Vijf jaar voordat de Profeet Mohammed, vrede zij met hem, de goddelijke opdracht kreeg om in het openbaar zijn profeetschap te verkondigen, werd Vrouwe Fatima geboren. De Quraish waren destijds druk bezig met de herbouw van de Kaʾbah, het huis van Allah. Wat een prachtig moment moet dat geweest zijn: aan de ene kant werd Vrouwe Fatima geboren en aan de andere kant werd de Kaʾbah herbouwd.
Volgens bepaalde overleveringen noemde de Profeet, vrede zij met hem, zijn jongste dochter Fatima “de verloste” of “de verlosser”, omdat zij en haar geliefden van het vuur zijn gered. Vrouwe Fatima leek niet alleen qua uiterlijk erg op haar vader, maar had ook zijn eigenschappen geërfd. Sinds haar jeugd vertoonde ze ascetische kenmerken en trok ze zich vaak terug, zonder deel te nemen aan het spelen en stoeien met andere kinderen. Een van haar eretitels is ‘al-Batūl’, wat verwijst naar een maagd met kuisheid en onschuld. Deze titel is ook gegeven aan Vrouwe Maryam, de moeder van de profeet Jezus, vrede zij met hem. In feite duidt deze eretitel op een vrouw die haar wereldse verlangens opoffert voor de tevredenheid van Allah en die zichzelf losmaakt van de wereld, zelfs als ze erin leeft.
Vaak bezocht Fatima haar vader en stelde hem vragen over verschillende kwesties en vraagstukken. Haar moeder, Vrouwe Khadija , besteedde veel aandacht aan haar opvoeding en onderwijs vanwege haar intelligentie. In tegenstelling tot de Arabische traditie waarbij pasgeborenen aan zoogmoeders werden toevertrouwd uit naburige dorpen, koos Vrouwe Khadija ervoor om haar dochter zelf te zogen en bij zich te houden.
Toen Vrouwe Khadija stierf, was Fatima nog maar tien jaar oud. Het verlies van haar moeder liet diepe sporen van verdriet achter in haar leven. Na verloop van tijd hertrouwde de Profeet, vrede zij met hem, met Vrouwe Sawdā, de Moeder der Gelovigen, die de zorg voor Fatima op zich nam. Vrouwe Sawdā was erg onder de indruk van de persoonlijkheid, intelligentie en mooie gewoonten van Fatima zoals de overleveringen ons vertellen.
Fatima maakte zich vaak ernstige zorgen om haar vader en het verkondigen van de islam, vooral na de beproevingen en pesterijen van heidense Mekkanen. De Profeet, vrede zij met hem, kalmeerde zijn lieftallige dochter en zei dat ze zich geen zorgen hoefde te maken, omdat Allah haar vader nooit in de steek zal laten. Ze werd ook wel ‘Umm Abīhā’, de moeder van haar vader genoemd, vanwege haar grote moederlijke bezorgdheid en liefde die ze voor haar vader had.
De deugden en verdiensten van Vrouwe Fatima zijn talrijk. Ze was erg toegewijd aan haar geloof en stond bekend om haar vroomheid en deugdzaamheid, geduld en volharding. Waarom ook niet? Ze was toch immers een lichtend stukje van de Profeet? De Profeet, vrede zij met hem, zei eens: “Fatima is een deel van mij, en wie haar ontevreden maakt, maakt mij ontevreden.” Op een ander moment zei hij: “Fatima is de leider van de vrouwen van het Paradijs.”
Vrouwe Fatima trouwde met Hadrat Ali, moge Allah tevreden met hem zijn, toen ze vijftien jaar oud was. Volgens sommige overleveringen was Hadrat Ali eenentwintig jaar oud. Samen kregen ze drie zonen, Ḥaḍrat Imam Ḥasan, Ḥaḍrat Imam Ḥusayn en Ḥaḍrat Muḥsin, en drie dochters, Vrouwe Umm Kulthūm, Vrouwe Zaynab en Vrouwe Rukayyah. De bloedlijn van de Profeet, vrede zij met hem, verspreidt zich alleen via Vrouwe Fatima.
Vrouwe Fatima al-Zahra, moge Allah tevreden met haar zijn, overleed bijna zes maanden na het overlijden van Profeet Mohammed, vrede zij met hem, op dinsdag 3 Ramadan al-Mubarak, 11 AH. Op het moment van haar overlijden was ze 28 jaar oud. Ze werd begraven in Jannat al-Baqi. Aan haar worden achttien Ḥādith-overleveringen toegeschreven.