Inhoud
- 1 Volgens de profetische traditie moet de jongste waarneembare maansikkel worden waargenomen
- 2 Er is geen relevantie voor het onderscheid tussen verschillende luchtruimen.
- 3 Wat is Istifāḍah al-Khabr?
- 4 Een bericht kan waar of onwaar zijn
- 5 De methode van Shahādah sluit een onwaar berichtgeving uit
- 6 De Shahādah is van toepassing wanneer een kleine groep mensen getuigt de maan te hebben gezien.
- 7 De methode van de mensenmassa sluit een onwaar berichtgeving uit
- 8 Zoek de voorwaarde op de juiste plaats
- 9 Istifāḍah is sterker dan Shahādah
- 10 Kan de Istifāḍah telefonisch plaatsvinden?
- 11 Kan de Shahādah via videogesprek of webcam plaatsvinden?
- 12 De fatwa van Huzoor Sadrus Sharia Mawlānā Amjad Ali Azmi
- 13 Moet de Istifāḍah al-Khabr niet persoonlijk worden geven?
- 14 Het doel is juist om zo snel mogelijk de wettelijke bewijsmiddelen te verkrijgen
- 15 Istifāḍat al- Khabr via de hedendaagse telefoon is zeker een valide bewijsmiddel
- 16 Eenheid in de gemeenschap vereist naleving van de soenna
Volgens de profetische traditie moet de jongste waarneembare maansikkel worden waargenomen
Volgens de profetische traditie moet de hilāl, dus de jongste waarneembare maansikkel na de nieuwe maan, visueel worden waargenomen. Op de 29ste nacht van een islamitische maand is de zichtbaarheid van die maansikkel vanuit Nederland en de omliggende landen vrijwel nihil. Volgens de Hanafitische leerschool wordt het luchtruim als een geheel gezien. De visuele waarneming van de hilāl van de ene plaats is dan ook geldig voor andere plaatsen.
Er is geen relevantie voor het onderscheid tussen verschillende luchtruimen.
Ibn ʿĀbidīn al-Dimashqī (1252 AH) vermelde in zijn boek Rad al-Muḥtār ʿalā al-Dur al-Mukhtār dat verschillende luchtruimen voor de maanobservatie niet in overweging worden genomen, hij schreef:
“Er is geen relevantie voor verschillende luchtruimen, dus de bezichtiging van de mensen uit het westen is vereist voor de mensen uit het oosten. Wanneer de hilāl in het ene gebied is waargenomen, dan is dat volgens de canonieke boeken van de Hanafitische rechtspraak voor alle andere mensen vereist.”[1]
Visuele maanwaarnemingen van de ene plaats zullen echter voor andere plaatsen geldig zijn mits die volgens de islamitische toegestane methodes zijn overgebracht. Vanwege de grote afstanden tussen beide plaatsen kunnen andere methodes, zoals de Shahadah (de getuigenismethode) dus niet worden toegepast. De persoon die de hilāl met eigen ogen heeft gezien, zou immers niet persoonlijk zijn of haar getuigenis kunnen afleggen op plaatsen waar de hilāl niet is gezien. Omdat deze plaatsen niet op tijd een persoonlijke getuigenisverklaring kunnen ontvangen, zijn ze afhankelijk van berichten die van de desbetreffende waarnemingen berichtgeven.
De RHCN gebruikt hiervoor de Istifāḍat al-Khabr- methode. Deze methode houdt in dat een nieuwe islamitische maand wordt vastgesteld door berichtgevingen die authentiek zijn en algemene bekendheid hebben verkregen.
Wat is Istifāḍah al-Khabr?
De RHCN gebruikt hiervoor de Istifāḍat al-Khabr methode. Deze methode houdt in dat een nieuwe islamitische maand wordt vastgesteld door berichtgevingen die authentiek zijn en algemene bekendheid genieten. Deze berichten moeten overgebracht zijn door een mensenmassa van een regio of verschillende plaatsen die de hilāl visueel hebben waargenomen. Bovendien moeten de berichten betrouwbaar zijn. Er moet een onderzoek zijn gedaan of de mensen daadwerkelijk de hilāl met eigen ogen hebben waargenomen of dat ze bericht geven over de visuele waarnemingen van anderen. Daarnaast moeten deze berichten ook algemeen bekend zijn.
Zo een bericht heet Mustafīḍ en de bekendheid van dit bericht noemen we Istifāḍah, want dat betekent “bekend worden of wijdverspreiden”. Kort samengevat: Khabr al- Istifāḍah is dat mensen bericht geven over hun visuele observaties of betrouwbare mensen geven bericht over de observaties van andere mensen en dat dit bij nader onderzoek juist en correct blijkt te zijn. Zo een bericht is dan geen gerucht, want een gerucht kan geen Istifāḍah genoemd worden. Er is pas sprake van Istifāḍah als dit bericht zich verspreid en publieke bekendheid heeft gekregen.
Een bericht kan waar of onwaar zijn
De geleerden schrijven dat een bericht (khabr) waar of onwaar kan zijn. Welke berichten moeten wij dan vertrouwen als het om de hilāl gaat? Welk bericht moeten wij als leugen beschouwen en welke als waarheid accepteren? Als een bericht de mogelijkheid van waarheid en leugen bevat, moeten wij dan de getuigenismethode (Shahādah) en Istifāḍat al-Khabr- methode beide verwerpen? Als dit werkelijk zo is, dan zou de regel moeten zijn: ‘Kijk met je eigen ogen naar de hilāl en vast. En als je het niet met eigen ogen ziet, dan niet!’, want de Shahādah zou immers niet betrouwbaar zijn, noch de maanwaarnemingen van een mensenmassa. Dit zou uiteraard voor grote chaos en onenigheden zorgen. Hou zou dit dan opgelost moeten worden?
Zolang een bericht een doorsnee bericht is, bevat het de mogelijkheid van waarheid of leugen. Het zou dus waar kunnen zijn, maar aan de andere hand bevat het ook de optie dat het onwaar zou kunnen zijn. Een doorsnee bericht bevat beide mogelijkheden. Om zo een bericht betrouwbaar te maken heeft de islamitische wetgeving twee methoden uiteengezet:
- De methode van de getuigenis;
- De methode van de mensenmassa.
De methode van Shahādah sluit een onwaar berichtgeving uit
In een getuigenis is het belangrijk om het woord ‘Ashadu’ te zeggen, dus ‘ik getuig’. Door dit te zeggen zal de mogelijkheid van de leugen verdwijnen. Het bericht zal dan als waarheid worden aangenomen. Als het woord ‘Ashadu’ niet zou worden gezegd, dan zou het bericht waar of onwaar kunnen zijn. We moeten er natuurlijk vanuit gaan dat we onze geloofsgenoten kunnen vertrouwen dat ze juist handelen en de waarheid spreken. We kunnen er dus gerust van zijn dat een moslim geen valse getuigenis zal afleggen. Zo staat er in de Koran:
“O jullie die geloven, vermijdt vele veronderstellingen. Inderdaad, sommige aannames zijn zonde. En bespioneer of roddel niet over elkaar. Zou iemand van jullie het vlees van zijn broer willen eten als hij dood is? Dat zouden jullie toch verafschuwen. En vreest Allāh. Voorwaar, Allah is Berouw aanvaardend en Genadevol.”[2]
De Profeet -vrede zij met hem- zei eveneens:
“Pas op voor achterdocht, want achterdocht is de leugenachtigste praat en zoek niet naar de fouten van anderen en bespiedt mekaar niet en wees niet jaloers op elkaar en koester geen wrok voor elkaar en keer elkaar de rug niet toe. O dienaren van Allah! Wees elkaars broeders!” [3]
De Shahādah is van toepassing wanneer een kleine groep mensen getuigt de maan te hebben gezien.
De getuigenis van geloofsgenoten is dus waar en terecht. Na de getuigenis zal de uitspraak volgen om te vasten of ʿEid te vieren. Het afleggen van de Shahādah is echter van toepassing wanneer er een klein aantal mensen de hilāl hebben gezien. Het bericht van een paar enkelingen is immers in vergelijking met het bericht van een grote menigte minder betrouwbaar. Om de optie van onwaarheid te elimineren zullen deze enkelingen hun getuigenis bij de Qāḍī (moslimrechter) afleggen. De Shahādah is dus een krachtige methode om het bericht betrouwbaar te maken.
De methode van de mensenmassa sluit een onwaar berichtgeving uit
Wanneer een grote menigte mensen bericht geven over hun visuele waarneming van de hilāl, dan zal hun berichtgeving voor waarheid worden aangenomen. De optie van onwaarheid zal door de berichten van een mensenmassa zijn geëlimineerd. Deze mensenmassa zal de leugen vanaf de wortels doen uitroeien. Na zo een grote mensenmassa van berichtgevers is de Shahādah niet meer nodig. Er zal dus niet worden gevraagd naar de Shahādah. Als zoveel mensen van hetzelfde berichtgeven dan is de Hilāl daadwerkelijk een bewezen feit. De Qāḍī zal aan de hand van de stroom van massaberichten de Ramadan, het Tarāwīḥ-gebed of de ʿEid vaststellen. Over deze massatransmissie vermelde Imam Ibn ʿĀbidīn al-Dimashqī (1252 AH) in zijn boek Rad al-Muḥtār ʿalā al-Dur al-Mukhtār het volgende:
“De zon der Imams al- Halawānī zei: “Het juiste standpunt volgens onze Hanafi-geleerden is wanneer een bericht wijdverspreide bekendheid heeft verkregen en dat voor de mensen van een andere regio is geverifieerd, dan zal de rechtspraak ook voor die regio vereist zijn.” [4]
Om de leugen van deze massaberichten uit de weg te ruimen is de Shahādah niet meer nodig want hier geldt nu de methode van de mensenmassa. De berichten van de mensenmassa elimineren de optie van onwaarheid immers. Gelijktijdige berichten over dezelfde kwestie van 20, 40 of 50 man kan nooit gelogen zijn. Dit wordt Istifāḍah genoemd.
Zoek de voorwaarde op de juiste plaats
In Istifāḍah wordt de mogelijkheid van onwaarheid beëindigd door de berichten van een mensenmassa. Wanneer er weinig mensen zijn, dan zal de mogelijkheid van de leugen samen met de Shahādah worden beëindigd. In de ene methode heb je een mensenmassa nodig en in de andere methode de Shahādah. Dit zijn twee aparte opzichzelfstaande methoden voor het vaststellen van de hilāl. Men moet dus niet een voorwaarde van de ene methode zoeken in de andere methode. In de methode van de Shahādah moet men dus geen mensenmassa vereisen en in de methode van de Istifāḍah moet men geen Shahādah vereisen.
Een paar van onze broeders vertonen vreemde kuren wanneer de Qadi op basis van de Istifāḍah het begin van de Ramadan of de ʿEid heeft aangekondigd. Ze vragen dan naar de Shahādah en waar de getuigen zijn. Wanneer er wordt gezegd dat voor de Istifāḍah geen getuigenis nodig is beginnen ze met verbazing omhoog te kijken. Zoek de voorwaarde op de juiste plaats. Voor een klein aantal mensen is de Shahādah nodig en voor een mensenmassa is de Istifāḍah voldoende.
Istifāḍah is sterker dan Shahādah
Wanneer de Qadi het begin of einde van de Ramadan aan de hand van de Istifāḍah heeft vastgesteld, waarom zou de Shahādah dan nog nodig zijn? In Shahādah wordt er niet gevraagd naar een mensenmassa en in Istifāḍah wordt er niet naar de Shahādah gevraagd. Beiden zijn separate methodes. Volgens de Imam van de Ahl al- Sunnah, Ahmad Raza Khan [1340 AH] is het bewijs dat men verkrijgt door middel van Istifāḍah veel sterker en meer solide dan het bewijs dat verkregen is door de Shahādah. De imam schreef:
“Wanneer een mensenmassa aan een mensenmassa berichten over hun bezichtiging, dan zal de bezichtiging zonder twijfel bewezen zijn. Er is dan geen behoefte voor de Shahādah, omdat massatransmissies voor het vaststellen van rechtspraken equivalent zijn aan de Shahādah. Het is zelfs nog sterker dan dat, omdat de Shahādah verworpen zal worden als hiertegenover een massatransmissie wordt getoond. De massatransmissie zal in het gelijk worden gesteld en naar de Shahādah zal dan niet worden gehoord.” [5]
De Istifāḍah is vele malen sterker dan de Shahādah vanwege de berichtenstroom die via massatransmies is overgebracht.
Kan de Istifāḍah telefonisch plaatsvinden?
In 2004 werd in Dār-ul-Qalam in Zakir Nagar te Delhi een belangrijke tweedaagse seminaar gehouden met het onderwerp ‘Moderne communicatiemiddelen en de maanbezichtiging’. Hieraan hebben vele geleerden van de Ahl al-Sunnah deelgenomen. Tijdens dit seminaar werd de uitspraak gedaan dat via mobiele telefoons Istifāḍat al-Khabr mogelijk is. Deze uitspraak werd tijdens het 17e concilie der juridische vraagstukken van Jamia Ashrafia te Indore in Madhya Prades aan een grote groep geleerden voorgelegd. Iedereen werd een hand-out van de uitspraak gegeven, zodat ze dit konden bestuderen. Daarna werd deze kwestie uitvoerig bediscussieerd en een uitspraak tot stand gebracht. Er waren meer dan honderd geleerden aanwezig, waar vele grote geleerden en onderzoekers bij waren. Allen hebben dit bevestigd en beaamd. Zij allen stemden met de uitspraak in. [6]
Wanneer een grote menigte mensen de hilāl met eigen ogen hebben gezien of als ze berichtgeven over de visuele waarneming van anderen, dan zal de Qāḍī van andere regio’s deze berichtenstroom moeten toetsen en verifiëren. Is het daadwekelijk wel een authentiek bericht of is het slechts een gerucht? Het is toegestaan en correct om deze berichten met de hedendaagse telefoon te communiceren en accepteren. Moefti Nizamuddin Misbahi, de Grootmoefti van Al Jamiatul Ashrafia Mubarakpur zei tijdens zijn lezing op 28 maart 2016 in de Jama Masjid Kudalwari van Puna te India hierover het volgende:
“Stel je eens voor dat wij hier zitten in de functie van een Qāḍī. Van buiten zijn er tien of elf mensen aangekomen. Allemaal zeggen ze de Hilāl met hun eigen ogen te hebben gezien. Wij zien dat ze allemaal de Sharia volgen. Ze zijn allemaal rechtschapen, soenniet, vroom, ʿĀlim, Ḥāfiż of Qārī. We zullen dus met gerust hart zeggen dat de bezichtiging van de hilāl daadwerkelijk bewezen is geacht. We zullen hen niet vragen om een getuigenisverklaring af te leggen, maar zullen op grond van Istifāḍat al-Khabr de uitspraak over de hilāl- bezichtiging uitvaardigen.
Dit is wanneer er mensen zelf naar ons toe komen. Maar als iemand de hilāl in Puna heeft gezien. Iemand anders heeft de maan in Madras waargenomen. Een ander persoon heeft de maan in Kolkata bezichtigd. Iemand heeft de maan in Gujrat gezien. Weer iemand heeft de maan in Assam gezien. Kortom, veertien of vijftien mensen hebben de hilāl gezien. De waarnemers zijn allemaal in verre afgelegen steden en plaatsen. We kunnen ze niet allemaal bij elkaar brengen. Noch kunnen ze allemaal komen. Wat moet er dan nu gebeuren? Vroeger was het telecommunicatiesysteem heel zwak. Daarom konden mensen in afgelegen gebieden niet uitzoeken wie de maan wel of niet hebben gezien. En als dit wel uitgezocht zou kunnen worden dan zou men niet snel kunnen uitzoeken of de persoon de waarheid of een leugen heeft verteld. Tegenwoordig is het telecommunicatiesysteem zodanig ontwikkelt dat wij binnen een half uur heel India hebben bereikt. We kunnen nu ook snel te weten komen op welke plaats de hilāl daadwerkelijk is gezien en waar het niet is waargenomen. We kunnen nu ook te weten komen vanwaar de geleerden, de Qurrā, de Ḥuffāż en de Ḥujjāj de Hilāl hebben gezien en vanwaar de nepperds de hilāl hebben gezien. Dit kunnen we nu allemaal binnen een half uur te weten komen.
Voor de Istifāḍah hebben we een correct bericht nodig. Het bericht moet juist zijn. Het moet waarachtig zijn en solide. Dit zal dan een betrouwbaar bewijsmiddel zijn. Tegenwoordig ziet u dat er in onze gemeenschap geleerden, grotere geleerden en veel grotere geleerden zijn. Als men in een vraagstuk over de islamitische rechtspraak niet uitkomt, dan pakt men over het algemeen de telefoon om het aan de andere geleerde te vragen. Als de geleerde vervolgens het antwoord geeft, dan zal dat ook worden aangenomen. Dit is een religieuze affaire. Deze religieuze affaires worden precies nageleefd zoals de geleerde het telefonisch heeft verteld. Hoe groter de geleerde des te meer telefoontjes bij hem binnenstromen. De minder grotere geleerden krijgen ook telefoontjes maar dan aanzienlijk minder. Alleen al in India bellen iedere dag duizenden mensen naar de geleerden om hun vragen voor te leggen. De soenitische geleerden vertellen en de gemeenschap van de gelovigen geven hier gehoor aan. Naar ons in Jamia Ashrafia bellen ook de geleerden en ze handelen naar hetgeen wij aan hen telefonisch hebben bericht.
Tussen de vrager en de moefti is een grote afstand. Beiden zien elkaar namelijk niet tijdens het gesprek, maar de geleerde vertrouwd zijn meerdere wel in religieuze affaires. Evenzo de gelovige gemeenschap. De geleerden leiden en gidsen de mensen in religieuze affaires via de telefoon. De mensen handelen hiernaar, ze vertrouwen erop en nemen aan dat het bericht juist, correct en solide is. De hilāl- kwestie is toch ook een religieuze affaire? Nu als de geleerden met betrekking tot de hilāl andere geleerden van andere plaatsen telefonisch berichten over hun visuele waarneming, zal dit dan onbetrouwbaar zijn?
Tot de religieuze affaire behoren ook die zaken die aan honderdduizenden mensen telefonisch zijn doorgegeven. Daar wordt toch ook naar gehandeld? Dit is ook een religieuze affaire. Waarom zou hier dan niet naar worden gehandeld? In de Istifāḍat al-Khabr moet het bericht juist en correct zijn. Het moet onderzocht zijn. Hij is onze geleerde en wij kennen hem. Hij vertelt ons via de telefoon: ‘Eerwaarde, ik heb vandaag zelf met eigen ogen na het Maghrib-gebed de hilāl gezien.’ Hoe kan ik dan zeggen dat de Mawlānā aan het liegen is. Ik ken hem persoonlijk. Via de telefoon geeft hij het bericht de maan met eigen ogen te hebben gezien. Hoe kan ik dan zeggen dat hij liegt? Wij zullen honderden keren zeggen dat hij in religieuze affaires nooit kan liegen. Deze mensen zijn godvruchtige mensen. Ze hebben geen gewin bij het liegen. Voor de Istifāḍah moet het bericht dus juist en correct zijn. En wanneer deze geleerden een bericht geven dan accepteren wij dat zij de waarheid zeggen.
Maar in dat bericht is een mogelijkheid van leugen aanwezig. Aan het eind van de dag is een bericht slechts een bericht. Een bericht kan immers waar of onwaar zijn. Om deze mogelijkheid te beëindigen moet er nu een mensenmassa zijn. Vanuit Mysore hebben vier of vijf mensen mij via de telefoon bericht. Zo ook vanuit Kolkata, Gujrat, Karnataka en andere verschillende provincies van UP, van Bihar, van Jharkhand stromen er berichten binnen. Zodoende zijn bij mij vijftien of meerdere berichten binnengekomen over de maanbezichtiging van betrouwbare en authentieke personen. Met gerust hart kan ik zeggen dat vele mensen en verantwoordelijke mensen vanuit verschillende plaatsen tegelijkertijd hetzelfde bericht hebben gegeven. Daarom spreken ze niets anders dan de waarheid. De berichtgevingen van hen zijn inderdaad juist en correct. Wij accepteren deze berichtgevingen dus als Istifāḍah en op grond hiervan zullen we de nieuwe islamitische maand vaststellen.” [7]
Kan de Shahādah via videogesprek of webcam plaatsvinden?
Als de Istifāḍah kan plaatsvinden via telefonie, waarom zou de Shahādah dan niet via een videogesprek kunnen plaatsvinden? Hierdoor zullen geluid en beeld allebei waarneembaar zijn. Zal deze getuigenis dan niet beter zijn dan een telefonische Istifāḍah?
De betekenis van Shahādah is dat je tegenover elkaar moet staan, dat je voor elkaar moet staan. Een getuige (Shāhid) betekent dat je aanwezig bent en niet absent. Imam Ahmad Raza Khan [1340 AH], de Imam van de Ahl al- Sunnah schreef over de getuige:
“Als de beller niet voor de ogen van de ontvanger staat, dan zal niets van hem in de religieuze affaires betrouwbaar zijn.” [8]
Voor de Shahādah is het nodig om aanwezig te zijn. Iemand die absent is kan geen Shahādah geven. De Shahādah zal onbetrouwbaar zijn als hij niet in het zicht van de persoon staat. De beeltenis echter die je op je mobiele telefoon ziet is geen mens, maar de beeltenis van een mens. Zijn afbeelding is te zien. De echte persoon is absent. Als de eigenlijke persoon afwezig is kan er geen Shahādah plaatsvinden.
Istifāḍah valt niet onder de Shahādah, maar valt onder de Khabr (berichtgeving). Voor de Khabr is immers het aanwezig zijn bij de Qāḍī, het tegenover elkaar staan, en 2 bij 2 helemaal niet nodig. De getuigenis van iemand die niet aanwezig is zal onbetrouwbaar zijn. Hij of zijn kan dus geen getuigenis afleggen via een webcam of een telefoongesprek.
De fatwa van Huzoor Sadrus Sharia Mawlānā Amjad Ali Azmi
De auteur van het fenomenale meesterwerk Bahāre Shariat, Huzoor Sadrus Sharia Mawlānā Amjad Ali Azmi (1367 AH) schreef in zijn Fatāwā Amjadia dat telefonische berichtgevingen niet betrouwbaar zijn. Wat bedoeld de moefti hiermee?
De Grootmoefti schreef inderdaad dat telefonische berichtgevingen niet betrouwbaar zijn. Hij schreef:
“Berichten via telefoon en radio met betrekking tot dit onderwerp zijn onbetrouwbaar, omdat niets met betrekking tot de Sharia hiermee kan worden vastgesteld.” [9]
De telefonische berichtgevingen die de Grootmoefti heeft bedoeld, zijn geen Shahādah noch Istifāḍah. Huzoor Sadrus Sharia heeft niet gezegd dat de Istifāḍat al-Khabr niet via de telefoon kan geschieden. Hij vertelt immers de manier waarop de berichtgevingen binnen zijn gekomen geen juridische feiten zijn maar slechts doorsnee berichten.
- Het bericht van de maanbezichtiging moet juist en solide zijn, en deze berichtgeving is niet juist en solide;
- Destijds was het telecommunicatiesysteem gebrekkig en beperkt. De berichten konden niet snel worden uitgezocht op waarheid of leugen. Dit in tegenstelling tot vandaag;
- Over het algemeen werd het bericht van één of twee personen verspreidt. Er was dus geen sprake van een mensenmassa.
Kortom! De mensenmassa die nodig is voor de Istifāḍah is hier niet terug te vinden.
Moet de Istifāḍah al-Khabr niet persoonlijk worden geven?
Ibn ʿĀbidīn al-Dimashqī (1252 AH) vermelde in zijn boek Rad al-Muḥtār ʿalā al-Dur al-Mukhtār dat de definitie van Istifāḍat al- Khabr dat de Istifāḍat al- Khabr persoonlijk moet gebeuren. Is dit niet in strijd met Istifāḍah via de telefoon? Want een telefonisch berichtgeving zij het door verschillende groepen mensen gebeurt toch ook niet persoonlijk? Zo schreef hij:
“Raḥmatī zei: De betekenis van al- Istifāḍah is dat van die regio verschillende groepen mensen moeten komen en dat elke groep het bericht geeft dat de mensen van die regio zijn begonnen met vasten.”
Uiteraard is elke tijd gekenmerkt met de middelen van telecommunicatie en hoe berichten met betrekking tot de Sharia op een betrouwbare manier konden worden overgebracht. In de tijd van Imam Muṣṭafā bin Muḥammad bin Raḥmatullāh bin ʿAbd al- Muḥsin al-Ayyūbī al-Anṣārī al- Raḥmatī [1205 A.H.] was er geen telecommunicatiesysteem, noch waren er mobieltjes. De enige manier was dus dat een bericht na één of twee dagen mustafīḍ kon worden als groepen mensen naar de andere steden afreisden met het bericht. In een ander geval zouden de berichten ook wel Mashhūr (bekend) zijn geworden, maar dat zou pas na vijf of zes maanden zijn. Dit is dus niet echt nuttig. De wettelijke getuigenis zou zelfs eerder dan dit verkregen kunnen worden.
Het doel is juist om zo snel mogelijk de wettelijke bewijsmiddelen te verkrijgen
Het doel was juist om zo snel mogelijk de wettelijke bewijsmiddelen te verkrijgen om de volgende ochtend te kunnen beginnen met de vasten of dat het ʿEid is. Dit is enkel om te voorkomen dat een paar vastendagen verloren gaan of dat de ʿEid met een paar dagen wordt vertraagd. Destijds was het dus heel belangrijk dat mensen in verscheidene groepen moesten arriveren en over de hilāl kwamen vertellen, zodat die berichtgevingen Mutawātir (onbetwistbaar authentiek) en Istifāḍah (wijdverspreid bekend) konden worden. Dit is dan ook de reden dat ʿAllāmah Mustafa Raḥmatī de Istifāḍah heeft afgebakend met groepsgewijze bezoeken.
Dus verschillende groepen mensen zouden van daar moeten komen om tegelijkertijd dezelfde verklaring af te leggen. Deze berichtgeving zou dan Khabr al- Mustafīḍ worden. De vasten of de ʿEid zouden dan verplicht zijn. Het is de genade van Allāh, dat er tegenwoordig telecommunicatiesystemen bestaan, zoals de telefoon en mobieltjes. Het is nu mogelijk om vanuit één plaats de situatie van waar dan ook ter wereld binnen een half uur te analyseren en alles tot op de bodem uit te zoeken. [10]
Istifāḍat al- Khabr via de hedendaagse telefoon is zeker een valide bewijsmiddel
Als een persoon nu vanuit één plaats alles onderzoekt, de plaats waar alle berichten binnenstromen, de plaats waar het onderzoek kan worden afgerond, dan is vandaag de dag de voorwaarde van het persoonlijk komen niet meer aan de orde. De (mobiele) telefoon heeft dit werk makkelijker gemaakt. Het eigenlijke doel is immers niet het aankomen van mensen in groepen Het eigenlijke doel is een berichtenmassa. Wanneer er heel veel verklaringen van maanwaarnemers binnenstromen, dan zal het betrouwbaar zijn en de twijfel over leugen zal ten einde komen. Als de mensen het nou persoonlijk komen vertellen of niet, de twijfel over leugens zal sowieso weggenomen worden. Om deze reden is Istifāḍat al- Khabr via de hedendaagse telefoon zeker een valide bewijsmiddel voor het vaststellen van de islamitische maanden en in het bijzonder voor de Ramadan.
Eenheid in de gemeenschap vereist naleving van de soenna
Het is van essentieel belang dat we als gemeenschap samenwerken om een harmonieuze en vreedzame samenleving te bevorderen. Het volgen van methoden die in lijn zijn met de soenna van de Profeet Mohammed -vrede zij met hem- kan hierin een belangrijke rol spelen. Eenheid in de gemeenschap kan slechts bereikt worden als deze gestoeld is op de soenna van de Profeet -vrede zij met hem-. Laten we ons daarom bewust zijn van de kracht van onze gemeenschap en ons inzetten voor deze eenheid. Door samen te werken kunnen we bouwen aan een betere toekomst voor onszelf, onze kinderen en de gehele samenleving.
De werkwijze van het Roeyate Hilaal Comité Nederland (RHCN) ligt voor u. Het is ook belangrijk dat geleerden die een andere methode volgen ons voorzien van de juiste informatie en openheid bieden over hun onderzoek en standpunten. Als gemeenschap moeten we hen uitnodigen om deze informatie te delen, zowel mondeling als schriftelijk. Vervolgens moeten de methoden naast elkaar worden gelegd en getoetst om onzuiverheden te voorkomen. Daarnaast moeten we onze standpunten bijstellen als blijkt dat ze niet door de jurisprudentie worden ondersteund. Op deze manier kunnen we samen werken aan het bevorderen van begrip en eenheid binnen onze gemeenschap.
[1]
لَا عِبْرَةَ بِاخْتِلَافِ الْمَطَالِعِ فَيَلْزَمُ بِرُؤْيَةِ أَهْلِ الْمَغْرِبِ أَهْلَ الْمَشْرِقِ ; وَإِذَا ثَبَتَ فِي مِصْرٍ لَزِمَ سَائِرَ النَّاسِ فِي ظَاهِرِ الرِّوَايَةِ
Muḥammad Amīn ʿAmr bin Abd al- ʿAzīz bin ʿĀbidīn al- Dimashqī (1252 AH), Rad al-Muḥtār ʿalā al-Dur al-Mukhtār, vol 2, Kitāb al Ḥadj, Bāb al- Hadī, (Beiroet: Dar Al-kotob Al- Ilmiyah, 1992), 618.
[2]
حَدَّثَنَا بِشْرُ بْنُ مُحَمَّدٍ أَخْبَرَنَا عَبْدُ اللَّهِ أَخْبَرَنَا مَعْمَرٌ عَنْ هَمَّامِ بْنِ مُنَبِّهٍ عَنْ أَبِي هُرَيْرَةَ عَنْ النَّبِيِّ صَلَّى اللَّهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ قَالَ إِيَّاكُمْ وَالظَّنَّ فَإِنَّ الظَّنَّ أَكْذَبُ الْحَدِيثِ وَلَا تَحَسَّسُوا وَلَا تَجَسَّسُوا وَلَا تَحَاسَدُوا وَلَا تَدَابَرُوا وَلَا تَبَاغَضُوا وَكُونُوا عِبَادَ اللَّهِ إِخْوَانًا
Muḥammad bin Ismāʿīl al-Bukhārī (256 AH), Ṣaḥīḥ al-Bukhārī, deel 5, Kitāb al-Adab, Bāb mā Yunhā ʿan al- Taḥāsud wa al- Tadābur, (Beiroet: Dar Ibn Kathir, 1993) 2253.
[3]
يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا اجْتَنِبُوا كَثِيرًا مِّنَ الظَّنِّ إِنَّ بَعْضَ الظَّنِّ إِثْمٌ ۖ وَلَا تَجَسَّسُوا وَلَا يَغْتَب بَّعْضُكُم بَعْضًا ۚ أَيُحِبُّ أَحَدُكُمْ أَن يَأْكُلَ لَحْمَ أَخِيهِ مَيْتًا فَكَرِهْتُمُوهُ ۚ وَاتَّقُوا اللَّهَ ۚ إِنَّ اللَّهَ تَوَّابٌ رَّحِيمٌ
Koran 49:12.
[4]
قَالَ شَمْسُ الْأَئِمَّةِ الْحَلْوَانِيُّ : الصَّحِيحُ مِنْ مَذْهَبِ أَصْحَابِنَا أَنَّ الْخَبَرَ إذَا اسْتَفَاضَ وَتَحَقَّقَ فِيمَا بَيْنَ أَهْلِ الْبَلْدَةِ الْأُخْرَى يَلْزَمُهُمْ حُكْمُ هَذِهِ الْبَلْدَةِ
Muḥammad Amīn ʿAmr bin Abd al- ʿAzīz bin ʿĀbidīn al- Dimashqī (1252 AH), Rad al-Muḥtār ʿalā al-Dur al-Mukhtār, vol 2, Kitāb al Ṣawm, Sabab Ṣawm Ramaḍān, (Beiroet: Dar Al-kotob Al- Ilmiyah, 1992), 390.
[5]
جب جماعت تواتر، جماعت تواتر سے اُن کی رؤیت کی ناقل ہے تورؤیت بالیقین ثابت ہوگئی اور شہادت کی حاجت نہ رہی کہ اثباتِ احکام میں تواتر بھی قائم مقام شہادت بلکہ اُس سے اقوی ہے کہ شہادت بر خلاف تواتر آئے تورَد کردی جائے اور نفی پر تواتر مقبول ہے اور شہادت نامسموع۔
Ahmad Razā Khān al-Bareilwī [1340 AH], Fatāwā Riḍawiyyah, deel 8, Ṭuruq al- Ithbāt al-Hilāl, (Bareilly: Imam Ahmad Raza Academy, 2016), 287.
[6] Mohammed Zaeem Misbahi, vert., Istifāḍat-ul-Khabr via Mobiele Telefoon, Wanneer en Hoe (Den Haag: Het Rechte Pad, 2018) 57-58.
[7] Mohammed Zaeem Misbahi, vert., Istifāḍat-ul-Khabr via Mobiele Telefoon, Wanneer en Hoe (Den Haag: Het Rechte Pad, 2018) 45-48.
[8]
ٹیلیفون اور ریڈیو کی خبریں اس باب میں نہ قابل اعتبار ہیں کہ ان سے کسی چیز کا شرعی ثبوت نہیں ہوتا
Amjad Ali Azmī [1367 AH], Fatāwā Amjadiyah, deel 1, Kitāb ‘l Ṣawm, (Karachi: Darul Uloom Amjadia, 1997), 394.
[9]
ٹیلیفون دینے والا اگر سننے والے کے پیش نظر نہ ہو امور شریعہ میں اسکا کچھ اعتبار نہیں
Ahmad Razā Khān al-Bareilwī [1340 AH], Fatāwā Riḍawiyyah, deel 8, Azkā al-Hilāl bi Ibṭāl mā Aḥdath al- Nās bi Amr al- Hilāl, (Bareilly: Imam Ahmad Raza Academy, 2016), 253.
[10]
قَالَ الرَّحْمَتِيُّ : مَعْنَى الِاسْتِفَاضَةِ أَنْ تَأْتِيَ مِنْ تِلْكَ الْبَلْدَةِ جَمَاعَاتٌ مُتَعَدِّدُونَ كُلٌّ مِنْهُمْ يُخْبِرُ عَنْ أَهْلِ تِلْكَ الْبَلْدَةِ أَنَّهُمْ صَامُوا
Muḥammad Amīn ʿAmr bin Abd al- ʿAzīz bin ʿĀbidīn al- Dimashqī (1252 AH), Rad al-Muḥtār ʿalā al-Dur al-Mukhtār, vol 2, Kitāb al Ṣawm, Sabab Ṣawm Ramaḍān, (Beiroet: Dar Al-kotob Al- Ilmiyah, 1992), 390.