Inhoud
- 1 Wat is de suḥūr?
- 2 Misverstand over de suḥūr
- 3 De suḥūr is zegenrijk dus mis het niet!
- 4 Profetische tradities over het belang van suhūr
- 5 Praktisch belang van suḥūr in de islam
- 6 Dadels zijn voedend en aanbevolen voor de suhūr
- 7 Opstaan voor de suḥūr als daad van aanbidding.
- 8 Het uitstellen van de suḥūr
- 9 De tijd tussen suḥūr en het ochtendgebed
- 10 De betekenis van het tijdstip van suḥūr en het staken van eten en drinken.
- 11 Allah heeft het uitstellen van de suḥūr lief
- 12 De suḥūr is een kenmerk van de islam
Wat is de suḥūr?
Suḥūr (ook geschreven als Sahoor, Sahūr, Suhūr, Sahari, Sahrī, of Sehri) is de maaltijd die in de vroege ochtend wordt geconsumeerd door moslims voordat ze gaan vasten. Het is de laatste maaltijd voordat de vastenperiode begint, dus het is belangrijk dat het voldoende voedzaam en hydraterend is om de vastendag door te komen. Suḥūr wordt gegeten voor het ochtendgebed (Fajr) tijdens de vastenmaand Ramadan, maar het kan ook worden gegeten tijdens vrijwillige vastendagen buiten deze maand. Het woord suḥūr is afgeleid van het Arabisch woord ‘saḥrun’ dat het laatste deel van de nacht betekent en eindigt wanneer de ochtendschemering aanbreekt. Het eten dat op dit tijdstip wordt genuttigd wordt daarom suḥūr genoemd.
Misverstand over de suḥūr
Suḥūr is het tijdstip vóór de ochtendschemering. De Suḥūr komt ten einde zodra de ochtendschemering aanbreekt. Het is dan niet niet toegestaan meer om te eten drinken en seks te hebben, want vanaf de ochtendschemering begint de vastenperiode.
Helaas bestaat er bij sommigen de misverstand dat je tot zonsopkomst mag eten, maar dat is onjuist. Allah zegt in de Koran:
“Eet en drink tot het witte koord zich onderscheidt van het zwarte koord bij het ochtendgloren, en voltooi het vasten tot de avond.” (Koran 2:187) [1]
Kortom, suḥūr is de maaltijd die vóór de ochtendschemering wordt genuttigd en eindigt zodra de ochtendschemering begint. Het is belangrijk om te begrijpen dat de vastenperiode begint bij de ochtendschemering en niet bij zonsopgang.
De suḥūr is zegenrijk dus mis het niet!
Het nuttigen van de suḥūr voor de ochtendschemering is zegenrijk, omdat Allāh en Zijn engelen genadezegens sturen naar degenen die suḥūr nuttigen. Dit kunnen we uit de volgende profetische tradities begrijpen:
De eerbiedwaardige Anas, -moge Allah tevreden zijn met hem- heeft overgeleverd dat de Gezant van Allah – vrede zij met hem- zei: “Neem het ochtendmaal vóór de dageraad, want er zit zegen in het ochtendmaal.” [2]
Bovendien heeft de eerbiedwaardige Ibn ʿUmar, -moge Allah tevreden zijn met hem- overgeleverd dat de Gezant van Allah – vrede zij met hem- zei: “Waarlijk, Allah en Zijn engelen zenden zegeningen neer op degenen die het ochtendmaal vóór de dageraad nemen.” [3]
Profetische tradities over het belang van suhūr
De waarde voor het nuttigen van de suḥūr wordt ook benadrukt door de eerbiedwaardige ʿAbdullāh bin al-Hārith, moge Allah tevreden zijn met hem. Hij vertelde: ‘Ik kwam binnen bij de profeet terwijl hij de suḥūr at en hij zei: “Dit is een zegen die Allah aan jullie heeft gegeven, laat het niet achterwege.”‘ [4]
Het nuttigen van suḥūr voor de ochtendschemering is een zegenrijke daad in de Islam, omdat Allāh en Zijn engelen zegenbeden sturen naar degenen die suḥūr nuttigen. Dit wordt bevestigd door verschillende profetische tradities. Deze Ḥadīthoverleveringen laten zien dat suḥūr een belangrijke daad is in de islam en dat het een zegen brengt voor degenen die het nuttigen.
Praktisch belang van suḥūr in de islam
In de praktijk betekent dit dat moslims worden aangemoedigd om suḥūr te nemen vóór de ochtendschemering, omdat dit niet alleen de fysieke kracht en energie kan vergroten, maar ook een zegen kan brengen vanuit het spirituele perspectief. Het is dus belangrijk om dit deel van de soenna te volgen en suḥūr niet over te slaan. Het is een daad van aanbidding die een gunstig effect kan hebben op ons welzijn in deze wereld en in het hiernamaals.
Om het belang van de pre-dageraad ontbijt nog eens sterker te benadrukken heeft de eerbiedwaardige Abū Saʿīd al-Khudrī, moge Allah tevreden zijn met hem, overgeleverd dat de Gezant van Allah -vrede zij met hem- zei: “De suḥūr-maaltijd is gezegend, dus laat het niet achterwege, zelfs als een van jullie slechts een slokje water drinkt. Waarlijk, Allah de Verhevene en Zijn engelen zenden zegeningen neer op degenen die suḥūr nemen.” [5]
Dadels zijn voedend en aanbevolen voor de suhūr
Bovendien vertelde de eerbiedwaardige Al-Sā’ib bin Yazīd, moge Allah tevreden zijn met hem, dat de Gezant van Allah -vrede zij met hem- zei: “De beste suḥūr is dadels.” Hij zei ook: “Moge Allah genade hebben met degenen die suḥūr nemen.”[6]
Opstaan voor de suḥūr als daad van aanbidding.
Het opstaan voor de suḥūr is een bijzondere daad van aanbidding in de islam. Het is niet alleen een manier om onze fysieke kracht en energie te vergroten voor de dag, maar het is ook een zegenrijke daad waarbij Allāh en Zijn engelen zegenbeden sturen naar degenen die suḥūr nuttigen.
Door op te staan voor de suḥūr tonen we onze toewijding aan onze religie en ons verlangen om dichter bij Allāh te komen. Het is een manier om ons lichaam en ziel te voeden en om onze band met de Schepper te versterken.
Laten we ons niet ontmoedigen door het vroege tijdstip of door de moeite die het kan kosten om op te staan voor de suḥūr. Laten we ons in plaats daarvan inspireren door de beloning en zegen die ermee gepaard gaan. Het opstaan voor de suḥūr kan ons helpen om onze dag met de juiste intenties en energie te beginnen. De suḥūr is dus in haar geheel zegenrijk en aanbevolen. De Profeet –vrede zij met hem- benadrukte het belang hiervan door te zeggen “ook al drink je een slok water”. Het is dus zonde om dit zomaar aan je voorbij te laten gaan. Dus laten we de suḥūr niet missen en ons klaarmaken om deze zegenrijke daad van aanbidding uit te voeren.
Het uitstellen van de suḥūr
Het uitstellen van de suḥūr is ook een profetische traditie, maar het is afkeurenswaardig als je twijfelt of de dageraad al is aangebroken. Met het vertragen wordt bedoeld dat je voldoende tijd hebt om de suḥūr te nuttigen voordat de ochtendschemering aanbreekt.
De eerbiedwaardige Zaid bin Thābit, moge Allah tevreden zijn met hem, zei: “We aten suḥūr met de Gezant van Allah –vrede zij met hem- en gingen toen bidden. Ik vroeg: “Hoeveel tijd was er tussen het eten van de suḥūr en het ochtendgebed?” Hij zei: ‘Vijftig verzen.” [7]
De tijd tussen suḥūr en het ochtendgebed
De tijd die nodig is om 50 verzen uit de Koran te reciteren, kan variëren, afhankelijk van verschillende factoren, zoals de snelheid van de recitatie en de complexiteit van de verzen. Over het algemeen duurt het reciteren van één pagina van de Koran ongeveer 3-5 minuten. Aangezien één pagina van de Koran meestal ongeveer 15 verzen bevat, zou het reciteren van 50 verzen ongeveer 10-15 minuten duren.
De betekenis van het tijdstip van suḥūr en het staken van eten en drinken.
Deze Ḥadīth illustreert hoe de Profeet -vrede zij met hem- zijn suḥūr, het ochtendmaal voorafgaand aan het vasten, op een specifiek tijdstip voor de oproep tot gebed nuttigde. Dit betekent echter niet dat hij op datzelfde tijdstip begon met vasten en het eten en drinken volledig staakte tot aan het ochtendgebed. Het is cruciaal om het onderscheid te begrijpen tussen het tijdstip van suḥūr en het tijdstip van het staken van eten en drinken.
Wanneer iemand bijvoorbeeld zegt: “Ik heb suḥūr één uur voor het ochtendgebed gegeten,” houdt dit niet in dat hij vanaf dat moment begon met vasten, maar slechts dat hij tot dat moment suḥūr heeft genuttigd. Het is dus essentieel om de context te begrijpen en niet in verwarring te raken tussen de verschillende tijdstippen.
Allah heeft het uitstellen van de suḥūr lief
De Gezant van Allah -vrede zij met hem- zei: “Er zijn drie zaken waar Allah van houdt: het verbreken van het vasten snel na zonsondergang, het uitstellen van de suḥūr en het plaatsen van de ene hand op de andere tijdens het gebed.” [8]
Het is dus duidelijk dat het uitstellen van suḥūr een aanbevolen handeling is en geliefd is bij Allah. Laten we daarom proberen deze profetische traditie te volgen en onze suḥūr niet te overhaasten, maar het uitstellen tot vlak voor de ochtendschemering.
De suḥūr is een kenmerk van de islam
In elke religie komt vasten op de een of andere manier voor, zo ook in het christendom en jodendom. Volgens de Profeet onderscheidt suḥūr het vasten van moslims van dat van christenen en joden. Zo vertelt de eerbiedwaardige ʿAmr bin al-ʿĀṣ, moge Allah tevreden zijn met hem, dat de Gezant van Allah -vrede zij met hem- zei: “Het verschil tussen ons vasten en dat van de mensen van het Boek (joden en christenen) is het eten van suḥūr.” [9]
Kortom, de suḥūr, of de vroege ochtendmaaltijd, is een belangrijk onderdeel van de vastenperiode in de islamitische leer. Het is een zegenrijke daad van aanbidding die zowel fysieke als spirituele voordelen kan bieden. Het is essentieel om te begrijpen dat suḥūr vóór de ochtendschemering moet worden genuttigd en dat de vastenperiode begint bij de ochtendschemering en niet bij zonsopgang. Het uitstellen van de suḥūr is een aanbevolen handeling in de islam en geliefd bij Allah. Laten we ons dus inspireren door de profetische tradities en ook daadwerkelijk opstaan voor de suḥūr .
[1]
وَكُلُوا وَاشْرَبُوا حَتَّىٰ يَتَبَيَّنَ لَكُمُ الْخَيْطُ الْأَبْيَضُ مِنَ الْخَيْطِ الْأَسْوَدِ مِنَ الْفَجْرِ ۖ ثُمَّ أَتِمُّوا الصِّيَامَ إِلَى اللَّيْلِ
Koran 2:187
[2]
حَدَّثَنَا يَحْيَى بْنُ يَحْيَى قَالَ أَخْبَرَنَا هُشَيْمٌ عَنْ عَبْدِ الْعَزِيزِ بْنِ صُهَيْبٍ عَنْ أَنَسٍ ح وَحَدَّثَنَا أَبُو بَكْرِ بْنُ أَبِي شَيْبَةَ وَزُهَيْرُ بْنُ حَرْبٍ عَنْ ابْنِ عُلَيَّةَ عَنْ عَبْدِ الْعَزِيزِ عَنْ أَنَسٍ رَضِيَ اللَّهُ عَنْهُ ح وَحَدَّثَنَا قُتَيْبَةُ بْنُ سَعِيدٍ حَدَّثَنَا أَبُو عَوَانَةَ عَنْ قَتَادَةَ وَعَبْدِ الْعَزِيزِ بْنِ صُهَيْبٍ عَنْ أَنَسٍ رَضِيَ اللَّهُ عَنْهُ قَالَ قَالَ رَسُولُ اللَّهِ صَلَّى اللَّهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ تَسَحَّرُوا فَإِنَّ فِي السُّحُورِ بَرَكَةً
Muslim bin al- Ḥajjāj al-Qushayrī (261 AH), Ṣaḥīḥ al-Muslim, deel 2, Kitāb al-Ṣawm, Bāb Faḍl al-Suḥūr wa Ta’kīd Istiḥbābih wa Istiḥbābi Ta’khīrīh wa Taʾjīl al-Fiṭr, (Caïro: Dar Ihya Al-Kutub Al-Arabiyyah, 1991), 770.
[3]
حَدَّثَنَا مُحَمَّدُ بْنُ الرَّبِيعِ ، قَالَ : حَدَّثَـنَا يُوسُفُ بْنُ أَبِي طَيْبَةَ ، قَالَ : حَدَّثَـنَا إِدْرِيسُ بْنُ يَحْيَى الْخَوْلَانِيُّ ، قَالَ حَدَّثَنِي عَبْدُ اللَّهِ بْنُ عَيَّاشِ بْنِ عَبَّاسٍ الْقِتْبَانِيُّ ، عَنْ عَبْدِ اللَّهِ بْنِ سُلَيْمَانَ الطَّوِيلِ ، عَنْ نَافِعٍ ، عَنِ ابْنِ عُمَرَ قَالَ : قَالَ رَسُولُ اللَّهِ صَلَّى اللَّهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ : ” إِنَّ اللَّهَ وَمَلَائِكَتُهُ يُصَلُّونَ عَلَى الْمُتَسَحِّرِينَ “
Abū al-Qāsim Sulaymān bin Aḥmad bin Ayyūb al-Ṭabarānī (360), al-Muʾjam al-Awsaṭ, deel 7, Bāb al-Mīm man ismuh Muḥammad, Muḥammad bin al-Rabīʾ bin Bilāl al-Andalusī, (Riyad, Maktaba Al-Maarif, 1985), 222.
[4]
أَخْبَرَنَا إِسْحَاقُ بْنُ مَنْصُورٍ ، قَالَ : أَخْبَرَنَا عَبْدُ الرَّحْمَنِ ، قَالَ : حَدَّثَنَا شُعْبَةُ ، عَنْ عَبْدِ الْحَمِيدِ صَاحِبِ الزِّيَادِيِّ ، قَالَ : سَمِعْتُ عَبْدَ اللهِ بْنَ الْحَارِثِ يُحَدِّثُ عَنْ رَجُلٍ مِنْ أَصْحَابِ النَّبِيِّ صَلَّى اللهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ ، قَالَ : دَخَلْتُ عَلَى النَّبِيِّ صَلَّى اللهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ وَهُوَ يَتَسَحَّرُ ، فَقَالَ : إِنَّهَا بَرَكَةٌ أَعْطَاكُمُ اللهُ إِيَّاهَا ، فَلَا تَدَعُوهُ
Ahmad bin Shuʿayb al-Nasā’ī (303), Sunan al-Kubrā li al-Nasā’ī, deel 4, Kitāb al-Ṣiyām, Bab Faḍl al-Suḥūr, (Qatar, Wizarat al-Awqaf wa al-Shu’un al-Islamiyya al-Qatariyya, 2012), 140.
[5]
حَدَّثَنَا إِسْمَاعِيلُ عَنْ هِشَامٍ الدَّسْتُوَائِيِّ قَالَ حَدَّثَنَا يَحْيَى بْنُ أَبِي كَثِيرٍ عَنْ أَبِي رِفَاعَةَ عَنْ أَبِي سَعِيدٍ الْخُدْرِيِّ قَالَ قَالَ رَسُولُ اللَّهِ صَلَّى اللَّهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ السَّحُورُ أَكْلُهُ بَرَكَةٌ فَلَا تَدَعُوهُ وَلَوْ أَنْ يَجْرَعَ أَحَدُكُمْ جُرْعَةً مِنْ مَاءٍ فَإِنَّ اللَّهَ عَزَّ وَجَلَّ وَمَلَائِكَتَهُ يُصَلُّونَ عَلَى الْمُتَسَحِّرِينَ
Aḥmad bin Ḥanbal [142 AH], Musnad al-Imām Ahmad, deel 3, Bāqī musnad al-mukhthirīn, Musnad Abī Saʿīd al-Khudrī, (Beiroet: Dar Ihya al-Turath al-Arabi, 1993), 12
[6]
حَدَّثَنَا الْعَبَّاسُ بْنُ الْفَضْلِ الْأَسْفَاطِيُّ ، ثَنَا خَالِدُ بْنُ يَزِيدَ الْعُمَرِيُّ ، ثَنَا يَزِيدُ بْنُ عَبْدِ الْمَلِكِ النَّوْفَلِيُّ ، عَنْ أَبِيهِ ، عَنِ السَّائِبِ بْنِ يَزِيدَ ، قَالَ : قَالَ رَسُولُ اللَّهِ صَلَّى اللَّهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ : ” نِعْمَ السُّحُورُ التَّمْرُ ” ، وَقَالَ : ” يَرْحَمُ اللَّهُ الْمُتَسَحِّرِينَ “
Abū al-Qāsim Sulaymān bin Aḥmad bin Ayyūb al-Ṭabarānī (360), al-Muʾjam al-Kabīr, deel 7, Bab al-Sīn, Man Ismuh al-Sā‘ib, al-Sā‘ib bin Yazīd al-Kindī, Ma Asnada al-Sā‘ib bin Yazīd, ʿAbd al-Mālik bin al-Mughīra al-Nawfalī ʿan al- Sā‘ib, (Caïro, Maktabah Ibn Taymiyyah, g.d.), 159.
[7]
حَدَّثَنَا أَبُو بَكْرِ بْنُ أَبِي شَيْبَةَ حَدَّثَنَا وَكِيعٌ عَنْ هِشَامٍ عَنْ قَتَادَةَ عَنْ أَنَسٍ عَنْ زَيْدِ بْنِ ثَابِتٍ رَضِيَ اللَّهُ عَنْهُ قَالَ تَسَحَّرْنَا مَعَ رَسُولِ اللَّهِ صَلَّى اللَّهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ ثُمَّ قُمْنَا إِلَى الصَّلَاةِ قُلْتُ كَمْ كَانَ قَدْرُ مَا بَيْنَهُمَا قَالَ خَمْسِينَ آيَةً وَحَدَّثَنَا عَمْرٌو النَّاقِدُ حَدَّثَنَا يَزِيدُ بْنُ هَارُونَ أَخْبَرَنَا هَمَّامٌ ح وَحَدَّثَنَا ابْنُ الْمُثَنَّى حَدَّثَنَا سَالِمُ بْنُ نُوحٍ حَدَّثَنَا عُمَرُ بْنُ عَامِرٍ كِلَاهُمَا عَنْ قَتَادَةَ بِهَذَا الْإِسْنَادِ
Muslim bin al- Ḥajjāj al-Qushayrī (261 AH), Ṣaḥīḥ al-Muslim, deel 2, Kitāb al-Ṣawm, Bāb Faḍl al-Suḥūr wa Ta’kīd Istiḥbābih wa Istiḥbābi Ta’khīrīh wa Taʾjīl al-Fiṭr, (Caïro: Dar Ihya Al-Kutub Al-Arabiyyah, 1991), 771.
[8]
حَدَّثَنَا مُحَمَّدُ بْنُ شُعَيْبٍ ، قَالَ : حَدَّثَنَا عَبْدُ الرَّحْمَنِ بْنُ سَلَمَةَ ، قَالَ : حَدَّثَنَا أَبُو زُهَيْرٍ عَبْدُ الرَّحْمَنِ بْنُ مَغْرَاءَ ، عَنْ عُمَرَ بْنِ عَبْدِ اللَّهِ بْنِ يَعْلَى بْنِ مُرَّةَ ، عَنْ أَبِيهِ ، عَنْ جَدِّهِ قَالَ : قَالَ رَسُولُ اللَّهِ صَلَّى اللَّهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ : ” ثَلَاثَةٌ يُحِبُّهَا اللَّهُ : [ ص: 229 ] تَعْجِيلُ الْفِطْرِ ، وَتَأْخِيرُ السَّحُورِ ، وَضَرَبُ الْيَدَيْنِ إِحْدَاهُمَا عَلَى الْأُخْرَى فِي الصَّلَاةِ “
Abū al-Qāsim Sulaymān bin Aḥmad bin Ayyūb al-Ṭabarānī (360), al-Muʾjam al-Awsaṭ, deel 8, Bāb al-Mīm man ismuh Muḥammad, Mohammed bin Shuʿayb al-Iṣbahānī, (Riyad, Maktaba Al-Maarif, 1985), 228-29.
[9]
حَدَّثَنَا قُتَيْبَةُ بْنُ سَعِيدٍ حَدَّثَنَا لَيْثٌ عَنْ مُوسَى بْنِ عُلَيٍّ عَنْ أَبِيهِ عَنْ أَبِي قَيْسٍ مَوْلَى عَمْرِو بْنِ الْعَاصِ عَنْ عَمْرِو بْنِ الْعَاصِ أَنَّ رَسُولَ اللَّهِ صَلَّى اللَّهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ قَالَ فَصْلُ مَا بَيْنَ صِيَامِنَا وَصِيَامِ أَهْلِ الْكِتَابِ أَكْلَةُ السَّحَرِ وَحَدَّثَنَا يَحْيَى بْنُ يَحْيَى وَأَبُو بَكْرِ بْنُ أَبِي شَيْبَةَ جَمِيعًا عَنْ وَكِيعٍ ح وَحَدَّثَنِيهِ أَبُو الطَّاهِرِ أَخْبَرَنَا ابْنُ وَهْبٍ كِلَاهُمَا عَنْ مُوسَى بْنِ عُلَيٍّ بِهَذَا الْإِسْنَادِ
Muslim bin al- Ḥajjāj al-Qushayrī (261 AH), Ṣaḥīḥ al-Muslim, deel 2, Kitāb al-Ṣawm, Bāb Faḍl al-Suḥūr wa Ta’kīd Istiḥbābih wa Istiḥbābi Ta’khīrīh wa Taʾjīl al-Fiṭr, (Caïro: Dar Ihya Al-Kutub Al-Arabiyyah, 1991), 770-71.
Disclaimer
De informatie op deze website over de fiqh (islamitische jurisprudentie) heeft betrekking op de Hanafitische rechtsschool. Houd er rekening mee dat de inhoud en interpretaties mogelijk niet representatief zijn voor de andere islamitische rechtsscholen.