
Is het offeren voor jou verplicht?
Inhoud
- 1 Dhū al-Ḥijjah is een van de vier heilige maanden
- 2 Het offeren is een boodschap voor alle volkeren
- 3 Wat wordt bedoeld met offeren?
- 4 Het offeren is een traditie van de profeet Ibrāhīm
- 5 De verdiensten van het offeren
- 6 Voor wie is het offeren verplicht?
- 7 De offerplicht en het benodigde belastbare vermogen
- 8 Een veelgemaakte fout
- 9 Welke dieren zijn geschikt voor het offeren?
- 10 Wat moet de leeftijd van het offerdier zijn?
- 11 Is het nodig dat de geit ’tandjes’ heeft?
- 12 Kunnen meerdere mensen deelnemen aan één offerdier?
- 13 Wat moet je doen met het offervlees?
- 14 Smeekbede voor het Offeren
Dhū al-Ḥijjah is een van de vier heilige maanden
Na de maand Dhū al- Qaʾdah zal de laatste maand van het islamitische jaar, Dhū al-Ḥijjah, beginnen. Deze maand is door Allah de Verhevene gezegend met een bijzondere waardigheid en status. Zij maakt deel uit van de vier heilige maanden, een onderscheid dat haar een unieke positie geeft. Deze vier heilige maanden zijn Rajab, Dhū al-Qaʾdah, Dhū al-Ḥijjah en de maand Muḥarram. [1]
“Op de tiende dag van Dhū al-Ḥijjah komen wij, moslims, samen om het gebed van ʿEid al-Aḍḥā te verrichten. Bovendien voeren we op de tiende, elfde en twaalfde van Dhū al-Ḥijjah de plechtige offerceremonie uit. Dit ritueel van gebed en offeren is niet zomaar een traditie, maar een goddelijk bevel van Allah, de Verhevene. Het staat in Soera al-Kawthar, vers 2 geschreven:”
“Dus verricht het gebed voor jouw Heer en breng het offer.” [2]
Het offeren is een boodschap voor alle volkeren
Het is belangrijk om te begrijpen dat deze oproep tot offeren niet alleen voor ons, het volk van de Profeet Mohammed, geldt. Deze heilige opdracht werd ook aan de volkeren die ons voorafgingen opgelegd, zoals blijkt uit de soera al- Ḥajj, vers 34:
“Voor elke gemeenschap hebben We een ritueel van offeren vastgesteld, zodat ze de naam van Allah kunnen uitspreken over de offerdieren die Hij voor hen heeft voorzien. Want jullie God is slechts één God, geef jezelf dus over aan Hem alleen. En breng goed nieuws aan de nederigen.” [3]
In alle tijden en binnen elke religie ontdekken we op de een of andere manier rituelen van het offeren. zo vinden we vermeldingen hiervan in de religieuze teksten van het christendom en jodendom. Het is een fenomeen dat zelfs in India tot uiting komt, waar hindoes bij verschillende gelegenheden dieren offeren ter ere van hun goden en godinnen. Op vergelijkbare wijze brachten de heidenen en polytheïsten in Arabië offers aan hun afgoden. Echter, met de komst van de islam gaf Allah zijn Profeet -vrede zij met hem- het goddelijke bevel om te bidden en te offeren als absolute toewijding voor Zijn Heer.
Wat wordt bedoeld met offeren?
Het ritueel van het offeren, bekend als “Uḍḥiyyah” of “Qurbānī”, omvat het specifieke slachten van een dier op een vastgestelde dag, met als doel om dichter tot Allah te komen. Deze eeuwenoude traditie vindt haar oorsprong in het inspirerende voorbeeld van de Profeet Ibrāhīm -vrede zij met hem- en is doorgegeven aan onze gemeenschap als een waardevolle erfenis. Het was de Profeet Mohammed -vrede zij met hem- die een goddelijk bevel ontving om te offeren en deze instructie met gehoorzaamheid vervulde. [4]
Het offeren is een traditie van de profeet Ibrāhīm
Volgens een overlevering van de eerbiedwaardige Zayd bin Arqam, vertelde de Profeet -vrede zij met hem- aan de metgezellen dat deze traditie teruggaat naar de profeet Ibrāhīm. De metgezellen vroegen naar de beloning en hij antwoordde dat zij voor elke haar en elke vezel wol van de geofferde dieren een zegen zouden ontvangen. Zo vertelt hij:
“De metgezellen van de Profeet van Allah -vrede zij met hem- vroegen: “O Gezant van Allah, wat betekenen deze offers?” Waarop hij antwoordde: “Het is een traditie die is overgeleverd van jullie vader Ibrāhīm.” Ze vroegen: “Welke beloning ligt hierin voor ons?” En hij antwoordde: “Voor elke haar zullen jullie een zegen ontvangen.” Hierna vroegen ze: “En voor de wol?” En hij antwoordde: “Voor elke vezel wol zullen jullie een zegen ontvangen.” [5]
De verdiensten van het offeren
De Profeet Mohammed -vrede zij met hem- benadrukte de buitengewone waarde van het offeren. Volgens een overlevering van Vrouwe ʿĀisha -moge Allah tevreden zijn met haar- is er op de dag van het offer geen daad die meer welgevallig is aan Allah dan het offeren van een dier. Zij vertelt dat de Profeet -vrede zij met hem- zei:
“Geen daad van de mens is geliefder bij Allah op de dag van het offer dan het vergieten van bloed. Het offerdier zal op de Dag der Opstanding met zijn hoorns, haren en hoeven verschijnen. Het bloed van het offer bereikt de aanwezigheid van Allah voordat het de aarde raakt. Verheug je daarom over het offer.” [6]
Voor wie is het offeren verplicht?
De voorwaarden die gelden voor de verplichting tot het brengen van een offer zijn als volgt:
Religie: Je dient een moslim te zijn. Niet-moslims zijn vrijgesteld van deze verplichting.
Residentie: Je dient een gevestigd persoon te zijn, geen reiziger. Volgens de Sharia is een persoon die op reis is, niet gebonden aan deze offerplicht.
Financiële draagkracht: Je moet beschikken over een vermogen dat belastbaar is volgens de islamitische regels. Hierbij wordt verwezen naar het vermogen waarop Sadaqah al-Fiṭr van toepassing is, niet naar het vermogen waarop het betalen van de zakāt verplicht is.
Geslacht: Het zijn van een man is geen voorwaarde. Vrouwen hebben evenzeer de plicht om een offer te brengen als mannen.
Leeftijd: Er is wat discussie over of je volwassen moet zijn om te offeren. Ook is er onenigheid over of een minderjarige moet offeren vanuit zijn of haar eigen zakgeld, of dat de vader het offer moet brengen met zijn eigen geld.
Volgens de meeste interpretaties in de islamitische wetgeving hoeft een minderjarige zelf niet te offeren, en ook zijn of haar vader is niet verplicht om dit namens hem of haar te doen. Dit is ook het standpunt waarop de betreffende fatwa is gebaseerd. [7]
De offerplicht en het benodigde belastbare vermogen
Het offeren is een verplichting voor eenieder die op dat moment, na aftrek van vaste lasten en essentiële bezittingen, een vermogen bezit van minimaal 93.312 gram goud of 653.184 gram zilver. In tegenstelling tot zakāt is het niet vereist dat dit vermogen gedurende één jaar in bezit is. Dus mensen die elk jaar zakāt verschuldigd zijn, moeten in elk geval een dier offeren. Bovendien hebben mensen die op dat moment een vermogen bezitten van deze waarde ook een plicht tot het brengen van een offer. [8]
Een veelgemaakte fout
Indien je over het belastbare vermogen beschikt, rust op jou de persoonlijke plicht om een offer te brengen. Wil je daarnaast een offer brengen namens een ander, bijvoorbeeld je moeder, dan dien je een extra offerdier te verzorgen naast je eigen offer. Het offeren van je persoonlijke offerdier namens je moeder is weliswaar geldig voor haar, maar dit ontslaat je niet van je eigen offerplicht. Door dit te doen, vervul je immers niet je eigen verplichting, en dit resulteert in een zondige handeling.
Er bestaat een misverstand bij sommigen, voortkomend uit onwetendheid, dat zij hun persoonlijke offerdier kunnen offeren namens een ander en daarmee zelf van hun offerplicht zijn ontheven. Dit is echter een incorrecte opvatting. Als je door je vermogen verplicht bent om een offer te brengen, dien je eerst je eigen offerplicht te vervullen. Pas wanneer je daarnaast voor iemand anders wenst te offeren, dien je een extra offerdier te voorzien. [9]
Welke dieren zijn geschikt voor het offeren?
Er zijn drie hoofdcategorieën dieren die geschikt zijn voor het offeren: kamelen, runderen (waaronder ook buffels vallen), en kleinvee zoals geiten, schapen en lammeren. Hieronder vallen alle diersoorten die tot een van die hoofdcategorieën worden gerekend. Binnen deze categorieën zijn zowel mannetjes als vrouwtjes geschikt voor het offeren, ongeacht of ze gecastreerd zijn. Samengevat, al deze dieren zijn potentieel geschikt voor het offer. [10]
Wilde dieren, zoals herten en de nijlgau, kunnen niet geofferd worden. Als er een kruising ontstaat tussen een wild en een tam dier, bijvoorbeeld tussen een hert en een geit, dan wordt er gekeken naar de moeder van het dier. Dat wil zeggen, als de moeder van het jong een geit is, dan is het offeren toegestaan. Maar als het dier geboren is uit een ram en een hinde, dan is het offeren niet toegestaan. [11]
Wat moet de leeftijd van het offerdier zijn?
Bij het maken van een offer is het belangrijk om rekening te houden met de leeftijd van het dier. Het offer is namelijk niet geldig als het dier zelfs maar een paar uur jonger is dan de minimumleeftijd die volgens de Sharia-richtlijnen wordt voorgeschreven. [12]
Het is dus essentieel om de leeftijd van het dier goed in de gaten te houden. Hieronder vind je een overzicht van de minimale leeftijd per offerdier:
Kameel: minimaal 5 jaar oud
Koe: minimaal 2 jaar oud
Geit: minimaal 1 jaar oud
Als het dier jonger is dan de genoemde leeftijd, is het offer niet geldig. Als het dier ouder is, dan is dat zelfs beter. Er is echter een uitzondering voor een lam of een ram dat zes maanden oud is, maar er van een afstand uitziet als 1 jaar oud, in dat geval kan het ook worden geofferd. [13]
Is het nodig dat de geit ’tandjes’ heeft?
Als je een geit gaat kopen om te offeren, denken sommigen dat het belangrijk is dat de geit ’tandjes’ heeft. Als de geit geen tandjes heeft, beschouwen ze het offer als ongeldig, wat eigenlijk een groot misverstand is. De essentie is dat de geit die je wilt offeren minimaal een jaar oud moet zijn, ongeacht of ze tandjes heeft of niet. [14]
Kunnen meerdere mensen deelnemen aan één offerdier?
Als het gaat om kleinvee zoals schapen en geiten, geldt er een regel dat slechts één persoon per offerdier mag offeren. Voor grootvee, zoals alle soorten runderen en kamelen, kunnen tot zeven personen deelnemen aan het offer van één dier. Het is cruciaal dat alle deelnemers de juiste intentie hebben, zoals het streven naar de nabijheid van Allah en het verkrijgen van vlees. In dit geval zijn alle soorten offers binnen dat ene offerdier toegestaan. Zo kan bijvoorbeeld een deel van het dier bestemd zijn voor een ‘Aqīqah’, dus een geboorteoffer, terwijl een ander deel wordt geofferd ter compensatie van een vergissing tijdens de Hadj. [15]
Wat moet je doen met het offervlees?
Je kunt het vlees van het offer zelf eten en je kunt het ook aan een ander persoon geven, rijk of arm, je kunt het vrij verdelen. In feite is het aanbevolen voor jou, als degene die het offer brengt, om er zelf wat van te eten. Het is beter om het vlees in drie delen te verdelen: één deel voor de armen, één deel voor vrienden en geliefden en één deel voor je eigen gezin. Je zou niet minder dan een derde aan liefdadigheid moeten geven. Het is ook toegestaan om je volledige offer als liefdadigheid te geven, of om alles voor je eigen huis te houden. Het is ook toegestaan om het langer dan drie dagen te bewaren voor je eigen consumptie of die van je gezin. Sommige overleveringen die dit verbieden zijn niet meer relevant. Als je veel familieleden hebt en niet rijk bent, is het beter om al het vlees voor je eigen kinderen te bewaren.[16]
Smeekbede voor het Offeren
اِنّي وَجَهْتُ وَجْهِيَ لِلَّذِى فَطَرَ السَّمَوَاتِ وَالْأَرْضَ حَنِيفًا وَمَا أَنَا مِنَ الْمُشْرِكِيْنَ قُلْ إِنَّ صَلَاتِي وَنُسُكِي وَمَحْيَايَ وَمَمَاتِي لِلَّهِ رَبِّ الْعَالَمِيْنَ لَا شَرِيكَ لَهُ وَبِذَلِكَ أُمِرْتُ وَأَنَا مِنَ الْمُسْلِمِينَ اللَّهُمَّ لَكَ وَمِنْكَ بِسْمِ اللهِ اللهُ أَكْبَرُ |
Transliteratie: Innī Wajjahtu Wajhiya Lilladhī Faṭaras Samāwāti Wal-arḍa Ḥanīfa Wa-Mā anā Minal Mushrikīna. Qul Innā Ṣalātī Wa-Nusukī Wa-Maḥyāya Wa-Mamātī Lillāhi Rabbil ʿĀlamīna. Lā Sharīka Lahu Wa-Bidhālika Umirtu Wa-Anā Minal Muslimīna. Allāhumma Laka Wa-Minka Bismillāhi Allāhu Akbar. |
Vertaling: “Ik heb mijn gezicht toegewend naar Hem die de hemelen en de aarde geschapen heeft, als een zuivere monotheïst, en ik behoor niet tot de polytheïsten. Zeg: Mijn gebed, mijn rituele offers, mijn leven en mijn dood zijn voor Allah, de Heer van de Werelden. Hij heeft geen deelgenoot. Dit is mij bevolen, en ik behoor tot de moslims. O Allah, dit is voor U en van U. In de naam van Allah, Allah is de grootste.” |
اللَّهُمَّ تَقَبَّلَ مِنّي كَمَا تَقَبَّلْتَ مِنْ خَلِيْلِكَ إِبْرَاهِيمَ عَلَيْهِ السَّلَامُ وَحَبِيْبِكَ مُحَمَّدٍ صَلَّى اللَّهُ تَعَالَى عَلَيْهِ وَسَلَّمَ |
Transliteratie: “Allāhumma Taqabbal Minnī Kamā Taqabbalta Min Khalīlika Ibrāhīma ʿAlayhis Salāmu wa Ḥabībika Muḥammadin Ṣallā Allāhu Taʿālā ʿAlayhi Wa Sallam.” |
Vertaling: “O Allah, accepteer van mij zoals U hebt geaccepteerd van Uw Vriend Ibrahim -vrede zij met hem- en Uw Geliefde Moḥammed -moge Allah’s zegeningen en vrede op hem zijn-.” |
Het offeren, een belangrijk ritueel binnen de islam, is een symbool van gehoorzaamheid, toewijding en dankbaarheid aan Allah de Verhevene. Het is niet alleen een gelegenheid voor moslims om zichzelf opnieuw te wijden aan hun geloof, maar ook een kans om te geven en te delen met de minderbedeelden in de samenleving. Het is belangrijk om te onthouden dat, hoewel het offeren een daad van aanbidding is, het ook een daad van naastenliefde is. Dus terwijl we onze offers brengen, laten we niet vergeten wat de essentie van deze daad is – om dichter bij Allah te komen door middel van vrijgevigheid en medeleven met anderen. Moge Allah onze offers accepteren en ons leiden op het pad van rechtvaardigheid en liefdadigheid.
[1]
إِنَّ عِدَّةَ الشُّهُورِ عِندَ اللَّهِ اثْنَا عَشَرَ شَهْرًا فِي كِتَابِ اللَّهِ يَوْمَ خَلَقَ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضَ مِنْهَا أَرْبَعَةٌ حُرُمٌ
Koran, 9:36.
[2]
فَصَلِّ لِرَبِّكَ وَانْحَرْ
Koran, 108:2.
[3]
وَلِكُلِّ أُمَّةٍ جَعَلْنَا مَنسَكًا لِّيَذْكُرُوا اسْمَ اللَّهِ عَلَىٰ مَا رَزَقَهُم مِّن بَهِيمَةِ الْأَنْعَامِ ۗ فَإِلَٰهُكُمْ إِلَٰهٌ وَاحِدٌ فَلَهُ أَسْلِمُوا ۗ وَبَشِّرِ الْمُخْبِتِينَ
Koran, 22:34.
[4]
مخصوص جانور کو مخصوص دن میں بہ نیت تقرب ذبح کرنا قربانی ہے اور کبھی اوس جانور کو بھی اضحیہ اور قربانی کہتے ہیں جو ذبح کیا جاتا ہے۔ قربانی حضرت ابراہیم علیہ السلام کی سنت ہے جو اس امت کے لیے باقی رکھی گئی اور نبی کریم صلی اللہ تعالی علیہ وسلم کو قربانی کرنے کا حکم دیا گیا۔:
Amjad Ali Azmi (1367 AH), Bahāre Sharīʿat, volume 3, deel 15, Uḍḥiyyah Yaʾnī Qurbānī kā Bayān (Karachi: Maktaba-Tul-Madinah, 2018), 327.
[5]
حَدَّثَنَا مُحَمَّدُ بْنُ خَلَفٍ الْعَسْقَلَانِيُّ حَدَّثَنَا آدَمُ بْنُ أَبِي إِيَاسٍ حَدَّثَنَا سَلَّامُ بْنُ مِسْكِينٍ حَدَّثَنَا عَائِذُ اللَّهِ عَنْ أَبِي دَاوُدَ عَنْ زَيْدِ بْنِ أَرْقَمَ قَالَ قَالَ أَصْحَابُ رَسُولِ اللَّهِ صَلَّى اللَّهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ يَا رَسُولَ اللَّهِ مَا هَذِهِ الْأَضَاحِي ُّ قَالَ سُنَّةُ أَبِيكُمْ إِبْرَاهِيمَ قَالُوا فَمَا لَنَا فِيهَا يَا رَسُولَ اللَّهِ قَالَ بِكُلِّ شَعَرَةٍ حَسَنَةٌ قَالُوا فَالصُّوفُ يَا رَسُولَ اللَّهِ قَالَ بِكُلِّ شَعَرَةٍ مِنْ الصُّوفِ حَسَنَةٌ
Ibn Mājah, Muhammad bin Yazīd al-Qazwīnī (273 AH), Sunan Ibn Mājah, deel 2, Kitāb al-Aḍāḥī, Bāb Thawāb al-Uḍḥiyyah (Beiroet: Al-Maktabah al-‘Ilmiyah, 1953), 1045.
[6]
حَدَّثَنَا أَبُو عَمْرٍو مُسْلِمُ بْنُ عَمْرِو بْنِ مُسْلِمٍ الْحَذَّاءُ الْمَدَنِيُّ حَدَّثَنَا عَبْدُ اللَّهِ بْنُ نَافِعٍ الصَّائِغُ أَبُو مُحَمَّدٍ عَنْ أَبِي الْمُثَنَّى عَنْ هِشَامِ بْنِ عُرْوَةَ عَنْ أَبِيهِ عَنْ عَائِشَةَ أَنَّ رَسُولَ اللَّهِ صَلَّى اللَّهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ قَالَ مَا عَمِلَ آدَمِيٌّ مِنْ عَمَلٍ يَوْمَ النَّحْرِ أَحَبَّ إِلَى اللَّهِ مِنْ إِهْرَاقِ الدَّمِ إِنَّهَا لَتَأْتِي يَوْمَ الْقِيَامَةِ بِقُرُونِهَا وَأَشْعَارِهَا وَأَظْلَافِهَا وَأَنَّ الدَّمَ لَيَقَعُ مِنْ اللَّهِ بِمَكَانٍ قَبْلَ أَنْ يَقَعَ مِنْ الْأَرْضِ فَطِيبُوا بِهَا نَفْسًا قَالَ وَفِي الْبَاب عَنْ عِمْرَانَ بْنِ حُصَيْنٍ وَزَيْدِ بْنِ أَرْقَمَ قَالَ أَبُو عِيسَى هَذَا حَدِيثٌ حَسَنٌ غَرِيبٌ لَا نَعْرِفُهُ مِنْ حَدِيثِ هِشَامِ بْنِ عُرْوَةَ إِلَّا مِنْ هَذَا الْوَجْهِ وَأَبُو الْمُثَنَّى اسْمُهُ سُلَيْمَانُ بْنُ يَزِيدَ وَرَوَى عَنْهُ ابْنُ أَبِي فُدَيْكٍ قَالَ أَبُو عِيسَى وَيُرْوَى عَنْ رَسُولِ اللَّهِ صَلَّى اللَّهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ أَنَّهُ قَالَ فِي الْأُضْحِيَّةِ لِصَاحِبِهَا بِكُلِّ شَعَرَةٍ حَسَنَةٌ وَيُرْوَى بِقُرُونِهَا
Abū ʿIsā Muḥammad al-Tirmidzī (279 AH), Sunan al-Tirmidzī, deel 4, Kitāb al-ʿAḍāḥī ʿan Rasūl Allāh Ṣallā Allāh ʿAlayh wa Sallam, Bāb mā Jā ’a fī Faḍl al-ʿUḍḥiyyah (Beiroet: Dar Al-kotob Al- Ilmiyah, 2017) 70.
[7]
قربانی واجب ہونے کے شرائط یہ ہیں۔ اسلام یعنی غیر مسلم پر قربانی واجب نہیں، اقامت یعنی مقیم ہونا، مسافر پر واجب نہیں، تونگری یعنی مالک نصاب ہونا یہاں مالداری سے مراد وہی ہے جس سے صدقہ فطر واجب ہوتا ہے وہ مراد نہیں جس سے زکوۃ واجب ہوتی ہے، حریت یعنی آزاد ہونا جو آزاد نہ ہو اس پر قربانی واجب نہیں کہ غلام کے پاس مال ہی نہیں لہذا عبادت مالیہ اس پر واجب نہیں۔ مرد ہونا اس کے لیے شرط نہیں۔ عورتوں پر واجب ہوتی ہے جس طرح مردوں پر واجب ہوتی ہے اس کے لیے بلوغ شرط ہے یا نہیں اس میں اختلاف ہے اور نابالغ پر واجب ہے تو آیا خود اوس کے مال سے قربانی کی جائے گی یا اس کا باپ اپنے مال سے قربانی کرے گا۔ ظاهر الروایة یہ ہے کہ نہ خود نابالغ پر واجب ہے اور نہ اس کی طرف سے اس کے باپ پر واجب ہے اور اسی پر فتویٰ ہے۔
Amjad Ali Azmi (1367 AH), Bahāre Sharīʿat, volume 3, deel 15, Uḍḥiyyah Yaʾnī Qurbānī kā Bayān (Karachi: Maktaba-Tul-Madinah, 2018), 332.
[8]
قربانی کا مالک نصاب وہ شخص ہے جو ساڑھے باون تولہ چاندی یا ساڑھے سات تولہ سونا یا ان میں سے ایک کی قیمت کا سامان تجارت یا سامان غیر تجارت کا مالک ہو یا ان میں سے کسی ایک کی قیمت بھر کے روپیہ کا مالک ہو اور مملوکہ چیزیں حاجت اصلیہ سے زائد ہوں۔
Jalāl al- Dīn Aḥmad Amjadī (1423 AH), Anwāre Sharīʿat, Qurbānī kā Bayān (Lahore: Jamale Karam, gd.), 101.
[9]
جس طرح مالک نصاب پر ہر سال اپنی طرف سے زکوۃ و فطرہ دینا واجب ہوتا ہے ایسے ہی مالک نصاب پر اپنی طرف سے قربانی کرنا واجب ہوتا ہے تو جس طرح کہ دوسرے کی طرف سے زکوۃ و فطرہ ادا کرنے سے بری الذمہ نہ ہو گا ایسے ہی دوسرے کی طرف سے قربانی کرنے پر بھی واجب اس کے ذمہ سے ساقط نہ ہو گا۔
Jalāl al- Dīn Aḥmad Amjadī (1423 AH), Fatāwā Faiḍ al- Rasūl, deel 2, Kitāb al-Uḍḥiyyah (Lahore: Akbar Publishers, 2015), 387.
[10]
قربانی کے جانور تین قسم کے ہیں۔ اونٹ، گائے، بکری ہر قسم میں اس کی جتنی نو عیں ہیں سب داخل ہیں نر اور مادہ، خصی اور غیر خصی سب کا ایک حکم ہے یعنی سب کی قربانی ہو سکتی ہے۔ بھینس گائے میں شمار ہے اس کی بھی قربانی ہو سکتی ہے۔ بھیڑ اور دنبہ بکری میں داخل ہیں ان کی بھی قربانی ہو سکتی ہے۔
Amjad Ali Azmi (1367 AH), Bahāre Sharīʿat, volume 3, deel 15, Uḍḥiyyah Yaʾnī Qurbānī kā Bayān (Karachi: Maktaba-Tul-Madinah, 2018), 339.
[11]
وحشی جانور جیسے نیل گائے اور ہرن ان کی قربانی نہیں ہو سکتی وحشی اور گھریلو جانور سے مل کر بچہ پیدا ہوا مثلاً ہرن اور بکری سے اس میں ماں کا اعتبار ہے یعنی اوس بچہ کی ماں بکری ہے تو جائز ہے اور بکرے اور ہرنی سے پیدا ہے تو ناجائز۔
Amjad Ali Azmi (1367 AH), Bahāre Sharīʿat, volume 3, deel 15, Uḍḥiyyah Yaʾnī Qurbānī kā Bayān (Karachi: Maktaba-Tul-Madinah, 2018), 340.
[12]
بکری بکرا کی عمر اگر سال بھر پورے ہونے میں چند گھنٹوں کی بھی کمی ہے تو اس کی قربانی درست نہیں۔
Abdul Wagid al- Qadri (1439 AH), Fatāwā-e- Europe, Kitāb al-Uḍḥiyyah (Amsterdam: International Islamic Foundation, gd.), 349.
[13]
قربانی کے جانور کی عمر یہ ہونی چاہیے اونٹ پانچ سال کا گائے دوسال کی بکری ایک سال کی اس سے عمر کم ہو تو قربانی جائز نہیں زیادہ ہو تو جائز بلکہ افضل ہے۔ ہاں دنبہ یا بھیڑ کا چھ ماہ بچہ اگر اتنا بڑا ہو کہ دور سے دیکھنے میں سال بھر کا معلوم ہوتا ہو تو اس کی قربانی جائز ہے۔
Amjad Ali Azmi (1367 AH), Bahāre Sharīʿat, volume 3, deel 15, Uḍḥiyyah Yaʾnī Qurbānī kā Bayān (Karachi: Maktaba-Tul-Madinah, 2018), 340.
[14]
قربانی کا بکرا کم سے کم سال بھر کا ہونا ضروری ہے خواہ وہ دانت والا ہو یا نہ ہو ۔ حدیث شریف میں ہے: ضحوا بالثنا یا اھ۔ (ہدایہ جلد رابع ص ۴۳۳) مولا نا عبد الحئی صاحب فرنگی محل عمدة الرعایہ میں فرماتے ہیں: الثنا یا من الغنم ابن حول اھ۔ در مختار میں ہے: وصح الثنی فصاعداً من الثالة والثنى هو ابن خمس من الابل وحولين من البقر والجاموس وحول من الشاة -اہ اور بدائع الصنائع جلد خاص ص ۷۰ میں ہے: وذکر الزعفرانی فی الاضاحي الثنى من الشاة والمعز ماتم له حوله وطعن في السنة الثانية اھ. و الله تعالى اعلم
Jalāl al- Dīn Aḥmad Amjadī (1423 AH), Fatāwā Faiḍ al- Rasūl, deel 2, Kitāb al-Uḍḥiyyah (Lahore: Akbar Publishers, 2015), 396.
[15]
قربانی کے سب شرکا کی نیت تقرب ہواس کا یہ مطلب ہے کہ کسی کا ارادہ گوشت نہ ہو اور یہ ضرور نہیں کہ وہ تقرب ایک ہی قسم کا ہو مثلاً سب قربانی ہی کرنا چاہتے ہیں بلکہ اگر مختلف قسم کے تقرب ہوں وہ تقرب سب پر واجب ہو یا کسی پر واجب ہو اور کسی پر واجب نہ ہو ہر صورت میں قربانی جائز ہے مثلاً دم احصار اور احرام میں شکار کرنے کی جزا اور سر منڈانے کی وجہ سے دَم واجب ہوا ہوا اور تمتع وقران کا دم کہ ان سب کے ساتھ قربانی کی شرکت ہو سکتی ہے۔ اسی طرح قربانی اور عقیقہ کی بھی شرکت ہو سکتی ہے کہ عقیقہ بھی تقریب کی ایک صورت ہے ۔
Amjad Ali Azmi (1367 AH), Bahāre Sharīʿat, volume 3, deel 15, Uḍḥiyyah Yaʾnī Qurbānī kā Bayān (Karachi: Maktaba-Tul-Madinah, 2018), 343.
[16]
قربانی کا گوشت خود بھی کھا سکتا ہے اور دوسرے شخص غنی یا فقیر کو دے سکتا ہے کھلا سکتا ہے بلکہ اس میں سے کچھ کھا لینا قربانی کرنے والے کے لیے مستحب ہے۔ بہتر یہ ہے کہ گوشت کے تین حصے کرے ایک حصہ فقرا کے لیے اور ایک حصہ دوست و احباب کے لیے اور ایک حصہ اپنے گھر والوں کے لیے، ایک تہائی سے کم صدقہ نہ کرے۔ اور کل کو صدقہ کر دینا بھی جائز ہے اور کل گھر ہی رکھ لے یہ بھی جائز ہے۔ تین دن سے زائد اپنے اور گھر والوں کے کھانے کے لیے رکھ لینا بھی جائز ہے اور بعض حدیثوں میں جو اس کی ممانعت آئی ہے وہ منسوخ ہے اگر اس شخص کے اہل و عیال بہت ہوں اور صاحب وسعت نہیں ہے تو بہتر یہ ہے کہ سارا گوشت اپنے بال بچوں ہی کے لیے رکھ چھوڑے۔
Amjad Ali Azmi (1367 AH), Bahāre Sharīʿat, volume 3, deel 15, Uḍḥiyyah Yaʾnī Qurbānī kā Bayān (Karachi: Maktaba-Tul-Madinah, 2018), 345.
Disclaimer
De informatie op deze website over de fiqh (islamitische jurisprudentie) heeft betrekking op de Hanafitische rechtsschool. Houd er rekening mee dat de inhoud en interpretaties mogelijk niet representatief zijn voor de andere islamitische rechtsscholen.