Inhoud
- 1 Uitnodiging om de Koran te bestuderen
- 2 Belang van de wetenschap van koranrecitatie
- 3 De Arabische taal als de taal van de Koran
- 4 Perfectie van de Koran
- 5 Diversiteit in taal en dialect
- 6 De verschillende recitatiestijlen van de Koran
- 7 Overlevering van de recitatiestijlen
- 8 Onderscheid tussen expressievormen (Aḥruf) en recitatiestijlen (Qirā’āt)
- 9 Waarom zijn er zeven verschillende uitingsvormen van de Koran?
- 10 Gebruik van de recitatiestijl in bijeenkomsten
- 11 De zeven reciteurs van de Koran
Uitnodiging om de Koran te bestuderen
Een passage in de Koran verkondigd:
“Wij hebben een boek aan jullie geopenbaard waarin jullie worden vermeld. Begrijpen jullie het niet?” (Koran 21:10) [1]
Deze woorden worden door veel gelovigen beschouwd als een uitnodiging om de Koran dieper te bestuderen en de levenslessen die erin worden geleerd toe te passen.
Belang van de wetenschap van koranrecitatie
Een van de belangrijkste disciplines die verband houdt met de Koran is de wetenschap van de koranrecitatie. Het is een wetenschap die van groot belang is voor moslims, omdat het hen helpt de Koran te begrijpen en correct te reciteren. De wetenschap van koranrecitatie wordt gezien als de basis van alle islamitische wetenschappen en is van onschatbare waarde voor degenen die zich willen verdiepen in de Koran en zijn leringen.
De Arabische taal als de taal van de Koran
Ongetwijfeld is het Arabisch de taal van de Koran, de Hadith en de islamitische jurisprudentie. Het wordt beschouwd als de lingua franca van de intellectuele elite en de overheersende taal in de islamitische wetenschappen. Dit wordt benadrukt door Allah’s woorden: “Voorwaar, Wij hebben een Arabische Koran neergezonden, zodat jullie begrip kunnen hebben.” [2]
Perfectie van de Koran
De reden hiervoor is dat de Arabische taal wordt beschouwd als een taal die bekend staat om zijn helderheid, duidelijkheid en rijkdom, waardoor het bij uitstek geschikt is om de nuances en betekenissen uit te drukken die mensen gebruiken. Daarom werd het meest verheven boek in de meest verheven taal geopenbaard, door middel van de meest verheven boodschapper, met de assistentie van de meest verheven engelen, op de meest verheven plek op aarde. De openbaring begon tijdens de nobelste maand van het jaar, namelijk de maand Ramadan, waardoor het in alle opzichten volmaakt is. [3]
Diversiteit in taal en dialect
Het Arabisch kent verschillende dialecten en talen, die hun oorsprong vinden in de diverse stammen. Net zoals in de Arabische wereld is er in Nederland ook een grote verscheidenheid aan dialecten en talen. Nederland kent verschillende dialecten en streekgebonden talen, zoals Fries, Limburgs, Twents en Gronings. In deze regio’s wordt de taal op een andere manier gesproken en zijn er ook verschillende woorden en uitdrukkingen. Het Nederlands als standaardtaal is echter wel de algemene taal in Nederland en wordt door de meeste mensen gesproken. Op dezelfde manier zijn er zeven bekende Arabische stammen, zoals vermeld in de toespraak van Abū ʿUbayd al-Qāsim bin Salām (224 AH): “Quraish, Hudhayl, Thaqīf, Hawāzin, Kinānah, Tamīm en Yaman.” Het Arabisch van deze stammen was de taal waarin de Heilige Koran werd geopenbaard. [4]
De verschillende recitatiestijlen van de Koran
Het is om deze reden dat de Heilige Koran zeven veelgebruikte Qirā‘āt kent. Het woord Qirā‘āt is afgeleid van het drieletterig werkwoord “qa-ra-a”, wat ‘samenbrengen’ en ‘samenvoegen’ betekent. In de vakterminologie van geleerden verwijst het woord naar de verschillende recitatiestijlen van de Heilige Koran. De Qirā’āt is dus de wetenschap over hoe de woorden van de Koran worden uitgesproken en hoe deze verschillen volgens de overlevering. [5]
Overlevering van de recitatiestijlen
De zeven verschillende recitatiestijlen van de Koran zijn wijdverspreid en zijn overgeleverd via massaoverdracht. [6] [7]
Er is overgeleverd door de eerbiedwaardige metgezel ʿUmar bin al-Khaṭṭab dat hij tijdens het reciteren van Soera al-Furqān de metgezel Hishām bin Hakīm een andere expressie hoorde gebruiken dan hij had geleerd van Allah’s Gezant -vrede zij met hem-. Hoewel hij bijna naar Hishām toe wilde haasten om verhaal te halen, wachtte hij geduldig totdat hij klaar was, en trok toen aan zijn mantel en bracht hem naar Allah’s Gezant -vrede zij met hem-. ʿUmar zei: “O Gezant van Allah, ik hoorde deze man Soera al-Furqān op een andere manier reciteren dan hoe u mij hebt geleerd om het te reciteren.” De Profeet -vrede zij met hem- beval hem om Hishām los te laten en vroeg hem om te reciteren. Toen Hishām klaar was met zijn recitatie zei de Gezant van Allah: “Zo werd het geopenbaard.” Vervolgens vroeg hij ʿUmar om te reciteren, en nadat hij dat had gedaan, zei hij: “Zo werd het geopenbaard. De Koran is geopenbaard in zeven expressievormen, dus reciteer op de manier die voor jou het gemakkelijkst is.” [8]
Onderscheid tussen expressievormen (Aḥruf) en recitatiestijlen (Qirā’āt)
De geleerden maken een onderscheid tussen de verschillende expressievormen en recitatiestijlen van de Koran. Een van de opvattingen onder hen is dat de zeven expressievormen verdeeld kunnen worden over de bestaande recitatiestijlen, omdat de verschillen tussen de recitaties voortkomen uit de verschillende expressievormen.
Belangrijk is om te benadrukken dat de betekenis van de Koran bij het reciteren van een van de zeven uitingsvormen niet verandert. Alle manieren zijn correct en het is aan de persoon zelf om te kiezen welke manier het beste bij hem of haar past.[9]
Waarom zijn er zeven verschillende uitingsvormen van de Koran?
Een van de redenen waarom er zeven verschillende uitingsvormen van de Koran bestaan, is om de gemeenschap tegemoet te komen en het lezen van de Koran gemakkelijker te maken, als een genadevolle gunst. Het is tevens een bijzonderheid die voortkomt uit hun speciale status. Dit is in overeenstemming met de intentie van de Profeet, de beste van de schepping en de geliefde van de Waarheid. Toen de aartsengel Jibrīl naar hem kwam en zei: “Allah beveelt u om uw gemeenschap de Koran in één enkele uitingsvorm te onderwijzen”, antwoordde de Profeet: “Ik vraag Allah om Zijn genade en hulp. Mijn gemeenschap kan dat niet aan.” Hij bleef dit herhalen totdat uiteindelijk zeven verschillende uitingsvormen werden toegestaan. [10]
Gebruik van de recitatiestijl in bijeenkomsten
In bijeenkomsten is het van belang om de meest gangbare recitatiestijl in het betreffende land te gebruiken. In Nederland en de meeste islamitische landen wordt bijvoorbeeld de recitatiestijl van Imam ʿĀṣim op de overlevering van Imam Ḥafṣ gebruikt. Geleerden adviseren dit om te voorkomen dat mensen uit onwetendheid een andere stijl afwijzen en daarmee onbewust een daad van ongeloof begaan. [11]
De zeven reciteurs van de Koran
- Imam Nāfiʾ bin ʿAbd al-Raḥmān bin Abī Nuʿaym al-Madanī (169 AH)
- Imam ʿAbd Allāh bin Kathīr al-Makkī (120 AH)
- Imam Abū ʿAmr Zabbān bin al-ʿAlā al-Baṣrī (154 AH)
- Imam ʿAbd Allāh bin ʿĀmir al-Shāmī (118 AH)
- Imam ʿĀṣim bin Abī al-Nujūd al-Kūfī (127 AH)
- Ḥamzah bin Ḥabīb al-Kūfī (156 AH)
- Imam ʿAlī bin Ḥamzah al-Kisā‘ī al-Kūfī (189 AH)
Er zijn verschillende recitatiestijlen van de Koran, waarvan zeven stijlen van het reciteren van de Heilige Koran algemeen bekend zijn en veelvuldig worden gebruikt. Het is belangrijk op te merken dat er geen verschil is in de betekenis van de Koran bij het reciteren in een van deze stijlen. Alle stijlen zijn correct. Het is het meest eenvoudig voor de gemeenschap om te reciteren in de stijl die voor hen het gemakkelijkst is.
De algemene regel is dat de meest prominente recitatiestijl in een bepaald land de stijl is die gebruikt moet worden bij openbare recitaties. Het afwijzen van een recitatiestijl wordt beschouwd als een daad van ongeloof, wat tot gevolg kan hebben dat iemand zijn geloof verliest.
Het is daarom van groot belang om te geloven in de verscheidenheid van recitatiestijlen van de Koran en om de regelgeving omtrent het gebruik van de meest prominente stijl in een bepaald land te volgen. Dit voorkomt onnodige verwarring en onwetendheid. Laten we ons richten op de waarheid en de betekenis van de Koran en deze heilige tekst op de best mogelijke manier te reciteren en begrijpen.
[1]
إِنَّا أَنزَلْنَاهُ قُرْآنًا عَرَبِيًّا لَّعَلَّكُمْ تَعْقِلُونَ
Koran 21:10.
[2]
إِنَّا أَنزَلْنَاهُ قُرْآنًا عَرَبِيًّا لَّعَلَّكُمْ تَعْقِلُونَ
Koran 12:2.
[3]
( إِنَّا أَنْزَلْنَاهُ قُرْآنًا عَرَبِيًّا لَعَلَّكُمْ تَعْقِلُونَ ) وَذَلِكَ لِأَنَّ لُغَةَ الْعَرَبِ أَفْصَحُ اللُّغَاتِ وَأَبْيَنُهَا وَأَوْسَعُهَا ، وَأَكْثَرُهَا تَأْدِيَةً لِلْمَعَانِي الَّتِي تَقُومُ بِالنُّفُوسِ; فَلِهَذَا أُنْزِلَ أَشْرَفُ الْكُتُبِ بِأَشْرَفِ اللُّغَاتِ ، عَلَى أَشْرَفِ الرُّسُلِ ، بِسِفَارَةِ أَشْرَفِ الْمَلَائِكَةِ ، وَكَانَ ذَلِكَ فِي أَشْرَفِ بِقَاعِ الْأَرْضِ ، وَابْتَدَئَ إِنْزَالُهُ فِي أَشْرَفِ شُهُورِ السَّنَةِ وَهُوَ رَمَضَانُ ، فَكَمُلَ مِنْ كُلِّ الْوُجُوهِ
Ibn Kathīr, Ismāʿīl bin ʿUmar bin Kathīr al-Qurashī al-Dimashqī (774 AH), Tafsīr Ibn Kathīr, deel 4, Tafsīr Sūrat Yūsuf (Riyadh: Dar Taibah, 2002), 365-66.
[4]
( المقصود من السبعة في قوله : أنزل القرآن ) يقول : ….. و أكثر العلماء على أنها لغات ثم اختلفوا في تعيينها فقال أبو عبيد : قريش و هذيل و ثقيف و هوازن و كنانة و تميم و اليمن.
Ibn al-Jazarī, Muḥammad bin Muḥammad al-Dimashqī (833 AH), al-Nashr fī al-Qirā’āt al-ʿAshr, deel 1, al-Maqṣūd min al-Sabʿah fī Qawlihi Anzala al-Qurʼān (Beiroet: Dar Al-Kotob Al- Ilmiyah, 2009), 24.
[5]
القراءات علم بكيفية أداء كلمات القرآن واختلافها بعزو الناقلة.
Ibn al-Jazarī, Muḥammad bin Muḥammad al-Dimashqī (833 AH), Munjid al-Muqri’īn wa Murshid al-Ṭālibīn, al-Bab al-Awwal: Fī al-Qirā’āt wa al-Muqri’ wa al-Qāri’ wa mā yalzamuhumā wa mā yata’allaq bi dhālik (Beiroet: Dar Al-Kotob Al- Ilmiyah, 1999), 9.
[6]
نقول: كل قراءة وافقت العربية مطلقا، ووافقت أحد المصاحف العثمانية ولو تقديرا وتواتر نقلها، هذه القراءة المتواترة المقطوع بها.
Ibn al-Jazarī, Muḥammad bin Muḥammad al-Dimashqī (833 AH), Munjid al-Muqri’īn wa Murshid al-Ṭālibīn, al-Bāb al-Thānī fī al-Qirā’ah al-Mutawātirah wa al-Ṣaḥīḥah wa al-Shādhah (Beiroet: Dar Al-Kotob Al- Ilmiyah, 1999), 18.
[7]
قُلْتُ : وَرَدَ حَدِيثُ ” نَزَلَ الْقُرْآنُ عَلَى سَبْعَةِ أَحْرُفٍ ” مِنْ رِوَايَةِ جَمْعٍ مِنَ الصَّحَابَةِ : أُبَيِّ بْنِ كَعْبٍ وَأَنَسٍ وَحُذَيْفَةَ بْنِ الْيَمَانِ وَزَيْدِ بْنِ أَرْقَمَ وَسَمُرَةَ بْنِ جُنْدُبٍ وَسَلْمَانَ بْنِ صُرَدٍ وَابْنِ عَبَّاسٍ وَابْنِ مَسْعُودٍ وَعَبْدِ الرَّحْمَنِ بْنِ عَوْفٍ وَعُثْمَانَ بْنِ عَفَّانَ وَعُمَرَ بْنِ الْخَطَّابِ وَعَمْرِو بْنِ أَبِي سَلَمَةَ وَعَمْرِو بْنِ الْعَاصِ وَمُعَاذِ بْنِ جَبَلٍ وَهِشَامِ بْنِ حَكِيمٍ وَأَبِي بَكْرَةَ وَأَبِي جَهْمٍ وَأَبِي سَعِيدٍ الْخُدْرِيِّ وَأَبِي طَلْحَةَ الْأَنْصَارِيِّ وَأَبِي هُرَيْرَةَ ، وَأَبِي أَيُّوبَ . فَهَؤُلَاءِ أَحَدٌ وَعِشْرُونَ صَحَابِيًّا ، وَقَدْ نَصَّ أَبُو عُبَيْدٍ عَلَى تَوَاتُرِهِ.
Jalāl al-Dīn al-Suyūṭī (911 AH), al-Itqān fī ʿUlūm al-Qurʼān, deel 1, Categorie 16, Kayfiyyah Inzāluh, 3e vraagstuk: Nazūl al-Qurʼan ʿalā al-Aḥruf al-Sabʿah, al-Aqwāl fī al-Murād bi al- Aḥruf (Beiroet: Dar Al-Kitab Al-Arabi, 1999), 18.
[8]
حَدَّثَنَا عَبْدُ اللَّهِ بْنُ يُوسُفَ أَخْبَرَنَا مَالِكٌ عَنْ ابْنِ شِهَابٍ عَنْ عُرْوَةَ بْنِ الزُّبَيْرِ عَنْ عَبْدِ الرَّحْمَنِ بْنِ عَبْدٍ الْقَارِيِّ أَنَّهُ قَالَ سَمِعْتُ عُمَرَ بْنَ الْخَطَّابِ رَضِيَ اللَّهُ عَنْهُ يَقُولُ سَمِعْتُ هِشَامَ بْنَ حَكِيمِ بْنِ حِزَامٍ يَقْرَأُ سُورَةَ الْفُرْقَانِ عَلَى غَيْرِ مَا أَقْرَؤُهَا وَكَانَ رَسُولُ اللَّهِ صَلَّى اللَّهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ أَقْرَأَنِيهَا وَكِدْتُ أَنْ أَعْجَلَ عَلَيْهِ ثُمَّ أَمْهَلْتُهُ حَتَّى انْصَرَفَ ثُمَّ لَبَّبْتُهُ بِرِدَائِهِ فَجِئْتُ بِهِ رَسُولَ اللَّهِ صَلَّى اللَّهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ فَقُلْتُ إِنِّي سَمِعْتُ هَذَا يَقْرَأُ عَلَى غَيْرِ مَا أَقْرَأْتَنِيهَا فَقَالَ لِي أَرْسِلْهُ ثُمَّ قَالَ لَهُ اقْرَأْ فَقَرَأَ قَالَ هَكَذَا أُنْزِلَتْ ثُمَّ قَالَ لِي اقْرَأْ فَقَرَأْتُ فَقَالَ هَكَذَا أُنْزِلَتْ إِنَّ الْقُرْآنَ أُنْزِلَ عَلَى سَبْعَةِ أَحْرُفٍ فَاقْرَءُوا مِنْهُ مَا تَيَسَّرَ
Muḥammad bin Ismāʿīl al-Bukhārī (256 AH), Ṣaḥīḥ al-Bukhārī, deel 2, Kitāb al-khuṣūmāt, bāb kalām al-khuṣūm baʿḍuhum fī baʿḍ. (Beiroet: Dar Ibn Kathir, 1993) 851-2.
[9]
(إن هذا القرآن أنزل على سبعة أحرف) أي سبع لغات أو سبعة أوجه من المعاني المتفقة بألفاظ مختلفة أو غير ذلك على ما سلف تقريره وغلط أبو شامة من زعم أن المراد القراءات السبع وحكى الإجماع على خلافه (فاقرؤوا ما تيسر منه) من الأحرف المنزل بها بالنسبة لما يستحضره القارئ من القراءات فالذي في آية المزمل للكمية في الصلاة وغيرها بأية لغة من السبع أو بأي وجه من الوجوه أو بأي لفظ من الألفاظ أدى المعنى
ʿAbd al-Ra‘ūf al-Manāwī al-Qāhirī (1031 AH), Fayḍ al-Qadīr Sharḥ al-Jāmiʾ al-Ṣaghīr, deel 2, Ḥarf al-hamzah (Egypte: al-Maktabah al-Tijariyah al-Kubra, 1937), 546.
[10]
ما حقيقة هذا الاختلاف وفائدته؟ فأما سبب وروده على سبعة أحرف فللتخفيف على هذه الأمة وإرادة اليسر بها، والتهوين عليها شرفا لها وتوسعة ورحمة وخصوصية لفضلها، وإجابة لقصد نبيها أفضل الخلق وحبيب الحق حيث أتاه جبريل فقال له: إن الله يأمرك أن تقرأ أمتك القرآن على حرف فقال: أسأل الله معافاته ومعونته وإن أمتي لا تطيق ذلك ولم يزل يردد المسألة حتى بلغ سبعة أحرف.
Ibn al-Jazarī, Muḥammad bin Muḥammad al-Dimashqī (833 AH), al-Nashr fī al-Qirā’āt al-ʿAshr, deel 1, Muqaddimah al-Isnād al-ladhī Waṣala Ilayhā Hādhā al-Kitāb bi Wāsiṭatih ʿan Mu’allifihi Raḍiya Allāh ʿanhu (Beiroet: Dar Al-Kotob Al- Ilmiyah, 2009), 22.
[11]
وَيَجُوزُ بِالرِّوَايَاتِ السَّبْعِ ، لَكِنْ الْأَوْلَى أَنْ لَا يَقْرَأَ بِالْغَرِيبَةِ عِنْدَ الْعَوَامّ صِيَانَةً لِدِينِهِمْ ( قَوْلُهُ بِالْغَرِيبَةِ ) أَيْ بِالرِّوَايَاتِ الْغَرِيبَةِ وَالْإِمَالَاتِ لِأَنَّ بَعْضَ السُّفَهَاءِ يَقُولُونَ مَا لَا يَعْلَمُونَ فَيَقَعُونَ فِي الْإِثْمِ وَالشَّقَاءِ ، وَلَا يَنْبَغِي لِلْأَئِمَّةِ أَنْ يَحْمِلُوا الْعَوَامَّ عَلَى مَا فِيهِ نُقْصَانُ دِينِهِمْ ، وَلَا يَقْرَأْ عِنْدَهُ قِرَاءَةَ أَبِي جَعْفَرٍ وَابْنِ عَامِرٍ وَعَلِيِّ بْنِ حَمْزَةَ وَالْكِسَائِيِّ صِيَانَةً لِدِينِهِمْ فَلَعَلَّهُمْ يَسْتَخِفُّونَ أَوْ يَضْحَكُونَ وَإِنْ كَانَ كُلُّ الْقِرَاءَاتِ وَالرِّوَايَاتِ صَحِيحَةً فَصَيْحَةً ، وَمَشَايِخُنَا اخْتَارُوا قِرَاءَةَ أَبِي عَمْرٍو وَحَفْصٍ عَنْ عَاصِمٍ
Ibn al-Jazarī, Muḥammad bin Muḥammad al-Dimashqī (833 AH), al-Nashr fī al-Qirā’āt al-ʿAshr, deel 1, Muqaddimah al-Isnād al-ladhī Waṣala Ilayhā Hādhā al-Kitāb bi Wāsiṭatih ʿan Mu’allifihi Raḍiya Allāh ʿanhu (Beiroet: Dar Al-Kotob Al- Ilmiyah, 2009), 22.