Op een vrijdag ontmoette ik iemand. Nadat ik deze persoon met de salām had gegroet, wenste ik hem een gezegende vrijdag met de woorden “Jumuʿah Mubārak”. Tot mijn verbazing vertelde hij me dat het niet toegestaan is om dit te zeggen. Hij beweerde dat het een innovatie (bid’ah) is, en dat elke innovatie een dwaling is, en dat elke dwaling naar het vuur leidt. Met andere woorden, volgens hem zou ik in de hel belanden door iemand een gezegende vrijdag toe te wensen. Dit gedachtegoed is vrij extreem, terwijl er in de islam geen plaats is voor extremisme. Maar klopt dit echt? Tijd om hier een artikel aan te wijden. Hoe is het om iemand Jumuʿah Mubārak toe te wensen?
Elkaar een gezegende vrijdag toewensen is volgens de islamitische wet volledig toegestaan en wordt zelfs beschouwd als een goede daad. Laten we kijken waarom vrijdag belangrijk is en waarom elkaar feliciteren met ‘Jumuʿah Mubārak’ is toegestaan.
1 Vrijdag is een bijzondere dag in de islam
Inhoud
- 1 Vrijdag is de beste dag
- 2 Vrijdag is een dag van ʿEid
- 3 Vrijdag is hoger in rang dan de ʿEiddagen
- 4 Een smeekbede verrichten mag altijd
- 5 Goddelijke aanmoediging tot smeekbedes
- 6 Sociale uitwisselingen en dagelijkse wensen
- 7 Regelmatig vredesgroeten versterkt onderlinge liefde
- 8 Elkaar cadeaus geven versterkt onderlinge liefde
- 9 Elkaar feliciteren is een aanbevolen praktijk
- 10 Het debat over ‘Jumuʿah Mubārak’: traditie of innovatie?
- 11 Niet bewezen door soenna dus verboden?
- 12 Misvattingen rondom “innovatie” in de Islam
- 13 Elke innovatie is dwaling: de juiste interpretatie
- 14 Algemeen bijzonder verband
- 15 Elke slechte innovatie is dwaling
- 16 Goede innovaties en slechte innovatie
- 17 De categorieën van innovaties uiteengezet
- 18 Feliciteren: Geen (slechte) innovatie noch profetische traditie
- 19 Napapegaaien zonder kennis veroorzaakt veel onrust
Vrijdag is de beste dag
Vrijdag onderscheidt zich van de andere dagen van de week; het is de beste dag van allemaal. De reden hiervoor is onder andere dat op deze dag de mens door Allah werd geschapen. Er bestaat dus een nauw verband tussen vrijdag en de schepping van de mens. De Profeet Mohammed -vrede zij met hem- zei hierover het volgende:
“De beste dag waarop de zon is opgekomen, is vrijdag. Op deze dag werd Adam geschapen, op deze dag werd hij toegelaten tot het Paradijs en op deze dag werd hij eruit verbannen. Het Laatste Uur zal ook niet plaatsvinden op een andere dag dan vrijdag.” [1]
Vrijdag is een dag van ʿEid
De Profeet Mohammed -vrede zij met hem- heeft vrijdag aangewezen als een feestdag (ʿEid) voor moslims, vergelijkbaar met andere feestdagen. Op deze dag volgen moslims de profetische traditie door de grote wassing (ghusl) te verrichten, reukolie aan te brengen en extra aandacht te besteden aan persoonlijke hygiëne, zoals extra zorg te besteden aan mondhygiëne. Deze praktijken behoren tot de tradities van feestdagen en zijn dus ook van toepassing op vrijdag. De Profeet -vrede zij met hem- zei immers:
“Dit is een dag van ʿEid die Allah voor de moslims heeft vastgesteld. Wie naar het vrijdaggebed komt, moet zich wassen, en als hij parfum heeft, moet hij dat gebruiken. En maak gebruik van het tandenstokje (miswāk).” [2]
Vrijdag is hoger in rang dan de ʿEiddagen
Er is geen twijfel dat vrijdag een bijzondere dag is binnen de islam. Het is niet zomaar de beste dag van de week. Uit overleveringen blijkt dat vrijdag ‘de heer van alle dagen’ is. Vrijdag is niet alleen uitgeroepen tot een dag van ʿEid. De overleveringen geven aan dat de status en het aanzien van vrijdag bij Allah zelfs hoger en groter zijn dan de Dag van het Offerfeest (ʿEid al- ʿAḍḥā) en de feestdag na de Ramadan (ʿEid al- Fiṭr). De Profeet Mohammed -vrede zij met hem- sprak over vrijdag als volgt:
“Vrijdag is de leider van de dagen en de grootste dag bij Allah. Het is groter bij Allah dan de Dag van het offerfeest (ʿEid al- ʿAḍḥā) en de feestdag na de Ramadan (ʿEid al- Fiṭr). Deze dag kenmerkt zich met vijf gebeurtenissen:
- Allah schiep Adam op deze dag;
- Allah zond Adam naar de aarde op deze dag;
- Allah liet Adam op deze dag overlijden;
- Er is een uur op deze dag waarin een dienaar Allah iets vraagt en Hij het hem geeft, zolang hij niet om iets verboden (ḥarām) vraagt;
- Op deze dag zal het Uur (de Dag des Oordeels) plaatsvinden; er is geen engel die dicht bij Allah staat, geen hemel, geen aarde, geen wind, geen berg en geen zee die niet vrezen voor vrijdag.” [3]
Waarom zou het dan verkeerd zijn om elkaar een ‘Jumuʿah Mubārak’ toe te wensen, zoals het de gewoonte is om elkaar ‘ʿEid Mubārak’ te wensen op feestdagen?
2 Elkaar het goede toewensen is een smeekbede
Wanneer moslims elkaar geluk, zegeningen, welvaart, beterschap of iets goeds toewensen, doen zij in feite een smeekbede (duāʾ). Door iemand beterschap te wensen, zeg je eigenlijk: “Moge Allah je genezing schenken.” Op dezelfde manier, wanneer je iemand een gezegende vrijdag wenst, zeg je eigenlijk: “Moge Allah jou een gezegende vrijdag schenken.” Wijzelf hebben niet de macht om genezing te bieden of een dag te zegenen; alleen Allah kan dat.
Een smeekbede verrichten mag altijd
Een smeekbede is een middel dat kan leiden tot goddelijke acceptatie. Er is geen dag of moment waarop het maken van een smeekbede ongepast is, behalve wat door de Sharia wordt aangegeven. Er zijn dan ook geen geldige argumenten die beweren dat het wensen van ‘Jumuʿah Mubārak’ op vrijdag onjuist zou zijn.
Goddelijke aanmoediging tot smeekbedes
In de Koran worden we door Allah aangespoord om Hem aan te roepen in onze smeekbedes. Hij heeft geen uitzonderingen genoemd waarop het maken van een smeekbede ongepast zou zijn. Vaak vermeldt Allah de uitzonderingen op geboden in de Koran. Echter, hij heeft dat niet gedaan voor smeekbedes. Dit impliceert dat smeekbedes altijd gepast zijn. In Soera al- Baqarah, vers 186 staat:
En wanneer Mijn dienaren jou vragen over Mij, dan ben Ik nabij. Ik verhoor de smeekbede van de bidder wanneer hij Mij aanroept. Laat hen daarom gehoor geven aan Mij en in Mij geloven, opdat zij welgeleid mogen worden. [4]
Bovendien staat over het verrichten van de smeekbede in soera Ghāfir, vers 60:
En jullie Heer heeft gezegd: “Roept Mij aan, Ik zal jullie verhoren. Voorwaar, degenen die te hoogmoedig zijn om Mij te aanbidden, zullen vernederd de Hel binnengaan.” [5]
Sociale uitwisselingen en dagelijkse wensen
Als het algemeen aanvaard en toegestaan is om iemand dagelijks een gezegende, mooie en succesvolle zaterdag, zondag, maandag of donderdag te wensen, dan is het zeker gepast om dit ook voor vrijdag te doen. Vrijdag heeft namelijk vanwege zijn speciale status een bijzondere plek. Veel moslims wensen elkaar elke dag via sociale media en WhatsApp een fijne en gezegende dag toe. De afbeeldingen die ze gebruiken zijn soms zo aantrekkelijk dat ze moeite hebben met kiezen en besluiten om twee of zelfs drie afbeeldingen met dezelfde boodschap te posten, te versturen of als statusbericht op WhatsApp te zetten.
3 Elkaar het goede toewensen versterkt onderlinge liefde
Regelmatig vredesgroeten versterkt onderlinge liefde
De Profeet Mohammed -vrede zij met hem- benadrukte het belang van onderlinge liefde tussen de moslims als voorwaarde voor toegang tot het Paradijs. Deze liefde moet zuiver zijn, zodat het ons waardig maakt om tot het Paradijs toegelaten te worden. Zonder deze wederzijdse liefde is toegang tot het Paradijs niet mogelijk. De Profeet -vrede zij met hem- heeft verschillende manieren voorgesteld om de liefde tussen gelovigen te versterken. Een van deze manieren is het frequent uitwisselen van vredesgroeten, wat de band van liefde tussen gelovigen kan versterken. Hij verwoordde dit principe als volgt:
De Gezant van Allah -vrede zij met hem- zei: “Jullie zullen het Paradijs niet binnengaan totdat jullie geloven, en jullie zullen niet geloven totdat jullie elkaar liefhebben. Zal ik jullie wijzen op iets dat, als jullie het doen, jullie elkaar zullen liefhebben? Verspreid de vredesgroet onder elkaar.” [6]
Elkaar cadeaus geven versterkt onderlinge liefde
Niet alleen het regelmatig uitwisselen van vredesgroeten bevordert onderlinge liefde, maar ook het geven van geschenken aan elkaar versterkt deze band. Dit wordt verduidelijkt door de volgende overlevering:
De Gezant van Allah -vrede zij met hem- zei: “Geef elkaar geschenken en je zult van elkaar houden.” [7]
Het is een natuurlijke menselijke reactie om liefde te voelen wanneer iemand ons het goede toewenst of cadeaus geeft. Deze gebaren versterken onderlinge liefde. De Profeet Mohammed -vrede zij met hem- heeft ons deze verschillende manieren geleerd om onze relaties te versterken.
Het uitwisselen van vredesgroeten en elkaar een gezegende dag toewensen, inclusief het zeggen van ‘Jumuʿah Mubārak’ op vrijdag, zijn praktijken die bijdragen aan dit doel. Waarom zou dit verkeerd zijn? Uiteindelijk gaat het om het bevorderen van onderlinge liefde. Elkaar feliciteren op vrijdag met de woorden ‘Jumuʿah Mubārak’ is hier ook een krachtig middel voor.
Elkaar feliciteren is een aanbevolen praktijk
Bovendien vermeld de grootste Arabische encyclopedie van islamitische jurisprudentie “al-Mawsūʿat al-Fiqhīyah al-Kuwaytīyyah” (45 delen) die door het Ministerie van Islamitische Zaken van Koeweit is samengesteld het volgende:
“Het is over het algemeen aanbevolen (mustaḥab) om felicitaties te geven, aangezien dit een manier is om deel te nemen aan de vreugde en om voor je medemoslims te bidden tijdens gebeurtenissen die hen blijdschap en tevredenheid brengen. Dit versterkt de onderlinge liefde, mededogen en empathie tussen moslims. De Koran vermeldt ook het feliciteren van gelovigen met de zegeningen die zij ontvangen, zoals wordt uitgedrukt in het vers: ‘Eet en drink met vreugde voor wat jullie hebben verricht.'”
Felicitaties zijn aanbevolen (mustaḥab) voor alle gelegenheden die vreugde en geluk brengen en die overeenstemmen met de wetten van Allah de Verhevene. Dit omvat felicitaties bij een huwelijk, de geboorte van een kind, op feestdagen, en bij jaren en maanden. Ook zijn felicitaties op hun plaats bij de terugkeer van een reis, na de grote bedevaart (hadj) of de kleine bedevaart (ʿumrah), tijdens een maaltijd, en bij verlichting na zware tijden.” [8]
4 Wat moslims als goed zien is bij Allah ook goed
Het is gebruikelijk voor veel moslims om elkaar op vrijdag te feliciteren met de woorden ‘Jumuʿah Mubārak’ (een gezegende vrijdag). Dit wordt niet gezien als verplicht of essentieel, noch als een profetische traditie. Het feliciteren met een gezegende vrijdag wordt door hen beschouwd als iets goeds. Wat door de moslimgemeenschap als goed wordt gezien, wordt ook door Allah de Verhevene als zodanig erkend, mits het niet in strijd is met de principes van de Sharia. Dit geldt ook voor het uitwisselen van felicitaties op vrijdag.
Na het overlijden van de Profeet Mohammed -vrede zij met hem- besloten de metgezellen dat Abū Bakr -moge Allah tevreden met hem zijn- de Profeet zou opvolgen als zijn kalief. Hierop zei metgezel Abdullah bin Masʿūd -moge Allah tevreden met hem zijn- het volgende:
“Wat de moslims goed vinden, is ook goed volgens Allah, en wat de moslims slecht vinden, is ook slecht volgens Allah. De metgezellen waren het er unaniem over eens dat Abū Bakr -moge Allah tevreden met hem zijn- de opvolger zou worden.” [9]
Het debat over ‘Jumuʿah Mubārak’: traditie of innovatie?
Er wordt beweerd dat de gewoonte om elkaar te feliciteren met ‘Jumuʿah Mubārak’, oftewel een gezegende vrijdag, niet is onderbouwd door de profetische traditie (Soenna) en dat deze praktijk als een innovatie (bidʿah) gezien moet worden en moet worden vermeden.
Niet bewezen door soenna dus verboden?
Het feit is echter dat iets dat niet expliciet door de soenna is bewezen, niet noodzakelijk betekent dat het ongeoorloofd of verboden is. Er bestaan namelijk veel praktijken die niet direct door de soenna zijn bewezen, maar toch geoorloofd en zelfs aanbevolen zijn.
Een goed voorbeeld is dat de tevredenheid en genade van Allah rusten op de metgezellen, de vrome voorgangers en religieuze figuren. Dit weten we omdat er een algemene basis voor bestaat, zoals vermeld in de geschriften. Het expliciet noemen van ‘moge Allah tevreden zijn met hem of haar’ of ‘moge Allah’s genade met hem of haar zijn’ na individuele namen is echter niet bewezen vanuit de Soenna. Desondanks wordt deze praktijk als toegestaan beschouwd en zelfs aanbevolen (mustaḥab) door geleerden. [10]
Daarnaast is er een algemene overtuiging dat de dag van vrijdag gezegend is, waarover veel bijzonderheden en voortreffelijkheden in de geschriften te vinden zijn. Maar elkaar expliciet feliciteren met ‘Jumuʿah Mubārak’ is niet bewezen door de soenna. Dit betekent echter niet automatisch dat het ongeoorloofd of verboden is. Elkaar feliciteren wordt immers beschouwd als een aanbevolen (mustaḥab) praktijk. [8]
Misvattingen rondom “innovatie” in de Islam
Het beschouwen van een handeling als innovatie (bidʿah) betekent niet automatisch dat deze onwettig is. Een innovatie wordt pas als verboden beschouwd wanneer deze in strijd is met de islamitische principes of een bestaande traditie tenietdoet. Elkaar feliciteren met ‘Jumuʿah Mubārak’ vormt geen overtreding van enige islamitische regel, noch heft het een profetische traditie op. Het is onjuist te denken dat elke handeling die niet expliciet in de soenna is vastgelegd, automatisch verboden is. De profeet -vrede zij met hem- verwoordde dit als volgt:
“Wie in de islam een goede traditie introduceert en anderen volgen die na hem, krijgt dezelfde beloning als degenen die ernaar handelen, zonder dat er iets van hun beloning wordt afgenomen. En wie in de islam een slechte traditie vestigt en anderen handelen daarnaar na hem, krijgt dezelfde (zonde)last als degenen die ernaar handelen, zonder dat er iets van hun (zonde)lasten wordt afgenomen.” [11]
Elke innovatie is dwaling: de juiste interpretatie
Eens gaf de Profeet Mohammed -vrede zij met hem- een kanselrede. De metgezel Jābir bin ʿAbdullāh vertelde over de gemoedstoestand van de Profeet tijdens het overleveren van deze Hadith. Hij zei: “Wanneer de Gezant van Allah -vrede zij met hem- preekte, werden zijn ogen rood, verhief hij zijn stem, en was zijn woede intens, alsof hij een leger waarschuwde met de woorden: ‘De vijand heeft vanochtend een aanval op jullie uitgevoerd. De vijand heeft vanavond een aanval op jullie uitgevoerd.’ Hij zei ook: ‘Het laatste uur en ik zijn gezonden zoals deze twee,’ terwijl hij zijn wijsvinger en middelvinger samenvoegde.”
Na dit gezegd te hebben: “Het beste woord is het Boek van Allah en de beste leiding is de leiding van Mohammed. De slechtste zaken zijn de nieuwlichterijen daarop (die daarin geïntroduceerd worden); elke innovatie is een dwaling.” [12]
Algemeen bijzonder verband
Als mensen vurig zijn, zeggen ze vaak dingen die op het eerste gezicht algemeen lijken, maar eigenlijk een specifieke betekenis hebben. Dit soort opmerkingen helpt hen hun emotie te uiten of de ernst van de situatie nog eens duidelijk te benadrukken. Voor een buitenstaander kunnen deze uitspraken weliswaar breed lijken, maar vaak begrijpt de toehoorder precies wat ermee bedoeld wordt.
Neem bijvoorbeeld de uitroep “Alles gaat verkeerd!”. Dit lijkt te wijzen op een totale mislukking. Toch gaat het meestal om specifieke dingen die niet goed lopen. Kijk ook naar de klacht “Niemand luistert ooit!”. Op het eerste gezicht lijkt het alsof niemand ooit aandacht schenkt. In werkelijkheid betreft het vaak specifieke momenten of personen die niet genoeg aandacht geven.
Elke slechte innovatie is dwaling
De grootgeleerde Mullā ʿAlī al-Qārī (1014 AH) legde uit wat met “elke innovatie” wordt bedoeld. Hij schreef:
“Dit betekent: elke slechte innovatie is een dwaling, zoals de Profeet -vrede en zegeningen zij met hem- heeft gezegd: ‘Wie in de islam een goede traditie introduceert, ontvangt de beloning ervoor en de beloning van degenen die ernaar handelen.” [13]
De grootgeleerde benadrukt dat dit niet op alle soorten innovaties van toepassing is, maar alleen op de schadelijke. Dit wordt verduidelijkt door de Hadith: “Wie in de islam een goede traditie introduceert, ontvangt de beloning ervoor en de beloning van degenen die ernaar handelen.” Dit illustreert dat goede innovaties wel degelijk gewaardeerd en beloond worden.
Goede innovaties en slechte innovatie
De grootgeleerde Hāfiẓ Ibn Ḥajar al-Asqalānī (852 AH) haalde over een uitspraak van Imam Shāfiʿī (204 AH) aan en schreef:
Al- Shāfiʿī zei: “Er zijn twee soorten innovaties: geprezen (goed) en afgekeurd (slecht). Dat wat overeenkomt met de soenna is geprezen, en dat wat er tegenin gaat is afgekeurd.” [14]
De categorieën van innovaties uiteengezet
De geleerden waaronder Hafiz Ibn Ḥajar al-Haytamī (974 AH) identificeerde vijf categorieën van innovaties. Elke innovatie wordt beoordeeld volgens de sharia-regelgeving:
- Noodzakelijk (wājib)
- Aanbevolen (mandūb)
- Geoorloofd (mubāḥ)
- Afgekeurd (makrūh)
- Verboden (ḥarām)
Elke innovatie wordt getoetst aan de sharia. Zo wordt een noodzakelijke innovatie als wājib beschouwd, een aanbevolen als mandūb, enzovoorts. Hij schreef het volgende:
“Innovaties (Bidʿah) zijn onderverdeeld in vijf categorieën: noodzakelijk (wājib), aanbevolen (mandūb), en andere. De juiste classificatie van een innovatie wordt bepaald door deze te toetsen aan de regels van de sharia. Het type innovatie wordt bepaald door de categorie waarin het valt.
Noodzakelijke innovaties (wājib) omvatten bijvoorbeeld het leren van Arabische grammatica, essentieel voor het begrijpen van de Koran en de Hadith. Verboden innovaties (ḥarām) omvatten doctrines zoals die van de Qadariyyah-sekte. Aanbevolen innovaties (mandūb) zijn het oprichten van scholen en het samenkomen voor het Tarāwīḥ-gebed. Toegestane innovaties (mubāḥ) betreffen zaken zoals handen schudden na het gebed. Afgekeurde innovaties (makrūh) omvatten het decoreren van moskeeën en koranexemplaren met materialen anders dan goud; decoratie met goud wordt echter als verboden (ḥarām) beschouwd. Volgens een Hadith: ‘Elke innovatie is een dwaling en elke dwaling leidt naar het vuur,’ wordt deze uitspraak alleen toegepast op de verboden innovaties.” [15]
Feliciteren: Geen (slechte) innovatie noch profetische traditie
De eminente geleerde Hāfiẓ al-Suyūṭī (911 AH) schreef een traktaat getiteld ‘Wuṣūl al-Amānī bi al-Uṣūl al-Tahānī’, waarin hij uitgebreid betoogde dat het toegestaan en aanbevolen is om elkaar bij speciale gelegenheden te feliciteren. Hij voerde een reeks argumenten aan en haalde ter ondersteuning de Grootgeleerde Qadi Najm al-Dīn al-Qamūlī (727 AH) aan:
“al-Qamūlī vermeldt in “Al-Jawāhir”: “Ik heb geen verhandeling van onze geleerden gezien over het uiten van felicitaties tijdens feestdagen en bij de aanvang van jaren en maanden, zoals gebruikelijk is onder de mensen. Echter, in de verzamelde werken van Sheikh Zakiyy al-Dīn ʿAbd al-ʻAẓīm al-Mundzirī (656 AH) kwam ik een passage tegen waarin Al-Ḥāfiẓ Abū al-Ḥasan al-Maqdisī (611 AH) wordt bevraagd of het geven van felicitaties bij het begin van de maanden en jaren als een innovatie (bidʿah) beschouwd moet worden. Hij antwoordde dat dit onderwerp altijd tot verschillende meningen heeft geleid. Hij concludeerde: ‘Naar mijn mening is het toegestaan; het valt niet onder de profetische tradities (soenna), noch wordt het gezien als een innovatie (bidʿah).” [16]
Napapegaaien zonder kennis veroorzaakt veel onrust
Het is problematisch dat we vaak zonder grondige kennis zaken aannemen en als waarheid beschouwen. Dit klakkeloos overnemen van standpunten kan grote onrust in de gemeenschap veroorzaken. Het is eenvoudig om zonder diepgaand begrip te generaliseren. Bijvoorbeeld door te stellen dat als de profeet en zijn metgezellen iets niet deden, wij dat ook niet moeten doen, of door iets als een innovatie te bestempelen en daarmee als verboden. Deze beweringen worden snel en gemakkelijk gedaan. Het is net als vuur aansteken: snel gedaan, maar het blussen vereist veel meer inspanning. Zie hiervoor mijn artikel over het illusoire waarheidseffect.
Het tegengaan van deze misvattingen en het staven van argumenten vereist evenzo veel meer inspanning. Als iemand, ondanks alle tegenargumenten, het feliciteren met ‘Jumuʿah Mubārak’ nog steeds afkeurt of verbiedt, dan is het noodzakelijk dat er specifieke bewijzen worden aangedragen. Een algemene claim dat elke innovatie een dwaling is en elke dwaling naar het vuur leidt, volstaat niet.
Rechtsgeleerden benadrukken dat er zelfs specifieke bewijzen nodig zijn om een handeling als afkeurenswaardig (makrūh) te bestempelen. Sheikh Ibn ʿĀbidīn al-Shāmī (1252 AH) verduidelijkt dit met de uitspraak: “Het vaststellen dat iets afgekeurd is, vereist een specifiek bewijs.” [17]
Hopelijk heeft dit artikel je een helderder beeld gegeven van de tradities en praktijken rondom “Jumuʿah Mubārak”. Blijf vragen stellen en verdiep je kennis, zodat je altijd geïnformeerd en bewust handelt.
[1]
وحدثنا قتيبة بن سعيد حدثنا المغيرة يعني الحزامي عن أبي الزناد عن الأعرج عن أبي هريرة أن النبي صلى الله عليه وسلم قال خير يوم طلعت عليه الشمس يوم الجمعة فيه خلق آدم وفيه أدخل الجنة وفيه أخرج منها ولا تقوم الساعة إلا في يوم الجمعة
Muslim bin al- Ḥajjāj al-Qushayrī (261 AH), Ṣaḥīḥ al-Muslim, deel 2, Kitāb al-Jumuʿah, Bāb Faḍl Yawm al-Jumuʿah (Caïro: Dar Ihya Al-Kutub Al-Arabiyyah, 1991), 585.
[2]
حدثنا عمار بن خالد الواسطي حدثنا علي بن غراب عن صالح بن أبي الأخضر عن الزهري عن عبيد بن السباق عن ابن عباس قال قال رسول الله صلى الله عليه وسلم إن هذا يوم عيد جعله الله للمسلمين فمن جاء إلى الجمعة فليغتسل وإن كان طيب فليمس منه وعليكم بالسواك
Ibn Mājah, Muhammad bin Yazīd al-Qazwīnī (273 AH), Sunan Ibn Mājah, deel 1, Kitāb Iqāmat al-Ṣalāt wa al-Sunnah Fīhā, Bāb Mā Jā’a fī al-Zīnat Yawm al-Jumuʿah (Beiroet: Al-Maktabah al-‘Ilmiyah, 1953), 349.
[3]
حدثنا أبو بكر بن أبي شيبة حدثنا يحيى ابن أبي بكير حدثنا زهير بن محمد عن عبد الله بن محمد بن عقيل عن عبد الرحمن بن يزيد الأنصاري عن أبي لبابة بن عبد المنذر قال قال النبي صلى الله عليه وسلم إن يوم الجمعة سيد الأيام وأعظمها عند الله وهو أعظم عند الله من يوم الأضحى ويوم الفطر فيه خمس خلال خلق الله فيه آدم وأهبط الله فيه آدم إلى الأرض وفيه توفى الله آدم وفيه ساعة لا يسأل الله فيها العبد شيئا إلا أعطاه ما لم يسأل حراما وفيه تقوم الساعة ما من ملك مقرب ولا سماء ولا أرض ولا رياح ولا جبال ولا بحر إلا وهن يشفقن من يوم الجمعة
Ibn Mājah, Muhammad bin Yazīd al-Qazwīnī (273 AH), Sunan Ibn Mājah, deel 1, Kitāb Iqāmat al-Ṣalāh wa al-Sunnah fīhā, Bāb fī Faḍl al-Jumuʿah (Beiroet: Al-Maktabah al-‘Ilmiyah, 1953), 344-5.
[4]
وَإِذَا سَأَلَكَ عِبَادِي عَنِّي فَإِنِّي قَرِيبٌ أُجِيبُ دَعْوَةَ الدَّاعِ إِذَا دَعَانِ فَلْيَسْتَجِيبُوا لِي وَلْيُؤْمِنُوا بِي لَعَلَّهُمْ يَرْشُدُونَ
Koran, 2:186.
[5]
وَقَالَ رَبُّكُمُ ادْعُونِي أَسْتَجِبْ لَكُمْ إِنَّ الَّذِينَ يَسْتَكْبِرُونَ عَنْ عِبَادَتِي سَيَدْخُلُونَ جَهَنَّمَ دَاخِرِينَ
Koran, Soera 40:60.
[6]
دثنا أبو بكر بن أبي شيبة حدثنا أبو معاوية ووكيع عن الأعمش عن أبي صالح عن أبي هريرة قال قال رسول الله صلى الله عليه وسلم لا تدخلون الجنة حتى تؤمنوا ولا تؤمنوا حتى تحابوا أولا أدلكم على شيء إذا فعلتموه تحاببتم أفشوا السلام بينكم وحدثني زهير بن حرب أنبأنا جرير عن الأعمش بهذا الإسناد قال قال رسول الله صلى الله عليه وسلم والذي نفسي بيده لا تدخلون الجنة حتى تؤمنوا بمثل حديث أبي معاوية ووكيع
Muslim bin al- Ḥajjāj al-Qushayrī (261 AH), Ṣaḥīḥ al-Muslim, deel 1, Kitāb al-Īmān, Bāb Bayān an Lā Yadkhul al-Jannah Illā al-Mu’minūn wa An Muḥabbat al-Mu’minīn min al-Īmān wa an Ifshā’ al-Salām Sababan Liḥuṣūlihā (Caïro: Dar Ihya Al-Kutub Al-Arabiyyah, 1991), 74.
[7]
حدثنا عمرو بن خالد قال : حدثنا ضمام بن إسماعيل قال:سمعت موسى بن وردان عن أبي هريرة عن النبي صلى الله عليه وسلم يقول:تهادوا تحابوا
Muḥammad bin Ismāʿīl al-Bukhārī (256 AH), al-Adab al-Mufrad, deel 1, Bāb Qabūl al-Hadiyyah (Riyadh: Maktaba Al-Maarif, 1998) 307.
[8]
التهنئة مستحبة في الجملة؛ لأنها مشاركة بالتبريك والدعاء من المسلم لأخيه المسلم فيما يسره ويرضيه؛ ولما في ذلك من التواد، والتراحم، والتعاطف بين المسلمين. وقد جاء في القرآن الكريم تهنئة المؤمنين على ما ينالون من نعيم، وذلك في قوله تعالى (كلوا واشربوا هنيئا بما كنتم تعملون). والتهنئة تكون بكل ما يسر ويسعد مما يوافق شرع الله تعالى، ومن ذلك: التهنئة بالنكاح، والتهنئة بالمولود، والتهنئة بالعيد والاعوام والاشهر، والتهنئة بالقدوم من السفر، والتهنئة بالقدوم من الحج او العمرة، والتهنئة بالطعام، والتهنئة بالفرج بعد الشدة
Wizārat al-Awqāf wa-al-Shu‘ūn al-Islāmīyah, al-Mawsūʿat al-Fiqhīyah al-Kuwaytīyah, deel 14, Tahnī’at al-Ḥukm al-Taklīfī (Kuwait: Tab’a al-Wizarah, 2006), 97.
[9]
أخبرنا أحمد بن جعفر القطيعي ثنا عبد الله بن أحمد بن حنبل حدثني أبي وأحمد بن منيع قالا : ثنا أبو بكر بن عياش ثنا عاصم عن زر عن عبد الله قال : ما رأى المسلمون حسنا فهو عند الله حسن وما رآه المسلمون سيئا فهو عند الله سيئ وقد رأى الصحابة جميعا أن يستخلفوا أبا بكر – رضي الله عنه – . هذا حديث صحيح الإسناد ولم يخرجاه . وله شاهد أصح منه إلا أن فيه إرسالا
Abū ʿAbd Allāh Muḥammad bin ʿAbd Allāh al-Ḥākim al-Naysābūrī،(405 AH), al-Mustadrak ʿAlá al-Ṣaḥīḥayn, deel 4, Kitāb Maʾrifat al-Ṣaḥābah Raḍī Allāh Taʿālā ʿanhum Yatajallā Allāh Li-ʿIbādih fī al-Ākhirah ʿĀmmah li-Abī Bakr Khāṣṣah (Beiroet: Dar Al Maarifah, 1998), 28.
[10]
ويستحب الترضي للصحابة وكذا من اختلف في نبوته كذي القرنين ولقمان وقيل يقال صلى الله على الأنبياء وعليه وسلم كما في شرح المقدمة للقرماني . والترحم للتابعين ومن بعدهم من العلماء والعباد وسائر الأخيار وكذا يجوز عكسه الترحم وللصحابة والترضي للتابعين ومن بعدهم على الراجح ذكره القرماني وقال الزيلعي الأولى أن يدعو للصحابة بالترضي وللتابعين بالرحمة ولمن بعدهم بالمغفرة والتجاوز
Muḥammad Amīn ʿAmr bin Abd al- ʿAzīz bin ʿĀbidīn al-Dimashqī (1252 AH), Rad al-Muḥtār ʿalā al-Durr al-Mukhtār, deel 6, Kitāb al-Khunthā, Masāʾil Shattā (Beiroet: Dar Al-kotob Al- Ilmiyah, 1992), 754.
[11]
حدثني زهير بن حرب حدثنا جرير بن عبد الحميد عن الأعمش عن موسى بن عبد الله بن يزيد وأبي الضحى عن عبد الرحمن بن هلال العبسي عن جرير بن عبد الله قال جاء ناس من الأعراب إلى رسول الله صلى الله عليه وسلم عليهم الصوف فرأى سوء حالهم قد أصابتهم حاجة فحث الناس على الصدقة فأبطئوا عنه حتى رئي ذلك في وجهه قال ثم إن رجلا من الأنصار جاء بصرة من ورق ثم جاء آخر ثم تتابعوا حتى عرف السرور في وجهه فقال رسول الله صلى الله عليه وسلم من سن في الإسلام سنة حسنة فعمل بها بعده كتب له مثل أجر من عمل بها ولا ينقص من أجورهم شيء ومن سن في الإسلام سنة سيئة فعمل بها بعده كتب عليه مثل وزر من عمل بها ولا ينقص من أوزارهم شيء حدثنا يحيى بن يحيى وأبو بكر بن أبي شيبة وأبو كريب جميعا عن أبي معاوية عن الأعمش عن مسلم عن عبد الرحمن بن هلال عن جرير قال خطب رسول الله صلى الله عليه وسلم فحث على الصدقة بمعنى حديث جرير حدثنا محمد بن بشار حدثنا يحيى يعني ابن سعيد حدثنا محمد بن أبي إسمعيل حدثنا عبد الرحمن بن هلال العبسي قال قال جرير بن عبد الله قال رسول الله صلى الله عليه وسلم لا يسن عبد سنة صالحة يعمل بها بعده ثم ذكر تمام الحديث حدثني عبيد الله بن عمر القواريري وأبو كامل ومحمد بن عبد الملك الأموي قالوا حدثنا أبو عوانة عن عبد الملك بن عمير عن المنذر بن جرير عن أبيه عن النبي صلى الله عليه وسلم ح وحدثنا محمد بن المثنى حدثنا محمد بن جعفر ح وحدثنا أبو بكر بن أبي شيبة حدثنا أبو أسامة ح وحدثنا عبيد الله بن معاذ حدثنا أبي قالوا حدثنا شعبة عن عون بن أبي جحيفة عن المنذر بن جرير عن أبيه عن النبي صلى الله عليه وسلم بهذا الحديث
Muslim bin al- Ḥajjāj al-Qushayrī (261 AH), Ṣaḥīḥ al-Muslim, deel 4, Kitāb al-ʿIlm, Bāb Man Sanna Sunnatan Ḥasanatan aw Sayyi’atan wa Man Daʿā Ilā Hudan aw Ḍalālah (Caïro: Dar Ihya Al-Kutub Al-Arabiyyah, 1991), 2059-60.
[12]
وحدثني محمد بن المثنى حدثنا عبد الوهاب بن عبد المجيد عن جعفر بن محمد عن أبيه عن جابر بن عبد الله قال كان رسول الله صلى الله عليه وسلم إذا خطب احمرت عيناه وعلا صوته واشتد غضبه حتى كأنه منذر جيش يقول صبحكم ومساكم ويقول بعثت أنا والساعة كهاتين ويقرن بين إصبعيه السبابة والوسطى ويقول أما بعد فإن خير الحديث كتاب الله وخير الهدى هدى محمد وشر الأمور محدثاتها وكل بدعة ضلالة ثم يقول أنا أولى بكل مؤمن من نفسه من ترك مالا فلأهله ومن ترك دينا أو ضياعا فإلي وعلي وحدثنا عبد بن حميد حدثنا خالد بن مخلد حدثني سليمان بن بلال حدثني جعفر بن محمد عن أبيه قال سمعت جابر بن عبد الله يقول كانت خطبة النبي صلى الله عليه وسلم يوم الجمعة يحمد الله ويثني عليه ثم يقول على إثر ذلك وقد علا صوته ثم ساق الحديث بمثله وحدثنا أبو بكر بن أبي شيبة حدثنا وكيع عن سفيان عن جعفر عن أبيه عن جابر قال كان رسول الله صلى الله عليه وسلم يخطب الناس يحمد الله ويثني عليه بما هو أهله ثم يقول من يهده الله فلا مضل له ومن يضلل فلا هادي له وخير الحديث كتاب الله ثم ساق الحديث بمثل حديث الثقفي
Muslim bin al- Ḥajjāj al-Qushayrī (261 AH), Ṣaḥīḥ al-Muslim, deel 2, Kitāb al-Jumuʿah, Bāb Takhfīf al-Ṣalāh wa al-Khuṭbah (Caïro: Dar Ihya Al-Kutub Al-Arabiyyah, 1991), 592-3.
[13]
أي : كل بدعة سيئة ضلالة لقوله عليه الصلاة والسلام : من سن في الإسلام سنة حسنة فله أجرها وأجر من عمل بها
Mullā ʿAlī al-Qārī Nūr al-Dīn ʿAlī bin Sulṭān Muḥammad al-Qārī (1014 AH), Mirqāt al-Mafātīḥ Sharḥ Mishkāt al-Maṣābīḥ, deel 1, Kitāb al-Īmān, Bāb al-Iʾtiṣām Bi al-Kitāb wa al-Sunnah
(Beiroet: Dār al-Fikr, 2002), 225.
[14]
قال الشافعي البدعة بدعتان : محمودة ومذمومة فما وافق السنة فهو محمود وما خالفها فهو مذموم
Aḥmad bin ʿAlī bin Ḥajar al-Asqalānī (852 AH), Fatḥ al-Bārī Sharḥ Ṣaḥīḥ al-Bukhārī, deel 13, Kitāb al-Iʾtiṣām bi al-Kitāb wa al-Sunnah, Bāb al-Iqtidā bi Sunan Rasūl Allāh Ṣallá Allāh ʿAlayhi Wa-Sallam (Caïro: Dar al-Rayyan lil-Turath, 1986), 267.
[15]
وتنقسم الى خمسة احكام يعني الوجوب والندب الخ، وطريق معرفة ذلك ان تعرض البدعة على قواعد الشرع فاي حكم دخلت فيه فهي منه، فمن البدع الواجبة تعلم النحو الذي يفهم به القرآن والسنة، ومن البدع المحرمة مذهب نحو القدرية، ومن البدع المندوبة احداث نحو المدارس والاجتماع لصلاة التراويح، ومن البدع المباحة المصافحة بعد الصلاة ومن البدع المكروهة زخرفة المساجد والمصاحف اي بغير الذهب والا فهي محرمة، وفي الحديث (كل بدعة ضلالة وكل ضلالة في النار) وهو محمول على المحرمة لا غير
Ibn Ḥajar al-Haytamī al-Saʾdī al-Anṣār (974 AH), al-Fatāwā al-Ḥadīthiyyah (Beiroet: Dar el- Fikr, g.d.), 109-10.
[16]
قال القمولي في الجواهر: لم أر من أصحابنا كلاما في التهنئة بالعيدين والأعوام والأشهر كما يفعله الناس ورأيت فيما نقل من فوائد الشيخ زكي الدين عبد العظيم المنذري أن الحافظ أبا الحسن المقدسي سئل عن التهنئة في أوائل الشهور والسنين أهو بدعة أم لا؟ فأجاب بأن الناس لم يزالوا مختلفين في ذلك، قال: والذي أراه أنه مباح، ليس بسنة ولا بدعة انتهى
Jalāl al-Dīn ʿAbd al-Raḥmān bin Abī Bakr al-Suyūṭī (911 AH), Wuṣūl al-Amānī bi al-Uṣūl al-Tahānī, (Caïro: Dar Imam Ahmad, 2006), 51-2.
[17]
ثبوت الكراهة إذ لا بد لها من دليل خاص
Muḥammad Amīn ʿAmr bin Abd al- ʿAzīz bin ʿĀbidīn al-Dimashqī (1252 AH), Rad al-Muḥtār ʿalā al-Durr al-Mukhtār, deel 2, Kitāb al-Ṣalāh, Bāb al-ʿĪdayn (Beiroet: Dar Al-kotob Al- Ilmiyah, 1992), 177.