Als moslim is het essentieel om te weten wanneer je wuḍū verbroken wordt, zodat je op de juiste manier kan handelen en je gebeden correct kan verrichten. Hieronder vind je een overzicht van de zaken die de wuḍū verbreken:
- Poepen
- Plassen
- Iets via de onderste twee privé-organen uitscheiden
- Puffen
- Bloed of pus van ergens uit het lichaam uit te scheiden en dat naar een plaats toevloeit, die verplicht is om in de wuḍū of ghusl te wassen
- Een mondvol eten, water of gal braken
- Zodanig slapen dat spieren van het lichaam ontspannen
- Onbewust raken
- Een gekte aanval krijgen
- Flauwvallen
- Bedwelmd raken, waarbij de benen tijdens het lopen beginnen te wankelen
- Het tranen van een ontstoken oog
- Hardop lachen in een ṣalāt die uit een knie- en grondbuiging bestaat, waarbij de mensen in de buurt het kunnen horen [1]
Let op de volgende drie varianten van lachen tijdens de ṣalāt, elk met hun eigen specifieke regelgeving:
- Wanneer men lacht tijdens de ṣalāt op een manier die voor anderen hoorbaar is, wordt zowel de ṣalāt als de wuḍū verbroken. Dit is echter niet van toepassing op het begrafenisgebed.
- Als het lachen tijdens de ṣalāt enkel voor de gebedslezer zelf hoorbaar is, dan wordt de ṣalāt verbroken, maar blijft de wuḍū geldig.
- Het glimlachen tijdens de ṣalāt heeft geen invloed op de ṣalāt noch op de wuḍū; deze blijven beide intact. [2]
Onthoud dat je wuḍū wordt verbroken door alle onreine zaken die je lichaam uitscheidt. Als er iets onreins in je lichaam gaat, zal dat je wuḍū niet verbreken, maar het is wel een zonde als je dit opzettelijk hebt gedaan. Zorg er daarom voor dat je altijd op de hoogte bent van deze zaken, zodat je op de juiste manier je wuḍū kan verrichten en je gebeden kan uitvoeren. Door te weten welke zaken de wuḍū verbreken, kan je als moslim op de juiste manier handelen en je gebeden op de juiste manier verrichten. Het is belangrijk om regelmatig jezelf te blijven herinneren aan deze zaken, zodat je niet per ongeluk je wuḍū verbreekt en je gebeden als ongeldig worden beschouwd. Door je wuḍū op de juiste manier te verrichten en de zaken die de wuḍū verbreken te vermijden, kan je met een zuiver hart je gebeden verrichten en Allāh danken voor alle zegeningen in het leven.
[1] Jalāl al- Dīn Aḥmad Amjadī (1422 AH), Anwāre Sharīʿat, Wuẓū Kā Bayān (Lahore: Shabbir Brothers, 2007), 18.
[2] Aḥmad Shams al- Dīn al- Jaʾfarī (1402 AH), Qānūne Sharīʿat, deel 1, Nawāqize Wuzū (New York: Global Islamic Mission, 2016) 50-51.
Disclaimer
De informatie op deze website over de fiqh (islamitische jurisprudentie) heeft betrekking op de Hanafitische rechtsschool. Houd er rekening mee dat de inhoud en interpretaties mogelijk niet representatief zijn voor de andere islamitische rechtsscholen.