
Waarom Bismillah zeggen alvorens het eten?
Inhoud
- 1 Stop Satan om met je mee te eten
- 2 Zeg Bismillāh iets harder op
- 3 Bismillāh is geen vervanging voor smakelijk eten!
- 4 Een nederige etiquette voor het samen eten
- 5 Satans kinderen als je huis en tafelgenoten
- 6 Overvloed aan het begin en een tekort aan het eind
- 7 Bismillāh zeggen vergeten, wat nu?
- 8 Bismillāh aan het begin en aan het einde
- 9 Eten jullie samen of apart?
- 10 De opvoeding van de Profeet
Stop Satan om met je mee te eten
Het is van belangrijk dat je ‘Bismillāh’, de naam van Allah, uitspreekt voordat je begint met eten. Deze handeling dient als een beschermende barrière die voorkomt dat Satan deelneemt aan jouw maaltijd. Het nalaten hiervan geeft Satan de vrijheid om met jou mee te eten.
Zeg Bismillāh iets harder op
Het is een goede zaak om met luide stem ‘Bismillāh’ te zeggen voordat je gaat eten. Ook als iemand anders aanschuift. Het uitspreken van de naam van Allah dient een persoonlijke bescherming tegen Satan. Bovendien herinnert het anderen er ook aan dit belangrijke ritueel niet te vergeten. Soms vindt Satan slimme manieren om toch met je mee te eten. Hij doet dit door bijvoorbeeld iemand die vergeten is ‘Bismillāh’ te zeggen, naar de maaltijd te leiden. Dit kunnen we uit de volgende aflevering opmaken:
Van Ḥuzayfah -Allāh zij hem tevreden-. Hij zei: “Toen wij met de Gezant van Allāh -vrede zij met hem- waren gaan eten, begonnen wij niet met eten zolang de Gezant van Allāh -vrede zij met hem- begon te eten. Op een keer waren wij met de Gezant van Allāh -vrede zij met hem- gaan eten toen er een klein meisje haastig kwam aangelopen alsof ze geduwd werd. Ze wilde toen haar hand in het eten stoppen, toen pakte de Gezant van Allāh -vrede zij met hem- haar hand vast.
Nadien kwam er een bedoeïen haastig aangelopen alsof hij geduwd werd (ook hij wilde zijn hand in het eten stoppen) toen pakte Allāh’s Gezant -vrede zij met hem- ook zijn hand vast en zei: ‘Het eten is voor de Satan ḥalāl, totdat de naam van Allāh hierover niet wordt genoemd. Waarlijk, hij kwam met dit meisje om met haar mee te eten, toen pakte ik haar hand vast. Daarna kwam hij met deze bedoeïen zodat hij met hem mee kon eten en toen pakte ik ook zijn hand vast. Ik zweer bij Hem in wiens hand mijn leven is: ‘Waarlijk, zijn hand is samen met haar hand in mijn hand.’ Daarna noemde hij de naam van Allāh de Verhevene en at hij (verder).” [1]
Bismillāh is geen vervanging voor smakelijk eten!
Het is belangrijk om te beseffen dat het zeggen van ‘Bismillāh’ geen vervanging is voor het woord “eten”. Het is een doelbewuste uitnodiging om Allah’s naam te noemen voordat je begint met eten. Soms zeggen mensen tegen een etende persoon “Doe Bismillāh!” in de zin van “Eet smakelijk!” of “ga door met eten! Dit is niet juist, heeft geen betekenis of toegevoegde waarde. Zo’n uitdrukking is op dat moment niet gepast. In plaats daarvan is “Eet smakelijk!” een betere alternatief.

Een nederige etiquette voor het samen eten
Deze overlevering onderstreept de islamitische etiquette rondom het eten en toont ons het respect en de eerbied die de metgezellen hadden. Ze begonnen pas met eten nadat de Profeet -vrede zij met hem- zijn met het eten begon. Deze traditie leert ons dat we niet moeten beginnen met eten aan tafel, totdat iemand die hoger in rang is, zoals ouders, docenten, of geleerden, dat heeft gedaan. Het is een manier om respect en eerbied voor hen te tonen.
Satans kinderen als je huis en tafelgenoten
Het uitspreken van de naam van Allah is een krachtige manier om Satan en zijn kinderen op afstand te houden. Vaak realiseren we ons niet dat we hen onbedoeld welkom heten in ons huis door te vergeten Allah’s naam te noemen bij binnenkomst. Hiermee bieden we deze ongewenste bezoekers een plek om te verblijven. Evenzo, door het nalaten van ‘Bismillāh’ te zeggen voor het eten, gedragen we ons als welwillende gastheren of gastvrouwen voor hen. Dit wordt onderstreept in de volgende overlevering:
Van Jābir bin ʿAbdullāh -Allāh zij hem tevreden-. Hij hoorde de Gezant van Allāh -vrede zij met hem- zeggen: “Wanneer iemand zijn huis binnenkomt en daarbij de naam van Allāh noemt zowel bij het betreden als tijdens het eten, dan zegt de Satan (tegen zijn nakomelingen): ‘Jullie hebben hier noch een verblijfplaats, noch eten.’ Maar wanneer hij zijn huis betreedt zonder de naam van Allāh te noemen, zegt de Satan: ‘Jullie hebben een verblijfplaats gevonden.’ En als hij niet de naam van Allāh noemt bij het eten, zegt hij: ‘Jullie hebben zowel een verblijfplaats als eten gekregen.”[2]
Overvloed aan het begin en een tekort aan het eind
Zonder Allah’s naam te noemen gaat de overvloed weg. Dit leren we in de volgende overlevering:
Van Abū Ayyūb al-Anṣārī -Allāh zij hem tevreden-. Hij zei: “Op een dag waren wij bij de Gezant van Allāh -vrede zij met hem-. Het eten werd opgediend, en ik had nog nooit zoveel overvloed in eten gezien als toen. Maar tegen het einde was er een groot tekort. Wij vroegen toen: ‘O Gezant van Allāh! Hoe kan dat?’ Hij antwoordde: ‘In het begin noemden we de naam van Allāh toen we begonnen met eten. Later kwam er iemand bij zitten die niet de naam van Allāh noemde, dus at de Satan met hem mee.’” [3]
Bismillāh zeggen vergeten, wat nu?

Het kan gebeuren dat je vergeet ‘Bismillāh’ te zeggen voordat je gaat eten, vooral als dit nog geen vaste gewoonte voor je is. Maar maak je geen zorgen, dat komt vanzelf. Probeer Allah te herinneren bij alles wat je doet. Op die manier bouw je een leven op met Allah dicht bij je. Hoe meer je aan Hem denkt, hoe dichter je bij Hem komt. Gelukkig heeft de Profeet -vrede zij met hem- ons een manier gegeven om het goed te maken als we vergeten zijn ‘Bismillāh’ te zeggen voordat we beginnen met eten. Dit wordt ons duidelijk gemaakt in de volgende overlevering:
Van Umayyah bin Makhshiyy -Allāh zij hem tevreden-. Hij zei: “De Gezant van Allāh -vrede zij met hem- zat terwijl een man aan het eten was. Hij had de naam van Allāh niet genoemd, totdat er slechts één hap overbleef. Toen hij deze naar zijn mond bracht, zei hij: ‘Bismillāh awwalahu wa ākhirahu’ (In de naam van Allāh, aan het begin en het einde). Daarop lachte de Gezant van Allāh -vrede zij met hem- en zei: ‘De Satan bleef met hem eten, maar toen hij de naam van Allāh noemde, moest de Satan alles wat hij had ingeslikt uitbraken.”[4]
Bismillāh aan het begin en aan het einde

In een andere overlevering geeft de Profeet -vrede zij met hem- zijn metgezellen instructies over wat te doen als ze vergeten zijn ‘Bismillāh’ te zeggen. Hij onderwijst ons ook dat het uitspreken van ‘Bismillāh’ onze maaltijd zegent, wat leidt tot een gevoel van verzadiging.
Van ʿĀisha -Allāh zij haar tevreden-. Zij zei: “De Gezant van Allāh -vrede zij met hem- was samen met een groep van zes van zijn metgezellen aan het eten, toen een bedoeïen arriveerde en het eten in slechts twee happen opat. De Gezant van Allāh -vrede zij met hem- zei toen: ‘Als hij ‘Bismillāh’ had gezegd, zou het zeker genoeg zijn geweest voor jullie allen. Dus, wanneer iemand van jullie gaat eten, moet hij ‘Bismillāh’ zeggen. En als hij vergeet ‘Bismillāh’ te zeggen aan het begin, moet hij zeggen: ‘Bismillāh fi awwalihi wa ākhirihi’ (In de naam van Allāh, in het begin en aan het einde).” [5]
Eten jullie samen of apart?
Samen eten is meer dan alleen gezelligheid en het versterken van onderlinge banden. Door dit te doen terwijl je Allah’s naam uitspreekt, trek je zegeningen aan. Bovendien zorgt het voor overvloed in de maaltijd. De wordt in de volgende overlevering onderstreept:
Van Waḥshī bin Ḥarb -Allāh zij hem tevreden-. De mensen vroegen: “O Gezant van Allāh! Wij eten, maar worden niet verzadigd.” Hij vroeg: “Eten jullie samen of apart?” Zij antwoordden: “Wij eten apart.” Hij zei: “Eet samen en noem de naam van Allāh de Verhevene erbij. Dit zal overvloed voor jullie brengen.” [6]

De opvoeding van de Profeet
Een goede opvoeding vormt onze kinderen tot respectabele mensen. ʿUmar bin Abū Salamah deelde mee dat hij als kind in de zorg van de Profeet -vrede zij met hem- was. De Profeet onderwees hem in de islamitische etiquette aan tafel. Dit wordt benadrukt in de volgende overlevering:
Van ʿUmar bin Abū Salamah -Allāh zij hem tevreden-. Hij zei: “Ik stond onder de hoede van Allāh’s Gezant -vrede zij met hem- en tijdens het eten bewoog mijn hand overal over het bord. Hij zei toen tegen mij: ‘Jongeman, noem de naam van Allāh (Bismillāh), eet met je rechterhand en neem van wat dichtbij je ligt.” [7]
In dit artikel hebben we de kracht en het belang van het uitspreken van ‘Bismillāh’ voor elke maaltijd verkend. Deze simpele, maar diepgaande daad is niet alleen een middel om Satan buiten de deur te houden, maar verrijkt ook onze maaltijden met zegeningen en overvloed. Van de leerzame momenten met de Profeet -vrede zij met hem- tot de dagelijkse praktijk in onze eigen huizen, herinnert deze handeling ons aan de voortdurende aanwezigheid van Allah in alle aspecten van ons leven.
Laat ons dus niet vergeten om ‘Bismillāh’ te zeggen aan het begin van elke maaltijd, en zo onze dankbaarheid en bewustzijn van Allah’s genade te tonen. Zo bouwen we aan een leven waarin elk moment een gelegenheid is om dichter bij Allah te komen en de invloed van Satan om ons leven te elimineren.
[1]
حدثنا أبو بكر بن أبي شيبة وأبو كريب قالا حدثنا أبو معاوية عن الأعمش عن خيثمة عن أبي حذيفة عن حذيفة قال كنا إذا حضرنا مع النبي صلى الله عليه وسلم طعاما لم نضع أيدينا حتى يبدأ رسول الله صلى الله عليه وسلم فيضع يده وإنا حضرنا معه مرة طعاما فجاءت جارية كأنها تدفع فذهبت لتضع يدها في الطعام فأخذ رسول الله صلى الله عليه وسلم بيدها ثم جاء أعرابي كأنما يدفع فأخذ بيده فقال رسول الله صلى الله عليه وسلم إن الشيطان يستحل الطعام أن لا يذكر اسم الله عليه وإنه جاء بهذه الجارية ليستحل بها فأخذت بيدها فجاء بهذا الأعرابي ليستحل به فأخذت بيده والذي نفسي بيده إن يده في يدي مع يدها وحدثناه إسحق بن إبراهيم الحنظلي أخبرنا عيسى بن يونس أخبرنا الأعمش عن خيثمة بن عبد الرحمن عن أبي حذيفة الأرحبي عن حذيفة بن اليمان قال كنا إذا دعينا مع رسول الله صلى الله عليه وسلم إلى طعام فذكر بمعنى حديث أبي معاوية وقال كأنما يطرد وفي الجارية كأنما تطرد وقدم مجيء الأعرابي في حديثه قبل مجيء الجارية وزاد في آخر الحديث ثم ذكر اسم الله وأكل وحدثنيه أبو بكر بن نافع حدثنا عبد الرحمن حدثنا سفيان عن الأعمش بهذا الإسناد وقدم مجيء الجارية قبل مجيء الأعرابي
Muslim bin al- Ḥajjāj al-Qushayrī (261 AH), Ṣaḥīḥ al-Muslim, deel 3, Kitāb al-Ashribah, Bāb Ādāb al-Ṭaʿām wa al-Sharāb wa Aḥkāmihimā (Caïro: Dar Ihya Al-Kutub Al-Arabiyyah, 1991), 1597.
[2]
وحدثنا محمد بن المثنى العنزي حدثنا الضحاك يعني أبا عاصم عن ابن جريج أخبرني أبو الزبير عن جابر بن عبد الله أنه سمع النبي صلى الله عليه وسلم يقول إذا دخل الرجل بيته فذكر الله عند دخوله وعند طعامه قال الشيطان لا مبيت لكم ولا عشاء وإذا دخل فلم يذكر الله عند دخوله قال الشيطان أدركتم المبيت وإذا لم يذكر الله عند طعامه قال أدركتم المبيت والعشاء وحدثنيه إسحق بن منصور أخبرنا روح بن عبادة حدثنا ابن جريج أخبرني أبو الزبير أنه سمع جابر بن عبد الله يقول إنه سمع النبي صلى الله عليه وسلم يقول بمثل حديث أبي عاصم إلا أنه قال وإن لم يذكر اسم الله عند طعامه وإن لم يذكر اسم الله عند دخوله
Muslim bin al- Ḥajjāj al-Qushayrī (261 AH), Ṣaḥīḥ al-Muslim, deel 3, Kitāb al-Ashribah, Bāb Ādāb al-Ṭaʿām wa al-Sharāb wa Aḥkāmihimā (Caïro: Dar Ihya Al-Kutub Al-Arabiyyah, 1991), 1598.
[3]
أخبرنا أبو محمد عبد الله بن عبد الصمد الجوزجاني أنا علي بن أحمد الخزاعي أنا أبو سعيد الهيثم بن كليب نا أبو عيسى الترمذي نا قتيبة بن سعيد نا ابن لهيعة عن يزيد بن أبي حبيب عن راشد اليافعي عن حبيب بن أوس عن أبي أيوب الأنصاري قال: كنا عند النبي صلى الله عليه وسلم يوما فقرب طعام فلم أر طعاما كان أعظم بركة منه أول ما أكلنا ولا أقل بركة في آخره. قلنا: يا رسول الله كيف هذا؟ قال: “إنا ذكرنا اسم الله حين أكلنا ثم قعد من أكل ولم يسم الله فأكل معه الشيطان”
Al-Baghawī – Al-Ḥusayn ibn Masʿūd al-Baghawī (516 AH), Sharḥ al-Sunnah, deel 11, Kitāb al-Aṭʿimah, Bāb al-Tasmīyyah ʿalā al-Akl wa al-Ḥamd fī Ākhirih (Beiroet: Al-Maktab al-Islami, 1983), 276.
[4]
حدثنا مؤمل بن الفضل الحراني حدثنا عيسى يعني ابن يونس حدثنا جابر بن صبح حدثنا المثنى بن عبد الرحمن الخزاعي عن عمه أمية بن مخشي وكان من أصحاب رسول الله صلى الله عليه وسلم قال كان رسول الله صلى الله عليه وسلم جالسا ورجل يأكل فلم يسم حتى لم يبق من طعامه إلا لقمة فلما رفعها إلى فيه قال بسم الله أوله وآخره فضحك النبي صلى الله عليه وسلم ثم قال ما زال الشيطان يأكل معه فلما ذكر اسم الله عز وجل استقاء ما في بطنه قال أبو داود جابر بن صبح جد سليمان بن حرب من قبل أمه
Abū Dāwūd Sulaymān bin al- Ash’ath al-Azdī al-Sijistānī (275 AH), Sunan Abī Dāwūd, deel 3, Kitāb al-Aṭʿimah, Bāb al-Tasmīyyah ʿalā al-Ṭaʿām (Beiroet: Maktaba al – ‘ Asriyya, g.d.), 348.
[5]
حدثنا أبو بكر بن أبي شيبة حدثنا يزيد بن هارون عن هشام الدستوائي عن بديل بن ميسرة عن عبد الله بن عبيد بن عمير عن عائشة قالت كان رسول الله صلى الله عليه وسلم يأكل طعاما في ستة نفر من أصحابه فجاء أعرابي فأكله بلقمتين فقال رسول الله صلى الله عليه وسلم أما أنه لو كان قال بسم الله لكفاكم فإذا أكل أحدكم طعاما فليقل بسم الله فإن نسي أن يقول بسم الله في أوله فليقل بسم الله في أوله وآخره
Ibn Mājah, Muhammad bin Yazīd al-Qazwīnī (273 AH), Sunan Ibn Mājah, deel 2, Kitāb al-Aṭʿimah, Bāb al-Tasmīyah ʿinda al-Ṭaʿām (Beiroet: Al-Maktabah al-‘Ilmiyah, 1953), 1087.
[6]
أخبرنا الهيثم بن خلف الدوري ببغداد قال : حدثنا داود بن رشيد قال : حدثنا الوليد بن مسلم عن وحشي بن حرب بن وحشي بن حرب عن أبيه عن جده وحشي قال : قالوا : يا رسول الله إنا نأكل ولا نشبع قال : تجتمعون على طعامكم أو تتفرقون ؟ قالوا : نتفرق قال : اجتمعوا على طعامكم واذكروا اسم الله يبارك لكم
Kitāb al-Aṭʿimah, Bāb Ādāb al-Akl Ḏikr al-Amr bi al-Ijtimāʾ ʿalā al-Ṭaʿām Rajā al-Barakah fī al-Ijtimāʾ ʿAlayh (Beiroet: Muassasah al Risalah, 1993), 28.
[7]
حدثنا علي بن عبد الله أخبرنا سفيان قال الوليد بن كثير أخبرني أنه سمع وهب بن كيسان أنه سمع عمر بن أبي سلمة يقول كنت غلاما في حجر رسول الله صلى الله عليه وسلم وكانت يدي تطيش في الصحفة فقال لي رسول الله صلى الله عليه وسلم يا غلام سم الله وكل بيمينك وكل مما يليك فما زالت تلك طعمتي بعد
Muḥammad bin Ismāʿīl al-Bukhārī (256 AH), Ṣaḥīḥ al-Bukhārī, deel 5, Kitāb al-Aṭʿimah, Bāb al-Tasmīyah ʿalā al-Ṭaʿām wa al-Akl bi al-Yamīn (Beiroet: Dar Ibn Kathir, 1993) 2056.