem- tegen hem zei: “Mijn zoon, als je in staat bent om je dag door te brengen van ochtend tot avond zonder enige wrok in je hart tegen iemand, doe dat dan!” Vervolgens zei hij: “Mijn zoon, dit is mijn traditie. Dus wie mijn traditie liefheeft, heeft mij lief; en wie mij liefheeft, zal met mij in het paradijs zijn.” [10]
Wat kunnen we leren van de naam al- Raḥīm
Al-Raḥīm betekent ‘de Meest Genadevolle’. Deze naam van Allah onderstreept hoe belangrijk genade is. Genade is er altijd voor ons, ongeacht onze fouten. Dit geldt zolang we echt spijt hebben en proberen te verbeteren. We leren hierdoor zelf ook genadevol te zijn. In onze dagelijkse omgang met anderen zoeken we naar het goede in hen. We bieden steun waar nodig.
De naam al-Raḥīm moedigt ons ook aan om anderen te helpen, vooral zij die in nood zijn. Als we kunnen helpen, moeten we dat niet aarzelen te doen. Kunnen we niet direct helpen, dan kunnen we altijd nog bidden voor het welzijn van die persoon. Het gaat erom genade te tonen, zowel in wat we doen als in onze gedachten.

Wees genadig en ontvang genade
De Profeet van Allah -vrede zij met hem- die de genade van Allah was benadrukte hoe belangrijk het was om genade te tonen. Hij zei:
“Wie geen genade toont aan mensen, zal geen genade van Allah ontvangen.” [11]
De profeet Mohammed -vrede zij met hem- motiveerde zijn mensen op allerlei manieren om zich te sieren met deze schone eigenschap. Zo zei hij:
“De genadige zal genade ontvangen van al- Raḥmān (de Barmhartige). Wees genadig voor degenen op aarde, dan zal degene in de hemel genadig voor jullie zijn.” [12]
Dit betekent natuurlijk niet dat Allah in de hemel is, want Allah is tijd- en plaatsloos. De verwijzing naar de hemel benadrukt dat deze groter en majestueuzer is dan de aarde, of vanwege haar verhevenheid en hoogte. Bovendien is de hemel de richting van het gebed en de verblijfplaats van heilige en zuivere zielen. [13]
Spirituele voordelen van al-Raḥmān
Wanneer je je richt op de betekenis van deze Schone Namen, zullen ze een diep verlangen, begeerte en hoop op de genade en barmhartigheid van Allah in je hart ontwaken. Deze eigenschappen trekken je aan en zorgen ervoor dat je je eraan vastklampt. Wie Allah als de Barmhartige en de Genadevolle heeft leren kennen, zal niet tot wanhoop vervallen, maar zal juist een intenser verlangen en grotere hoop op Zijn genade koesteren. Je kunt altijd vertrouwen op Zijn onmetelijke genade en barmhartigheid.
De naam ‘al-Raḥmān’ heeft de bijzondere eigenschap dat regelmatige recitatie bescherming biedt tegen tegenslagen en moeilijkheden. Reciteer deze naam na het gebed, in afzondering en met volledige aandacht, honderd keer. Dit zal verstrooidheid en vergeetachtigheid uit je hart doen verdwijnen.[14]
Spirituele voordelen van al-Raḥīm
De eigenschap van ‘al-Raḥīm’ is dat het reciteren van deze naam je hart zacht en barmhartig maakt voor de schepping. Reciteer deze naam honderd keer per dag en je zult je doel bereiken. Als je daarbij ook ‘al-Raḥmān’ reciteert, zal je beschermd worden tegen tegenslagen.[15]
Tot slot …
Door de betekenis van al-Raḥmān en al-Raḥīm te omarmen, kunnen we onze eigen barmhartigheid verdiepen en anderen genadevol behandelen. Moge deze kennis ons helpen om dichter bij Allah te komen en Zijn oneindige genade in ons leven te ervaren.
[1]
وَرَحْمَتِي وَسِعَتْ كُلَّ شَيْءٍ
Koran, 7:156.
[2]
حدثنا محمد بن عبد الله بن نمير حدثنا أبي حدثنا عبد الملك عن عطاء عن أبي هريرة عن النبي صلى الله عليه وسلم قال إن لله مائة رحمة أنزل منها رحمة واحدة بين الجن والإنس والبهائم والهوام فبها يتعاطفون وبها يتراحمون وبها تعطف الوحش على ولدها وأخر الله تسعا وتسعين رحمة يرحم بها عباده يوم القيامة
Muslim bin al- Ḥajjāj al-Qushayrī (261 AH), Ṣaḥīḥ al-Muslim, deel 4, Kitāb al-Tawbah, Bāb fī Siʿat Raḥmat Allāh Taʿālā wa-annahā Sabaqat Ghaḍabah (Caïro: Dar Ihya Al-Kutub Al-Arabiyyah, 1991), 2108.
[3]
حدثنا ابن أبي مريم حدثنا أبو غسان قال حدثني زيد بن أسلم عن أبيه عن عمر بن الخطاب رضي الله عنه قدم على النبي صلى الله عليه وسلم سبي فإذا امرأة من السبي قد تحلب ثديها تسقي إذا وجدت صبيا في السبي أخذته فألصقته ببطنها وأرضعته فقال لنا النبي صلى الله عليه وسلم أترون هذه طارحة ولدها في النار قلنا لا وهي تقدر على أن لا تطرحه فقال لله أرحم بعباده من هذه بولدها
Muḥammad bin Ismāʿīl al-Bukhārī (256 AH), Ṣaḥīḥ al-Bukhārī, deel 5, Kitāb al-Adab, Bāb Raḥmat al-Walad wa-Tuqbiluhu wa-Muʿānaqatuhu (Beiroet: Dar Ibn Kathir, 1993) 2235.
[4]
قال أبو علي الفارسي : الرحمن اسم عام في جميع أنواع الرحمة يختص به الله . والرحيم إنما هو في جهة المؤمنين ; كما قال تعالى : وكان بالمؤمنين رحيما
Shams al-Dīn Muḥammad ibn Aḥmad al-Anṣārī al-Qurṭubī (671 AH), Tafsīr al-Qurṭubī, deel 1, Bismillāh al-Raḥmān al-Raḥīm (Beiroet: Dar al- Fikr, 2019), 102.
[5]
كان بالمؤمنين رحيما
Koran, 33: 43.
[6]
وقال ابن المبارك : الرحمن إذا سئل أعطى و الرحيم إذا لم يسأل غضب
Shams al-Dīn Muḥammad ibn Aḥmad al-Anṣārī al-Qurṭubī (671 AH), Tafsīr al-Qurṭubī, deel 1, Bismillāh al-Raḥmān al-Raḥīm (Beiroet: Dar al- Fikr, 2019), 102.
[7]
ہاں رحمن کی صفت رحیم سے زیادہ خاص ہے۔ یہی وجہ ہے کہ رحمن کا لفظ الله کے علاوہ کسی اور پر نہیں بولا جاتا اور رحیم کا لفظ بندوں پر بھی بولا جاتا ہے پھر بھی حقیقی رحیم تو اللہ تعالیٰ ہی ہے مخلوق پر اس کا اطلاق مجاز ا ہوتا ہے، یہی وجہ ہے کہ قرآن میں ”رحمن اللہ کے متوازی آیا ہے: قُلِ ادْعُوا اللَّهَ أَوِ ادْعُوا الرَّحْمَنَ (سورة اسراء ۱۱۰) آپ فرمادیں کہ تم اللہ کو پکارو یا رحمن کو پکارو۔
Iftikhar Ahmad Qadri Misbahi, Asmā-ul Ḥusnā (Zuid- Afrika: Ahsanul-Ulama Publications of Darul loom Qadria Ghareeb Nawaaz, 2010), 19.
[8]
قُلِ ادْعُوا الله أَوِ ادْعُوا الرَّحْمَٰنَ ۖ أَيًّا مَّا تَدْعُوا فَلَهُ الْأَسْمَاءُ الْحُسْنَىٰ ۚ
Koran, 17:110
[9]
رحمت کے چند بنیادی مظاہر یہ ہیں: ا۔ سب سے پہلے اس نے بندوں کو پیدا فرما کر مہربانی کی۔ -۲- ایمان کی ہدایت اور اسباب سعادت فراہم کئے۔ ٣۔ آخرت میں اہل ایمان کو اتنا نوازے گا کہ آج اس کا تصور بھی نہیں کیا جا سکتا۔ ۴۔ رب تعالیٰ جنت میں اپنے بندوں کو اپنا دیدار کرائے گا اس کی یہ مہربانی سب پر بھاری ہے۔
Iftikhar Ahmad Qadri Misbahi, Asmā-ul Ḥusnā (Zuid- Afrika: Ahsanul-Ulama Publications of Darul loom Qadria Ghareeb Nawaaz, 2010), 19.
[10]
حدثنا مسلم بن حاتم الأنصاري البصري حدثنا محمد بن عبد الله الأنصاري عن أبيه عن علي بن زيد عن سعيد بن المسيب قال قال أنس بن مالك قال لي رسول الله صلى الله عليه وسلم يا بني إن قدرت أن تصبح وتمسي ليس في قلبك غش لأحد فافعل ثم قال لي يا بني وذلك من سنتي ومن أحيا سنتي فقد أحبني ومن أحبني كان معي في الجنة وفي الحديث قصة طويلة قال أبو عيسى هذا حديث حسن غريب من هذا الوجه ومحمد بن عبد الله الأنصاري ثقة وأبوه ثقة وعلي بن زيد صدوق إلا أنه ربما يرفع الشيء الذي يوقفه غيره قال وسمعت محمد بن بشار يقول قال أبو الوليد قال شعبة حدثنا علي بن زيد وكان رفاعا ولا نعرف لسعيد بن المسيب عن أنس رواية إلا هذا الحديث بطوله وقد روى عباد بن ميسرة المنقري هذا الحديث عن علي بن زيد عن أنس ولم يذكر فيه عن سعيد بن المسيب قال أبو عيسى وذاكرت به محمد بن إسمعيل فلم يعرفه ولم يعرف لسعيد بن المسيب عن أنس هذا الحديث ولا غيره ومات أنس بن مالك سنة ثلاث وتسعين ومات سعيد بن المسيب بعده بسنتين مات سنة خمس وتسعين
Abū ʿIsā Muḥammad al-Tirmidzī (279 AH), Sunan al-Tirmidzī, deel 5, Kitāb al-ʻIlm, Bāb Mā jā-a fī al-Akhdz bi al Sunnah wa Ijtināb al-Bidaʾ (Beiroet: Dar Al-kotob Al- Ilmiyah, 2017) 44-5.
[11]
حدثنا زهير بن حرب وإسحق بن إبراهيم كلاهما عن جرير ح وحدثنا إسحق بن إبراهيم وعلي بن خشرم قالا أخبرنا عيسى بن يونس ح وحدثنا أبو كريب محمد بن العلاء حدثنا أبو معاوية ح وحدثنا أبو سعيد الأشج حدثنا حفص يعني ابن غياث كلهم عن الأعمش عن زيد بن وهب وأبي ظبيان عن جرير بن عبد الله قال قال رسول الله صلى الله عليه وسلم من لا يرحم الناس لا يرحمه الله عز وجل وحدثنا أبو بكر بن أبي شيبة حدثنا وكيع وعبد الله بن نمير عن إسمعيل عن قيس عن جرير عن النبي صلى الله عليه وسلم ح وحدثنا أبو بكر بن أبي شيبة وابن أبي عمر وأحمد بن عبدة قالوا حدثنا سفيان عن عمرو عن نافع بن جبير عن جرير عن النبي صلى الله عليه وسلم بمثل حديث الأعمش
Muslim bin al- Ḥajjāj al-Qushayrī (261 AH), Ṣaḥīḥ al-Muslim, deel 4, Kitāb al-Faḍāil, Bāb Raḥmatihi ṣallá Allāh ʿalayhi wa sallam al-Ṣibyān wa al-ʿIyāl wa Tawāḍuʿuhu wa Faḍl Dzālika (Caïro: Dar Ihya Al-Kutub Al-Arabiyyah, 1991), 1809.
[12]
حدثنا ابن أبي عمر حدثنا سفيان عن عمرو بن دينار عن أبي قابوس عن عبد الله بن عمرو قال قال رسول الله صلى الله عليه وسلم الراحمون يرحمهم الرحمن ارحموا من في الأرض يرحمكم من في السماء الرحم شجنة من الرحمن فمن وصلها وصله الله ومن قطعها قطعه الله قال أبو عيسى هذا حديث حسن صحيح
Abū ʿIsā Muḥammad al-Tirmidzī (279 AH), Sunan al-Tirmidzī, deel 4, Kitāb al-Birr wa al-Ṣilah ʿan Rasūl Allāh Ṣallá Allāh ʿalayhi wa Sallam, Bāb Mā Jā-a fī Raḥmat al-Muslimīn (Beiroet: Dar Al-kotob Al- Ilmiyah, 2017) 284.
[13]
وإنما نسب إلى السماء ; لأنها أوسع وأعظم من الأرض أو لعلوها وارتفاعها أو لأنها قبلة الدعاء ومكان الأرواح القدسية الطاهرة
Mullā ʿAlī al-Qārī Nūr al-Dīn ʿAlī bin Sulṭān Muḥammad al-Qārī (1014 AH), Mirqāt al-Mafātīḥ Sharḥ Mishkāt al-Maṣābīḥ, deel 8, Kitāb al-Ādāb, Bāb al-Shafaqah wa al-Raḥmah ʿalá al-Khalq
(Beiroet: Dār al-Fikr, 2002), 3113.
[14]
الرحمن” اس کے معنی کے مطابق اس کی خاصیت یہ ہے کہ اس کا ورد کرنے والا ہر مصیبت اور مشکل سے محفوظ و مامون ہوگا ، اگر کوئی بعد نماز تنہائی میں پوری توجہ کے ساتھ ایک سو مرتبہ اس کا ورد کرے گا اس کے دل سے غفلت و بھول نکل جائے گی
Iftikhar Ahmad Qadri Misbahi, Asmā-ul Ḥusnā (Zuid- Afrika: Ahsanul-Ulama Publications of Darul loom Qadria Ghareeb Nawaaz, 2010), 20.
[15]
الرحیم” کی خاصیت یہ ہے کہ اس کا ورد کرنے والے کا دل خلق کے لئے نرم اور مہربان ہوگا، جو ایک سو مرتبہ روزانہ اس کا ورد کرے گا اسے مذکورہ مقصد حاصل ہوگا اور اگر اس کے ساتھ رحمن بھی ورد میں شامل کرلے تو کسی مصیبت کا شکار نہ ہوگا۔
Iftikhar Ahmad Qadri Misbahi, Asmā-ul Ḥusnā (Zuid- Afrika: Ahsanul-Ulama Publications of Darul loom Qadria Ghareeb Nawaaz, 2010), 20.