Wat is boetedoening (Kafārah)?
Als je tijdens Ramadan opzettelijk de vasten verbreekt, moet je boete doen. Maar hoe moet je boete doen?
- Je moet een slaaf of slavin vrijkopen; Gelukkig is de slavernij afgeschaft en het vrijkopen van een slaaf of slavin is kan tegenwoordig niet meer;
- Als dat niet mogelijk is, moet je 60 dagen achter elkaar vasten. Als je tijdens deze boetedoening een vastendag overslaat, moet je opnieuw 60 dagen vasten. Als je een vrouw bent en tijdens je menstruatie niet kan vasten, moet je de dagen vóór en na je menstruatieperiode samenvoegen en later inhalen.
- Als dat niet mogelijk is, moet je 60 armen twee keer per dag een volledige maaltijd geven. [1]
Voorwaarde van de boetedoening (Kafārah)?
Niet iedereen die de vasten verbreekt hoeft te boeten. Voor de boetedoening zijn een aantal zaken vereist. Als je aan deze zaken voldoet, dan zal je de Kafārah moeten voldoen.
Dit zijn de regels voor als je de vasten tijdens de Ramadan verbreekt en boete moet doen:
- De vasten die je verbroken hebt moet een actuele vastendag van de Ramadan zijn;
- Je hebt de vasten verbroken in staat van een niet-reiziger; [2]
- Je moet volgens de islam wettelijk aansprakelijk zijn, dus oud en verantwoordelijk genoeg zijn om te vasten;
- Je moet de intentie voor de vasten vanaf de nacht hebben gevormd. Als je de intentie overdag hebt gevormd dan is de boetedoening niet vereist; [3][4]
- Stel je voor dat je de vasten hebt verbroken en vervolgens overkomt er iets buiten jouw controle, zoals ziek of ongesteld worden, waardoor je bent vrijgesteld van vasten, dan hoef je geen boetedoening te doen. Echter als je de vasten hebt verbroken en er gebeurt iets waar je wel controle over hebt, zoals jezelf ernstig verwonden of op reis gaan waardoor je geëxcuseerd bent van de vasten, dan ben je niet vrijgesteld van boetedoening.[5]
Boetedoening tijdens de Ramadan is een belangrijk onderwerp voor moslims over de hele wereld. Het is essentieel om te weten wanneer boetedoening vereist is en wat de vereisten zijn om het goed te doen. De vasten tijdens de Ramadan is een toewijding aan Allah en het respecteren van deze toewijding is van groot belang. We hopen dat deze tekst nuttig was om meer te leren over boetedoening tijdens de Ramadan en hoe het kan worden voorkomen. Laten we ons allemaal inzetten voor een gezegende Ramadan waarin we ons dichter bij Allah kunnen voelen.
[1]
حَدَّثَنَا يَحْيَى بْنُ يَحْيَى وَأَبُو بَكْرِ بْنُ أَبِي شَيْبَةَ وَزُهَيْرُ بْنُ حَرْبٍ وَابْنُ نُمَيْرٍ كُلُّهُمْ عَنْ ابْنِ عُيَيْنَةَ قَالَ يَحْيَى أَخْبَرَنَا سُفْيَانُ بْنُ عُيَيْنَةَ عَنْ الزُّهْرِيِّ عَنْ حُمَيْدِ بْنِ عَبْدِ الرَّحْمَنِ عَنْ أَبِي هُرَيْرَةَ رَضِيَ اللَّهُ عَنْهُ قَالَ جَاءَ رَجُلٌ إِلَى النَّبِيِّ صَلَّى اللَّهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ فَقَالَ هَلَكْتُ يَا رَسُولَ اللَّهِ قَالَ وَمَا أَهْلَكَكَ قَالَ وَقَعْتُ عَلَى امْرَأَتِي فِي رَمَضَانَ قَالَ هَلْ تَجِدُ مَا تُعْتِقُ رَقَبَةً قَالَ لَا قَالَ فَهَلْ تَسْتَطِيعُ أَنْ تَصُومَ شَهْرَيْنِ مُتَتَابِعَيْنِ قَالَ لَا قَالَ فَهَلْ تَجِدُ مَا تُطْعِمُ سِتِّينَ مِسْكِينًا قَالَ لَا قَالَ ثُمَّ جَلَسَ فَأُتِيَ النَّبِيُّ صَلَّى اللَّهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ بِعَرَقٍ فِيهِ تَمْرٌ فَقَالَ تَصَدَّقْ بِهَذَا قَالَ أَفْقَرَ مِنَّا فَمَا بَيْنَ لَابَتَيْهَا أَهْلُ بَيْتٍ أَحْوَجُ إِلَيْهِ مِنَّا فَضَحِكَ النَّبِيُّ صَلَّى اللَّهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ حَتَّى بَدَتْ أَنْيَابُهُ ثُمَّ قَالَ اذْهَبْ فَأَطْعِمْهُ أَهْلَكَ حَدَّثَنَا إِسْحَقُ بْنُ إِبْرَاهِيمَ أَخْبَرَنَا جَرِيرٌ عَنْ مَنْصُورٍ عَنْ مُحَمَّدِ بْنِ مُسْلِمٍ الزُّهْرِيِّ بِهَذَا الْإِسْنَادِ مِثْلَ رِوَايَةِ ابْنِ عُيَيْنَةَ وَقَالَ بِعَرَقٍ فِيهِ تَمْرٌ وَهُوَ الزِّنْبِيلُ وَلَمْ يَذْكُرْ فَضَحِكَ النَّبِيُّ صَلَّى اللَّهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ حَتَّى بَدَتْ أَنْيَابُهُ
Muslim bin al- Ḥajjāj al-Qushayrī (261 AH), Ṣaḥīḥ al-Muslim, deel 2, Kitāb al-Ṣawm, Bāb Taghlīẓ Taḥrīm al-Jimāʾ fī Nahār Ramaḍān ʿalā al-Ṣā’im wa Wujūb al-Kaffārat al-Kubrā fīh, (Caïro: Dar Ihya Al-Kutub Al-Arabiyyah, 1991), 782.
[2]
إذَا دَخَلَ الْمُسَافِرُ مِصْرَهُ قَبْلَ الزَّوَالِ، وَلَمْ يَتَنَاوَلْ شَيْئًا وَنَوَى الصَّوْمَ ثُمَّ جَامَعَ مُتَعَمِّدًا لَا كَفَّارَةَ عَلَيْهِ،
Nizām al-Dīn al-Burhānpūrī bi amr al Sulṫān Awrangzeb ʿAlamġīr [1028 AH], al-Fatāwā al- Hindiyyah, deel 1, Kitāb al Ṣawm, al-Bab al-Rābiʾ fī Mā Yufsid wa Mā Lā Yufsid, (Beiroet: Dar Sadir, 1991), 206.
[3]
وَهَذَا كُلُّهُ إذَا ابْتَدَأَ الْجِمَاعَ وَقَدْ نَوَى الصَّوْمَ لَيْلًا. أَمَّا إذَا طَلَعَ الْفَجْرُ قَبْلَ أَنْ يَنْوِيَ ثُمَّ نَوَى بَعْدَ ذَلِكَ وَجَامَعَ لَمْ تَلْزَمْهُ الْكَفَّارَةُ عِنْدَ أَبِي حَنِيفَةَ وَهُوَ الْمُرَادُ بِمَا ذَكَرَ صَاحِبُ الْمَنْظُومَةِ لَا يَجِبُ التَّكْفِيرُ بِالْإِفْطَارِ … إذَا نَوَى الصَّوْمَ مِنْ النَّهَارِ
Abū Bakr bin ʿAlī bin Muḥammad al- Ḥaddād al- Zabīdiyy (800 AH), al-Jawharah al-Nayyirah, deel 1, Kitāb al-Ṣawm, (Beiroet: Dar Al-kotob Al- Ilmiyah, 206), 338.
[4]
وَإِذَا أَصْبَحَ غَيْرَ نَاوٍ لِلصَّوْمِ ثُمَّ نَوَى قَبْلَ الزَّوَالِ ثُمَّ أَكَلَ فَلَا كَفَّارَةَ عَلَيْهِ كَذَا فِي الْكَشْفِ الْكَبِيرِ
Nizām al-Dīn al-Burhānpūrī bi amr al Sulṫān Awrangzeb ʿAlamġīr [1028 AH], al-Fatāwā al- Hindiyyah, deel 1, Kitāb al Ṣawm, al-Bab al-Rābiʾ fī Mā Yufsid wa Mā Lā Yufsid, (Beiroet: Dar Sadir, 1991), 206.
[5]
وَلَوْ أَفْطَرَتْ الْمَرْأَةُ مُتَعَمِّدَةً ثُمَّ حَاضَتْ أَوْ مَرِضَتْ يَوْمَهَا ذَلِكَ قَضَتْ، وَلَا كَفَّارَةَ عَلَيْهَا، وَكَذَا لَوْ أَفْطَرَ ثُمَّ أُغْمِيَ عَلَيْهِ كَذَا فِي مُحِيطِ السَّرَخْسِيِّ. وَلَوْ جَرَحَ نَفْسَهُ حَتَّى صَارَ بِحَالٍ لَا يَقْدِرُ عَلَى الصَّوْمِ قِيلَ لَا تَسْقُطُ الْكَفَّارَةُ، وَهُوَ الصَّحِيحُ كَذَا فِي الظَّهِيرِيَّةِ
Nizām al-Dīn al-Burhānpūrī bi amr al Sulṫān Awrangzeb ʿAlamġīr [1028 AH], al-Fatāwā al- Hindiyyah, deel 1, Kitāb al Ṣawm, al-Bab al-Rābiʾ fī Mā Yufsid wa Mā Lā Yufsid, (Beiroet: Dar Sadir, 1991), 206.
Disclaimer
De informatie op deze website over de fiqh (islamitische jurisprudentie) heeft betrekking op de Hanafitische rechtsschool. Houd er rekening mee dat de inhoud en interpretaties mogelijk niet representatief zijn voor de andere islamitische rechtsscholen
