Inhoud
- 1 Vast zes dagen in Shawwāl: aaneengesloten of verspreid
- 2 Het effect van de Ramadan op zijn buurmaanden
- 3 1. Ramadan + zes dagen Shawwāl = één jaar voortdurend vasten
- 4 2. Zondeloos zoals de dag waarop je bent geboren
- 5 3. Een compensatie van ontstane tekortkomingen
- 6 4. Een teken van acceptatie van de vasten
Vast zes dagen in Shawwāl: aaneengesloten of verspreid
Na het afronden van de gezegende maand Ramadan, blijven de deuren naar spirituele toewijding wagenwijd openstaan. Het is aanbevolen om, na het einde van de Ramadan, zes dagen te vasten in de maand Shawwāl, hetzij aaneengesloten, hetzij verspreid over de maand. De vasten van deze zes dagen in Shawwāl, volgend op de Ramadan, biedt een uitgelezen kans die men niet zou moeten laten schieten. Deze vastendagen brengen immers aanzienlijke beloningen en immense zegeningen met zich mee. Dit artikel werpt licht op de spirituele voordelen van het vasten gedurende deze zes dagen.
Het effect van de Ramadan op zijn buurmaanden
Net zoals de zon bij haar opkomst het begin van de dag aankondigt met een eerste gloed en bij haar ondergang de dag afsluit met een streep nalatend licht. Zo markeert de maand Ramadan met haar licht het spirituele begin en einde. Het licht dat de aanloop naar Ramadan kenmerkt, begint al in de maand Shaʿbān, die zonder twijfel gezegend is. Zo laat de maand Ramadan haar gloed achter in de maand Shawwāl. Zo zien we dat de maand zijn effect heeft op zijn naburige maanden.
De vasten in de maand Shawwāl herbergt geweldige voortreffelijkheden. Hieronder hebben we een paar voortreffelijkheden voor je op een rijtje geplaatst.
1. Ramadan + zes dagen Shawwāl = één jaar voortdurend vasten
Vast de maand Ramadan en zes dagen in Shawwāl, en je ontvangt de verdiensten alsof je een heel jaar onafgebroken hebt gevast. Is dat geen geweldige deal? Door 35 of 36 dagen te vasten, verdien je de beloning van meer dan 354 dagen (een lunaire jaar).
De Profeet Mohammed -vrede zij met hem- stelde de vasten van Ramadan gelijk aan het vasten van tien maanden. De zes dagen vasten in Shawwāl vergeleek hij met twee maanden. Zo wordt de vasten van Shawwāl, wanneer gecombineerd met Ramadan, beschouwd alsof men een heel jaar onafgebroken heeft gevast. De volgende overleveringen verhelderen dit verder:
De metgezel Thawbān -moge Allah tevreden met hem zijn- heeft het volgende van Allah’s Gezant -vrede zij met hem- overgeleverd: “Wie Ramadan vast, telt dat als tien maanden, en het vasten van zes dagen na ʿEid al-Fiṭr maakt het vasten voor het hele jaar compleet.” [1]
De metgezel Abū Ayyūb al-Anṣārī -moge Allah tevreden met hem zijn- heeft het volgende van Allah’s Gezant -vrede zij met hem- overgeleverd: “Degene die de vasten van Ramadan voltooit en daarna zes dagen in Shawwāl vast, het staat gelijk aan alsof hij voortdurend heeft gevast.” [2]
2. Zondeloos zoals de dag waarop je bent geboren
Wat zou je ervan vinden als je de kans kreeg om helemaal opnieuw te beginnen, met een schone lei? Stel je voor dat al je zonden en misstappen volledig uitgewist zouden worden. Dat zou geweldig zijn, nietwaar? We mogen nooit onze hoop op de genade van Allah verliezen. Hij is immers barmhartiger voor Zijn dienaren dan een moeder voor haar kinderen. Daarom biedt Hij ons in het leven voldoende kansen om onszelf te reinigen van kleinere zonden. De zes dagen vasten van de maand Shawwāl zijn eveneens een uiting van Allah’s genade.
Ibn ʿUmar -moge Allah tevreden met hen zijn- heeft overgeleverd dat de Gezant van Allah -vrede zij met hem- zei: “Wie de Ramadan vast en dit opvolgt met zes dagen vasten in Shawwāl, wordt bevrijd van zijn zonden, zoals de dag waarop zijn moeder hem heeft gebaard.” [3]
Volgens de islam wordt iedereen zonder zonden geboren. Het concept van erfzonde, zoals dat in sommige andere geloofstradities wordt gevonden, kent de islam niet. Dat kunnen we ook van deze overlevering afleiden.
3. Een compensatie van ontstane tekortkomingen
Wij mensen zijn zwak en niet perfect. We hebben onze eigen zwakheden. Onze Schepper heeft ons zo gemaakt en is zich bewust van onze aard. Soms leiden onze zwakheden tot tekortkomingen in onze verplichtingen. Dit kan ertoe leiden dat onze handelingen door Allah afgekeurd worden. Echter, Allah is buitengewoon barmhartig en genadevol.
Een Hadith maakt duidelijk dat als onze verplichte erediensten tekortschieten, er naar onze vrijwillige erediensten wordt gekeken. Als deze volledig zijn, kunnen ze onze verplichte aanbiddingen compenseren en aanvullen. Mochten er tekortkomingen zijn in ons vasten, dan kunnen deze, volgens dezelfde redenering, gecompenseerd worden met de vasten van Shawwāl.
De Profeet van Allah -vrede zij met hem- zei: “Het eerste waarover mensen op de Dag des Oordeels zullen worden geoordeeld, zijn hun gebeden.” Hij zei: “Onze Heer, Verheven en Almachtig, zal tegen Zijn engelen zeggen – terwijl Hij het beste weet – ‘Bekijk het gebed van Mijn dienaar: heeft hij het voltooid of is het tekortgeschoten? Als het compleet is, zal het volledig voor hem geregistreerd worden. En als er iets aan ontbreekt, zal Hij zeggen: ‘Kijk of Mijn dienaar vrijwillige gebeden heeft verricht.’ Als hij vrijwillige gebeden heeft verricht, zal Hij zeggen: ‘Maak het verplichte gebed van Mijn dienaar compleet met zijn vrijwillige gebeden.’ Vervolgens zullen de daden op die manier beoordeeld worden.” [4] [5]
4. Een teken van acceptatie van de vasten
Zou het niet mooi zijn als je zou weten of jouw daden van aanbidding door Allah zijn geaccepteerd? Een teken dat jouw daden geaccepteerd zijn, kun je herkennen nadat je een goede daad hebt verricht. Als Allah je daarna de kans geeft om een andere goede daad te verrichten en je grijpt die kans met beide handen aan, dan is dat een teken dat jouw eerste goede daad geaccepteerd is.
Sommige geleerden hebben gezegd: “De beloning voor een goede daad is een andere goede daad die daarop volgt.” Als iemand een goede daad verricht en deze opvolgt met nog een goede daad, is dat een teken van de acceptatie van de eerste goede daad. Evenzo, als iemand een goede daad verricht en deze opvolgt met een slechte daad, is dat een teken van de afwijzing van de goede daad.
Dus, als je na de maand Ramadan de kans krijgt om zes dagen te vasten in de maand Shawwāl, dan is dit een teken dat Allah je vasten van Ramadan heeft geaccepteerd. [6]
De vasten van zes dagen in Shawwāl, of je ze nu aaneengesloten of verspreid over de maand observeert, biedt een prachtige gelegenheid om je spirituele reis te verdiepen en de beloningen van je inspanningen tijdens Ramadan te vermeerderen. Deze dagen zijn een geschenk van barmhartigheid en genade, klaar om omarmd te worden. Grijp dus deze kans en maak je verbintenis met het geloof sterker.
[1]
حدثنا الحكم بن نافع حدثنا ابن عياش عن يحيى بن الحارث الذماري عن أبي أسماء الرحبي عن ثوبان عن النبي صلى الله عليه وسلم قال من صام رمضان فشهر بعشرة أشهر وصيام ستة أيام بعد الفطر فذلك تمام صيام السنة
Aḥmad bin Ḥanbal [142 AH], Musnad al-Imām Ahmad, deel 5, Bāqī Musnad al- Anṣār wa-min Ḥadīth Thawbān Raḍiya Allāhu ʿAnhu (Beiroet: Dar Ihya al-Turath al-Arabi, 1993), 280.
[2]
حدثنا يحيى بن أيوب وقتيبة بن سعيد وعلي بن حجر جميعا عن إسمعيل قال ابن أيوب حدثنا إسمعيل بن جعفر أخبرني سعد بن سعيد بن قيس عن عمر بن ثابت بن الحارث الخزرجي عن أبي أيوب الأنصاري رضي الله عنه أنه حدثه أن رسول الله صلى الله عليه وسلم قال من صام رمضان ثم أتبعه ستا من شوال كان كصيام الدهر وحدثنا ابن نمير حدثنا أبي حدثنا سعد بن سعيد أخو يحيى بن سعيد أخبرنا عمر بن ثابت أخبرنا أبو أيوب الأنصاري رضي الله عنه قال سمعت رسول الله صلى الله عليه وسلم يقول بمثله وحدثناه أبو بكر بن أبي شيبة حدثنا عبد الله بن المبارك عن سعد بن سعيد قال سمعت عمر بن ثابت قال سمعت أبا أيوب رضي الله عنه يقول قال رسول الله صلى الله عليه وسلم بمثله
Muslim bin al- Ḥajjāj al-Qushayrī (261 AH), Ṣaḥīḥ al-Muslim, deel 2, Kitāb al-Ṣiyām, Bāb Istiḥbāb Ṣawm Sittat Ayyām min Shawwāl Ittibāʿan li Ramaḍān (Caïro: Dar Ihya Al-Kutub Al-Arabiyyah, 1991), 822.
[3]
حدثنا مسعود بن محمد الرملي قال حدثنا عمران بن هارون قال حدثنا مسلمة بن علي قال: حدثنا أبو عبد الله الحمصي عن نافع عن ابن عمر قال : قال رسول الله صلى الله عليه وسلم : ” من صام رمضان وأتبعه ستا من شوال خرج من ذنوبه كيوم ولدته أمه . لم يرو هذا الحديث عن نافع إلا أبو عبد الله الحمصي تفرد به مسلمة بن علي
Aḥmad bin Ḥanbal [142 AH], Musnad al-Imām Ahmad, deel 5, Bāqī Musnad al- Anṣār wa-min Ḥadīth Thawbān Raḍiya Allāhu ʿAnhu (Beiroet: Dar Ihya al-Turath al-Arabi, 1993), 280.
[4]
أن صيام شوال وشعبان كصلاة السنن الرواتب قبل الصلاة المفروضة وبعدها، فيكمل بذلك ما حصل في الفرض من خلل ونقص. فإن الفرائض تكمل بالنوافل يوم القيامة، كما ورد ذلك عن النبي صلى الله عليه وسلم من وجوه متعددة
Zayn al-Dīn Abū al-Faraj ʿAbd al-Raḥmān ibn Shihāb al-Dīn Aḥmad ibn Rajab al-Ḥanbalī al-Baghdādī al-Dimashqī (795 AH), Laṭā-if al-Maʿārif Fīmā Li-Mawāsim al-ʿĀm min al-Waẓā-if, Al-Majlis al-Awwal fī Ṣiyām Shawwāl Kulluh wa Ittibāʾ Ramaḍān bi-Ṣiyām Sittah Ayyām min Shawwāl wa-fī Muʿāwadah al-Ṣiyām Baʿd Ramaḍān Fawāʾid ʿAdīdah (Beiroet: Al-Maktab al-Islami, 2007), 387.
[5]
حدثنا يعقوب بن إبراهيم حدثنا إسمعيل حدثنا يونس عن الحسن عن أنس بن حكيم الضبي قال خاف من زياد أو ابن زياد فأتى المدينة فلقي أبا هريرة قال فنسبني فانتسبت له فقال يا فتى ألا أحدثك حديثا قال قلت بلى رحمك الله قال يونس وأحسبه ذكره عن النبي صلى الله عليه وسلم قال إن أول ما يحاسب الناس به يوم القيامة من أعمالهم الصلاة قال يقول ربنا جل وعز لملائكته وهو أعلم انظروا في صلاة عبدي أتمها أم نقصها فإن كانت تامة كتبت له تامة وإن كان انتقص منها شيئا قال انظروا هل لعبدي من تطوع فإن كان له تطوع قال أتموا لعبدي فريضته من تطوعه ثم تؤخذ الأعمال على ذاكم حدثنا موسى بن إسمعيل حدثنا حماد عن حميد عن الحسن عن رجل من بني سليط عن أبي هريرة عن النبي صلى الله عليه وسلم بنحوه حدثنا موسى بن إسمعيل حدثنا حماد عن داود بن أبي هند عن زرارة بن أوفى عن تميم الداري عن النبي صلى الله عليه وسلم بهذا المعنى قال ثم الزكاة مثل ذلك ثم تؤخذ الأعمال على حسب ذلك
Abū Dāwūd Sulaymān bin al- Ash’ath al-Azdī al-Sijistānī (275 AH), Sunan Abī Dāwūd, deel 1, Kitāb al-Ṣalāh, Abwāb Tafriʾ Istiftāḥ al-Ṣalāh, Bāb Qawl al-Nabī Ṣallā Allāh ʿalayh wa-Sallam Kull Ṣalāh Lā Yatimmuhā Ṣāḥibuhā Tutim Min Taṭawwuʿih (Beiroet: Maktaba al – ‘ Asriyya, g.d.), 229.
[6]
أن معاودة الصيام بعد صيام رمضان علامة على قبول صوم رمضان؛ فإن الله تعالى إذا تقبل عمل عبد وفقه لعمل صالح بعده، كما قال بعضهم: ثواب الحسنة الحسنة بعدها، فمن عمل حسنة ثم أتبعها بحسنة بعدها، كان ذلك علامة على قبول الحسنة الأولى. كما أن من عمل حسنة، ثم أتبعها بسيئة، كان ذلك علامة رد الحسنة وعدم قبولها
Zayn al-Dīn Abū al-Faraj ʿAbd al-Raḥmān ibn Shihāb al-Dīn Aḥmad ibn Rajab al-Ḥanbalī al-Baghdādī al-Dimashqī (795 AH), Laṭā-if al-Maʿārif Fīmā Li-Mawāsim al-ʿĀm min al-Waẓā-if, Al-Majlis al-Awwal fī Ṣiyām Shawwāl Kulluh wa Ittibāʾ Ramaḍān bi-Ṣiyām Sittah Ayyām min Shawwāl wa-fī Muʿāwadah al-Ṣiyām Baʿd Ramaḍān Fawāʾid ʿAdīdah (Beiroet: Al-Maktab al-Islami, 2007), 388.