Inhoud
- 1 De voortreffelijkheid van de maand Rajab volgens de Koran
- 2 De vier heilige maanden volgens de overleveringen
- 3 De oorsprong en betekenis van de naam ‘Rajab’
- 4 Gebruiken uit het pre-islamitische tijdperk in Rajab
- 5 De smeekbede van de Profeet in de maand Rajab
- 6 Vasten in de maand Rajab: Verschillende meningen en overleveringen
- 7 De positie van het vasten in Rajab volgens geleerden
- 8 Zwakke overleveringen zijn aanvaardbaar in deugden
- 9 De vergelijking tussen Rajab en Ramadan
- 10 Een belangrijk punt
- 11 Vasten in Rajab is aanbevolen en zegenrijk
- 12 Onbenulligheid hoort niet bij de deugdzame
- 13 Rajab is de maand van het zaaien
- 14 De maand Rajab is groen en fris
- 15 Rajab ‘de maand van vergiffenis’
De voortreffelijkheid van de maand Rajab volgens de Koran
Dat de maand Rajab voortreffelijk is, daarover mag geen twijfel bestaan. Om de voortreffelijkheid van deze maand te onderstrepen, volstaat het Koranvers in soera at-Tawbah, vers 20. Allah vermeldt hierin dat er twaalf maanden in een jaar zijn, waarvan er vier heilig zijn. Hij zegt:
‘Voorwaar, het aantal maanden volgens Allah is twaalf, zoals vastgelegd in het Boek van Allah op de dag dat Hij de hemelen en de aarde schiep. Onder deze twaalf maanden zijn er vier heilige maanden.’ [1]
De vier heilige maanden volgens de overleveringen
Uit een overlevering in Ṣaḥīḥ al-Bukhārī van de eerbiedwaardige Abū Bakrah weten we welke vier maanden heilig zijn. Zo zei de Profeet -vrede zij met hem-:
‘De tijd heeft zijn loop volbracht tot aan de dag waarop Allah de hemel en de aarde schiep. Het jaar telt twaalf maanden, waarvan er vier heilig zijn. Drie van deze heilige maanden zijn opeenvolgend: Dhū al-Qaʾdah, Dhū al-Ḥijjah en Muḥarram. Daarnaast is er ook Rajab van Muḍar, die tussen Jumāda en Shaʾbān valt.’ [2]
De oorsprong en betekenis van de naam ‘Rajab’
Het feit dat de maand Rajab heilig is, onderscheidt haar al van de andere maanden. Zelfs in het pre-islamitische tijdperk genoot deze maand een bijzondere status. De naam van de maand heeft verschillende oorsprongen.
De Arabieren noemden haar ‘Rajab’, afgeleid van het woord ’tarjīb’, wat staat voor verheerlijking of eerbiediging. Ze stond ook bekend als ‘de stille maand’ (al-Aṣamm), omdat in deze periode het geluid van wapengekletter afwezig was. De Arabieren staakten alle gevechten en onthielden zich van oorlog, wat resulteerde in een afwezigheid van strijdlawaai gedurende de maand.
Daarnaast werd deze maand ‘de Overgieter’ (al-Aṣabb) genoemd. Men geloofde dat ze in deze maand rijkelijk met genade werd overgoten.” [3]
Gebruiken uit het pre-islamitische tijdperk in Rajab
In de verzameling van Bukhari is er een overlevering van Rajā al-ʿUṭārudī die teruggaat naar zijn kindertijd. Hij beschreef een gebruik uit het pre-islamitische tijdperk tijdens de maand Rajab. Hij vertelde het volgende:
“Vroeger aanbaden we stenen. Als we een betere steen vonden dan de eerdere, dan gooiden we de oude weg en namen de nieuwe. Als we geen geschikte steen vonden, verzamelden we aarde tot een klein heuveltje. Vervolgens brachten we een schaap, molken het over de heuvel, en deden een rituele rondgang (ṭawāf) eromheen. Wanneer de maand Rajab aanving, legden we onze militaire acties stil. We noemden deze maand de ‘Ijzerverwijderaar’, omdat we dan alle ijzeren onderdelen van onze speren en pijlen verwijderden en weggooiden.” [4]
De smeekbede van de Profeet in de maand Rajab
Anas bin Mālik heeft overgeleverd dat wanneer de maand Rajab begon, de Gezant van Allah -vrede zij met hem- bad: “O Allah, zegen ons in Rajab en Shaʾbān en leid ons naar Ramadan.”[5]
De overlevering van Anas bin Mālik benadrukt het belang voor moslims om extra aandacht te besteden aan de maanden Rajab en Shaʾbān als voorbereiding op Ramadan. De smeekbede van de Profeet -vrede zij met hem- om zegeningen in deze maanden, onderstreept dat Rajab en Shaʾbān gezien worden als een periode van spirituele voorbereiding op de Ramadan.
Hierin wordt aangemoedigd om deze tijd te besteden aan erediensten, aanbidding en devotie. Dit gaat verder dan de gebruikelijke praktijken in andere maanden. Hiervoor wordt immers extra inspanningen gevraagd om de zegeningen van deze heilige periode te verkrijgen.
Vasten in de maand Rajab: Verschillende meningen en overleveringen
Over het vasten in de maand Rajab bestaan er heel wat onenigheden vanwege zwakke overleveringen. Niet iedereen is van mening dat het vasten in de maand Rajab aanbevolen is. Eveneens ook niet dat het extra bijzonderheden bevat in tegenstelling tot andere maanden.
In de Hadith-verzameling van Imam Muslim is er een overlevering van ʿUthmān bin Ḥakīm, hij zei:
“Ik vroeg Saʿīd bin Jubayr over het vasten tijdens Rajab. Hij zei: Ibn ʿAbbās vertelde mij dat de Gezant van Allah -vrede zij met hem- vastte tot het punt dat wij zeiden: “Hij zal niet zijn vasten verbreken, en hij verbrak zijn vasten tot het punt dat wij zeiden: Hij zal niet vasten”[6]
De positie van het vasten in Rajab volgens geleerden
Over deze overlevering gaf Imam al-Nawawī (676 AH) de volgende verklaring:
“Het lijkt erop dat Saʿīd bin Jubayr met deze redenering bedoelt dat er geen verbod noch specifieke aanbeveling is voor het vasten tijdens Rajab. Het vasten in het algemeen wordt echter aanbevolen. In de Sunan van Abū Dāwūd staat dat de Gezant van Allah -vrede zij met hem- het vasten tijdens de heilige maanden aanbevolen heeft, en Rajab is een van die maanden. En Allah weet het beste.” [7]
Zwakke overleveringen zijn aanvaardbaar in deugden
Hoewel de overleveringen over het vasten in de maand Rajab en de bijbehorende deugden zwak zijn, benadrukte Sheikh Mulla ʿAlī Qārī (1014 AH), een vooraanstaande geleerde in de Hadith-wetenschappen, het volgende principe:
“Er zijn zwakke overleveringen over de deugden van het vasten, die echter door een veelheid aan overleveringsketens aan kracht winnen. Bovendien worden zwakke overleveringen met betrekking tot de deugden van bepaalde handelingen als aanvaardbaar beschouwd.” [8]
De vergelijking tussen Rajab en Ramadan
Bovendien kunnen we in de verzameling van Imam al-Nasā’ī (303 AH) de volgende overlevering van Usāmah bin Zayd -moge Allah tevreden met hem zijn- vinden:
“Ik zei: ‘O Gezant van Allah, ik zie dat u in geen enkele maand zoveel vast als in Shaʾbān. “Hij antwoordde: ‘Dat is een maand waar mensen niet veel aandacht aan besteden, gelegen tussen Rajab en Ramadan. Het is de maand waarin de daden worden opgeheven naar de Heer der Werelden, en ik verkies dat mijn daden worden opgeheven terwijl ik aan het vasten ben.” [9]
Een belangrijk punt
Dit suggereert dat, net als de Ramadan, Rajab ook een belangrijke periode is. Echter, de maand Shaʾbān werd vaak over het hoofd gezien door mensen. Daarom legde de Profeet -vrede zij met hem- nadruk op het vasten in de maand Shaʾbān. Gezien de overeenkomsten tussen Ramadan en Rajab, lijkt het aannemelijk dat vasten in de maand Rajab eveneens een gangbare praktijk was.
Vasten in Rajab is aanbevolen en zegenrijk
Vasten tijdens de Ramadan is ongetwijfeld verplicht, terwijl vasten in de maand Shaʾbān een soenna (traditie) van de Profeet -vrede zij met hem- is. Daarom lijkt het redelijk om te concluderen dat vasten in de maand Rajab op z’n minst aanbevolen zou moeten zijn.
Onbenulligheid hoort niet bij de deugdzame
De eerbiedwaardige Dzūn Nūn al-Miṣrī (179 AH) –moge Allah hem genadig zijn– sprak over de deugden van de maand Rajab als volgt:
“Rajab is bedoeld voor het vermijden van zonden, Shaʾbān voor het verrichten van deugdelijke handelingen, en Ramadan voor het uitkijken naar de goddelijke gunsten. Zij die geen zonden vermijden, geen gehoorzame handelingen verrichten en niet uitkijken naar goddelijke gunsten, behoren tot degenen die zich bezighouden met onbenulligheden.” [10]
Rajab is de maand van het zaaien
De eerbiedwaardige Dzūn Nūn al-Miṣrī (179 AH) –moge Allah hem genadig zijn- zei ook: “Rajab is de maand van het zaaien, Shaʾbān die van het bewateren, en Ramadan die van het oogsten. Ieder zal oogsten wat hij heeft gezaaid en beloond worden voor zijn daden. Dus wie zijn gewassen verwaarloost, zal spijt hebben op de dag van de oogst en zal niet ontvangen wat hij verwachtte.” [10]
De maand Rajab is groen en fris
Sheikh ʿAbdul Qadīr al-Jilani (561 AH) –moge Allah hem genadig zijn– citeerde over de deugden van de maand Rajab het volgende:
“Een vrome persoon zei eens: ‘Het jaar is als een boom, Rajab is de tijd waarin de bladeren ontspruiten, Shaʾbān de tijd waarin de vruchten verschijnen, en Ramadan de tijd om de vruchten te plukken.” [10]
Rajab ‘de maand van vergiffenis’
Eveneens schreef Sheikh ʿAbdul Qadīr al-Jilani (561 AH) –moge Allah hem genadig zijn-:
“Het is ook gezegd dat Rajab gekenmerkt wordt door de vergiffenis van Allah de Verhevene, Shaʾbān door bemiddeling, en Ramadan door de vermenigvuldiging van goede daden.” [10]
Na onze reis door de maand Rajab te hebben voltooid, wordt duidelijk hoe deze periode ons niet alleen voorbereidt op Ramadan, maar ook de kans biedt om te werken aan onze spirituele groei en ontwikkeling. Rajab, een maand doordrenkt van geschiedenis en spirituele betekenis, geeft ons de gelegenheid om te zaaien voor het hiernamaals, zoals ons is geleerd door de Profeet Mohammed -vrede zij met hem-. Het is een tijd om ons te onthouden van zonden, onszelf te wijden aan gehoorzaamheid en ons hart te openen voor goddelijke genade.
Terwijl we deze heilige maand naderen, laten we ons inspireren om onze daden te verfijnen, onze intenties te zuiveren en ons geloof te verdiepen. Moge Allah ons begeleiden op dit pad en onze inspanningen in Rajab zegenen, zodat we de vruchten van ons harde werk kunnen zien in de maand Shaʾbān en beloond zullen worden met goddelijke gunsten in de maand Ramadan.
[1]
إِنَّ عِدَّةَ الشُّهُورِ عِندَ اللَّهِ اثْنَا عَشَرَ شَهْرًا فِي كِتَابِ اللَّهِ يَوْمَ خَلَقَ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضَ مِنْهَا أَرْبَعَةٌ حُرُمٌ
al- Tawbah 9:36.
[2]
حَدَّثَنَا عَبْدُ اللَّهِ بْنُ عَبْدِ الْوَهَّابِ حَدَّثَنَا حَمَّادُ بْنُ زَيْدٍ عَنْ أَيُّوبَ عَنْ مُحَمَّدٍ عَنْ ابْنِ أَبِي بَكْرَةَ عَنْ أَبِي بَكْرَةَ عَنْ النَّبِيِّ صَلَّى اللَّهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ قَالَ إِنَّ الزَّمَانَ قَدْ اسْتَدَارَ كَهَيْئَتِهِ يَوْمَ خَلَقَ اللَّهُ السَّمَوَاتِ وَالْأَرْضَ السَّنَةُ اثْنَا عَشَرَ شَهْرًا مِنْهَا أَرْبَعَةٌ حُرُمٌ ثَلَاثٌ مُتَوَالِيَاتٌ ذُو الْقَعْدَةِ وَذُو الْحِجَّةِ وَالْمُحَرَّمُ وَرَجَبُ مُضَرَ الَّذِي بَيْنَ جُمَادَى وَشَعْبَانَ
Muḥammad bin Ismāʿīl al-Bukhārī (256 AH), Ṣaḥīḥ al-Bukhārī, deel 4, Kitāb Tafsīr al-Qur’ān, Sūrat Barā’ah: Bāb Qawluhu ‘Inna ʿIddat al-Shuhūr ʿinda Allāh Ithnā ʿAshar Shahran fī Kitāb Allāh (Beiroet: Dar Ibn Kathir, 1993) 1712.
[3]
قال ابن دحية: رجب جمعه أرجاب، ورجبانات، وأرجبة وأراجبة ورجابي. قال: وله ثمانية عشر إسماً. الأول: رجب، لأنه كان يرجب في الجاهلية ، أي يعظم. الثاني : الأصم ؛ لأنه ما كان تسمع فيه قعقعة السلاح. الثالث: الأصب؛ لأنهم كانوا يقولون: إن الرحمة تصب فيه
Aḥmad bin ʿAlī bin Ḥajar al-Asqalānī (852 AH), Tabyīn al-ʿAjab bi-ma Warada fi Faḍl Rajab (Beiroet: Dar Al-kotob Al- Ilmiyah, 1988),10.
[4]
حدثنا الصلت بن محمد قال سمعت مهدي بن ميمون قال سمعت أبا رجاء العطاردي يقول كنا نعبد الحجر فإذا وجدنا حجرا هو أخير منه ألقيناه وأخذنا الآخر فإذا لم نجد حجرا جمعنا جثوة من تراب ثم جئنا بالشاة فحلبناه عليه ثم طفنا به فإذا دخل شهر رجب قلنا منصل الأسنة فلا ندع رمحا فيه حديدة ولا سهما فيه حديدة إلا نزعناه وألقيناه شهر رجب وسمعت أبا رجاء يقول كنت يوم بعث النبي صلى الله عليه وسلم غلاما أرعى الإبل على أهلي فلما سمعنا بخروجه فررنا إلى النار إلى مسيلمة الكذاب
Muḥammad bin Ismāʿīl al-Bukhārī (256 AH), Ṣaḥīḥ al-Bukhārī, deel 4, Kitāb al-Maghāzī Bāb Wafd Banī Ḥanīfah wa-Ḥadīth Thumāmah Ibn Athāl (Beiroet: Dar Ibn Kathir, 1993) 1591.
[5]
حدثنا عبد الله حدثنا عبيد الله بن عمر عن زائدة بن أبي الرقاد عن زياد النميري عن أنس بن مالك قال كان النبي صلى الله عليه وسلم إذا دخل رجب قال اللهم بارك لنا في رجب وشعبان وبارك لنا في رمضان وكان يقول ليلة الجمعة غراء ويومها أزهر
Aḥmad bin Ḥanbal [142 AH], Wa-min Musnad Banī Hāshim, Musnad ʻAbd Allāh ibn al-ʻAbbās ibn ʻAbd al-Muṭṭalib ʿAn al-Nabī ṣallā Allāh ʻalayhi wa-sallam, Bidāyat Musnad ʻAbd Allāh ibn al-ʻAbbās (Beiroet: Dar Ihya al-Turath al-Arabi, 1993), 259.
[6]
حدثنا أبو بكر بن أبي شيبة حدثنا عبد الله بن نمير ح وحدثنا ابن نمير حدثنا أبي حدثنا عثمان بن حكيم الأنصاري قال سألت سعيد بن جبير عن صوم رجب ونحن يومئذ في رجب فقال سمعت ابن عباس رضي الله عنهما يقول كان رسول الله صلى الله عليه وسلم يصوم حتى نقول لا يفطر ويفطر حتى نقول لا يصوم وحدثنيه علي بن حجر حدثنا علي بن مسهر ح وحدثني إبراهيم بن موسى أخبرنا عيسى بن يونس كلاهما عن عثمان بن حكيم في هذا الإسناد بمثله
Abū Zakarīyā Muḥyi al-Dīn bin Sharaf al-Nawawī (676 AH), Sharḥ al-Nawawī ʿalā Muslim, Kitāb al-Ṣiyām Bāb Ṣiyām al-Nabī ṣallā Allāh ʻalayhi wa-sallam fī Ghayr Ramaḍān wa-Istiḥbāb an lā Yukhallī Shahran ʻan Ṣawm (Beiroet, Dar Ihya al-Turath al-Arabi),5.
[7]
قوله : ( سألت سعيد بن جبير عن صوم رجب ، فقال : سمعت ابن عباس يقول : كان رسول الله صلى الله عليه وسلم يصوم حتى نقول : لا يفطر ، ويفطر حتى نقول : لا يصوم ) الظاهر أن مراد سعيد بن جبير بهذا الاستدلال أنه لا نهي عنه ، ولا ندب فيه لعينه ، بل له حكم باقي الشهور ، ولم يثبت في صوم رجب نهي ولا ندب لعينه ، ولكن أصل الصوم مندوب إليه ، وفي سنن أبي داود أن رسول الله صلى الله عليه وسلم ندب إلى الصوم من الأشهر الحرم ، ورجب أحدها . والله أعلم .
Abū Zakarīyā Muḥyi al-Dīn bin Sharaf al-Nawawī (676 AH), Sharḥ al-Nawawī ʿalā Muslim, Kitāb al-Ṣiyām Bāb Ṣiyām al-Nabī ṣallā Allāh ʻalayhi wa-sallam fī Ghayr Ramaḍān wa-Istiḥbāb an lā Yukhallī Shahran ʻan Ṣawm (Beiroet, Dar Ihya al-Turath al-Arabi),5.
[8]
وقد جاء في فضائل صومه أحاديث ضعيفة تصير بكثرة طرقها قوية، مع أنَّ الأحاديث الضعيفة الأحوال معتبرة في فضائل الأعمال
Mullā ʿAlī al-Qārī Nūr al-Dīn ʿAlī bin Sulṭān Muḥammad al-Qārī (1014 AH), Majmūʾ Rasāʼil al-Mullā ʿAlī al-Qārī, al- Adab fi al- Rajab, nummer 15 (Turkije: Dar Al-Lobab, 2016), 288.
[9]
أخبرنا عمرو بن علي عن عبد الرحمن قال حدثنا ثابت بن قيس أبو الغصن شيخ من أهل المدينة قال حدثني أبو سعيد المقبري قال حدثني أسامة بن زيد قال قلت يا رسول الله لم أرك تصوم شهرا من الشهور ما تصوم من شعبان قال ذلك شهر يغفل الناس عنه بين رجب ورمضان وهو شهر ترفع فيه الأعمال إلى رب العالمين فأحب أن يرفع عملي وأنا صائم
Ahmad bin Shuʿayb al-Nasā’ī (303 AH), Sunan al-Kubrā li al-Nasā’ī, deel 4, Kitāb al-Ṣiyām,Ṣawm al-Nabī ṣallā Allāh ʻalayhi wa-sallam bi-Abī huwa wa-Ummī wa-Dzikr Ikhtilāf al-Nāqilīn lil-Khabar fī Dzālik (Qatar, Wizarat al-Awqaf wa al-Shu’un al-Islamiyya al-Qatariyya, 2012), 201.
[10]
وقال ذو النون المصرى رحمه الله : رجب لترك الآفات، وشعبان لاستعمال الطاعات، ورمضان لانتظار الكرامات، فمن لم يترك الآفات، ولم يستعمل الطاعات، ولم ينتظر الكرامات، فهو من أهل الترهات. وقال أيضاً رحمه الله : رجب شهر الزرع، وشعبان شهر السقى، ورمضان شهر الحصاد، وكل يحصد ما زرع، ويجزى ما صنع، ومن ضيع الزراعة ندم يوم حصاده، وأخلف ظنه مع سوء معاده. وقال بعض الصالحين: السنة شجرة رجب أيام إيراقها، وشعبان أيام إثمارها، ورمضان أيام قطافها. وقيل: خص رجب بالمغفرة من الله تعالى، وشعبان بالشفاعة، ورمضان بتضعيف الحسنات،
ʻAbd al-Qādir ibn Abī al-Ṣāliḥ al-Jīlānī )561AH), Ghunyat Ṭālibī Ṭarīq al-Ḥaqq ʿAzza wa-Jalla, deel 1, Bāb fī Dzikr Faḍāʼil al-Shuhūr wa-al-Ayyām Majlis fī Faḍāʼil Shahr Rajab (Beiroet, Dar Al-kotob Al- Ilmiyah, 1979) 326.