De vijfde methode
Type bewijsmiddel | Getuigenis |
Juridische term | Shahādah ʿalā al-Qaḍā |
Wettigheid | Getuigen over een rechterlijke uitspraak |
Argumentatie | De uitspraak van een Qāḍī is een geldig bewijsmiddel dat door andere Qāḍī’s kan worden geaccepteerd op basis van getuigenisverklaringen. |
Volgens de vierde methode om de eerste maansikkel op een betrouwbare manier van de ene plaats naar de andere plaats te communiceren konden de getuigen andere mensen machtigen om namens hen te getuigen op de desbetreffende plaats. Maar soms konden zelfs deze gemachtigde getuigen niet naar de andere locatie reizen, waardoor er geen uitspraak kon worden gedaan. Wel waren er gevallen dat andere mensen naar die plaats afgereisd waren die weliswaar geen secundaire getuigen waren, maar wel vertelden dat de Qadi van die ene stad de islamitische maand had vastgesteld. Nu waren er geen gemachtigde getuigen, maar wel mensen die de uitspraak van de ene stad hadden meegemaakt. Kon de Qāḍī van de ene stad de uitspraak van de andere stad dan accepteren?
Er was nu een noodzaak ontstaan voor de vijfde methode. Als de Qāḍī op basis van betrouwbare getuigenverklaringen de uitspraak doet dat er een nieuwe maand is begonnen, dan zal iedereen die de uitspraak van de Qāḍī heeft gehoord, getuige zijn van die uitspraak. Als de getuigen van de rechtspraak daarna naar een andere regio gaan en bij de Qāḍī van die plaats getuigen over de rechtspraak van Qāḍī A, kan Qāḍī B de getuigenis van de rechtspraak van Qāḍī A aanvaarden en een nieuwe islamitische maand vaststellen voor zijn eigen regio.
Deze methode wordt Shahādah ʿalā al-Qaḍā genoemd. Volgens de Shahādah ʿalā al-Qaḍā methode, beschreven door Imam Ahmad Raza Khan [1340 AH], moeten er twee getuigen aanwezig zijn bij de Qāḍī die als volgt getuigen: “Wij hebben gezien dat op een bepaalde avond van een bepaalde maand, een Qāḍī uit een bepaalde stad wettelijke bewijzen heeft verkregen voor het vaststellen van een nieuwe maand op basis van de hilāl. Hierop heeft de Qāḍī op diezelfde avond het gebod uitgevaardigd om te vasten.”
Volgens Imam Ibn Humām [861 AH] is het voldoende dat de getuigenis wordt afgelegd door twee mensen die hebben gezien dat een bepaalde Qāḍī een uitspraak deed op basis van de getuigenis van twee anderen over de waarneming van de nieuwe maan. De uitspraak van de Qāḍī wordt beschouwd als wettig bewijs en de getuigenis van de mensen die dit hebben gezien, kan worden gebruikt als ondersteunend bewijs.
De vijfde methode, genaamd Shahādah ʿalā al-Qaḍā, legt geen directe getuigenis meer af over de oogwaarneming, maar richt zich op de rechterlijke uitspraak die gebaseerd is op de oogwaarnemingen van de eerste maansikkel. Dit betekent dat de getuigenis gaat over de uitspraak van de Qadi, die op zichzelf als wettig bewijsmiddel kan dienen om een uitspraak uit te vaardigen. Deze methode is een belangrijk onderdeel van de islamitische jurisprudentie en wordt gebruikt om de juiste data te bepalen voor het begin van de Ramadan en het ʿEid-al-Fiṭr feest.