Hāshim bin ʿAbd Manāf, de voorvader in de tweede generatie
Hāshim bin ʿAbd Manāf, de voorvader in de tweede generatie van de Profeet Mohammed, vrede zij met hem, genoot veel respect en aanzien vanwege zijn mooie karakter en vrijgevigheid. Na het overlijden van zijn vader Abd Manāf werd Hāshim de beheerder van de Kaʾbah. Zijn bekendheid groeide verder toen hij tijdens een periode van hongersnood naar Shām (Groot-Syrië) reisde en daar een ruime hoeveelheid droog brood opkocht, verbrokkelde en maakte er Tharīd van, een traditioneel Arabisch gerecht gemaakt van stukjes brood en bouillon van (kamelen)vlees. Tijdens de bedevaartperiode serveerde hij dit gerecht aan de bedevaartgangers en vanaf die dag werd hij Hāshim genoemd, wat “verbrokkelaar van brood” betekent.
Hāshim was afkomstig van de Quraish, een vooraanstaande en bekende stam van het Arabische Schiereiland die in Mekka woonden. Zijn roem groeide door zijn vrijgevigheid en voortreffelijke gastvrijheid. Hij overleed op 25-jarige leeftijd in Gaza, Palestina.
De Quraish-stam en de afstamming van de Profeet Mohammed
De Quraish-stam stond bekend vanwege hun afstamming van de Profeet Ismail en had een belangrijke positie in de Arabische samenleving. De Gezant van Allah, vrede zij met hem, behoorde tot de Banū Hāshim-stam, een clan van de Quraish-stam.
Hāshim, de overgrootvader van de Profeet Mohammed, werd herinnerd als een man van grootsheid en nobelheid vanwege zijn gastvrijheid en vrijgevigheid. Na zijn vroegtijdige overlijden op 25-jarige leeftijd in Gaza, Palestina werd zijn positie als beheerder van de Kaʾbah overgenomen door zijn broer. Desondanks bleef Hāshim’s naam voortleven als een herinnering aan zijn daden.
Abdul Mustafa Azmi, Seerate Mustafa, (Karachi: Dar al-Uloom Amjadia Maktaba Rizviyyah, 1981), 43-44.